Relaas van spijt
"Misschien bestaat er een soort constructieve wroeging waardoor betreurenswaardige handelingen kunnen worden omgekneed tot iets waar je wat aan hebt in het leven", mijmert hoofdpersoon Helen in de openingszin van Gail Godwin’s Flora. Godwin laat er geen gras over groeien: spijt is het hoofdthema van haar dertiende roman. Spijt van gebeurtenissen die je niet meer kunt veranderen, maar die de rest van je leven zullen beïnvloeden.
De roman heeft een simpele opzet: de elfjarige Helen, die na haar moeder nu ook haar oma heeft verloren, brengt de zomer door met haar oppas Flora. Vanwege een uitbraak van polio is het Flora en Helen verboden hun vervallen huis op de heuvel te verlaten. Helens vader, die weg is om mysterieus werk te doen voor de Tweede Wereldoorlog, is doodsbenauwd dat zijn dochter de ziekte zal oplopen die hem zelf mank heeft gemaakt. Godwins opzet is dus niet alleen simpel maar ook gewaagd, met twee personages die een lange, warme zomer doorbrengen in een erg kleine wereld. Toch is er vanaf het begin spanning voelbaar, omdat de auteur er al in haar eerste zin op wijst dat er iets staat te gebeuren dat voor Helen een leven lang spijt zal betekenen.
Verteller is Helen op latere leeftijd, die terugblikt op de gebeurtenissen van de zomer van 1945. Het perspectief wisselt van deze oudere Helen en de waarschuwing voor naderend onheil, naar de jongere versie die zich nog van geen kwaad bewust is. De jonge (maar ouwelijk aandoende) Helen beziet haar oppas meewarig. Hoewel Flora een volle nicht van Helens moeder is, kan ze zich niet meten met Helens familie, simpel en emotioneel als ze is. "Voor zover ik kon beoordelen", zegt de dan tienjarige Helen, "was Flora niet voorzien van lagen. Haar hele wezen bevond zich kennelijk op hetzelfde niveau." Dit geheel in tegenstelling tot Helens oma Nonie, die haar persoonlijkheid en manieren even zorgvuldig cultiveerde als de nette dameshoedjes die ze naar de kerk droeg. Naast de keurige Nonie schiet Flora, die op blote voeten door het huis loopt, ernstig tekort.
De enige verlichting die Helen en Flora van elkaars gezelschap krijgen komt in de vorm van huishoudster Mrs. Jones en boodschappenjongen Finn. Vooral de bezoekjes van die laatste vormen een welkome afleiding en een reden voor zowel Helen als Flora om hun mooiste jurken uit de kast op te diepen. Ook voor de lezer is Finn een verademing. Via hem geeft Godwin haar publiek een blik op titelpersonage Flora die niet van de hautaine Helen afkomstig is. In zijn ogen is Flora ruimhartig, warm en zonder pretenties. De gevoelens ten opzichte van Finn die bij de twee meisjes groeien, vormen de katalysator voor de niet geheel onvoorspelbare gebeurtenissen die volgen.
Met een thema als spijt is het gezichtspunt van de onvolmaakte Helen interessant, omdat ze als klein kind de gevolgen van haar acties nog niet kan overzien. Flora doet in dit opzicht sterk denken aan Ian McEwan’s Boetekleed, maar in die roman wordt het thema beter uitgewerkt, komen personages beter tot hun recht en is er meer aandacht voor het leven nà een ondoordachte daad. Godwin’s boek heeft minder om het lijf. Haar keuze voor het perspectief van de eigenwijze en koppige Helen is een beperking van de andere, interessantere karakters en de wroeging waar Helen zogezegd mee leeft is weinig voelbaar. De vraag die Godwin aan het begin stelt, "kan wroeging constructief zijn?", moet daarin beantwoord worden, dat de oudere Helen als schrijfster inspiratie put uit Flora. Haar spijt is dus iets waar ze uiteindelijk profijt van heeft, maar waar ze niet wezenlijk door veranderd lijkt.
Reageer op deze recensie