Lezersrecensie
De poëtische taal van Irene Vallejo is wonderschoon
Meulenhoff, 239 pagina’s
Vertaald door Adri Boon
Aeneas is in Troje verslagen door de Grieken en vaart de zee op om in Italië een nieuwe stad te stichten, Rome. Maar hij geraakt in zwaar weer en lijdt schipbreuk op de Noord Afrikaanse kust bij Carthago, waar de weduwe Elyssa de scepter zwaait. Hier begint de roman van Irene Vallejo die we kennen van haar schitterende studie Papyrus.
Al op de eerste pagina’s lees ik het proza dat ik onmiddellijk herken van haar laatste boek. Hier is een schrijfster aan het woord die haar taal beheerst en een wondermooie stijl hanteert! Zo mooi, dat ik het boek na elk hoofdstuk even terzijde leg, hoe gretig ik ook verder zou willen lezen, hoe loopt deze geschiedenis af?
Elyssa is de Fenicische naam, wij kennen haar vooral met haar Latijnse naam, Dido. Naast haar komen ook aan het woord haar halfzus Anna, Aeneas, de liefdesgod Eros en de ongelukkige Vergilius die zijn keizer moet behagen die niet veel opheeft met de werkelijkheid maar graag geschreven ziet wat hem het beste bevalt.
Behalve Vergilius heeft ook Homerus uitgebreid over Aeneas geschreven, in de Ilias. Vallejo voegt daar nu haar versie van de gebeurtenissen aan toe. Ik ben niet bij machte de drie versies met elkaar te vergelijken maar ik durf wel te beweren dat Vallejo veel dieper in de psyche van de hoofdrolspelers probeert te kijken. Heel fraai zijn haar beschrijvingen van Eros, van hoe goden naar zichzelf kijken en hoe ze inwerken op gewone stervelingen. Maar ook Elyssa en Aeneas krijgen alle ruimte bij Vallejo om hun angsten en twijfels te laten zien.
Deze aanpak stelt haar tevens in de gelegenheid bij ieder perspectief, ieder hoofdstuk draagt slechts een naam als titel, in de ik-vorm te schrijven. Dichter kun je niet bij een karakter komen. Alleen de hoofdstukken over Vergilius staan in de derde persoon enkelvoud, hij is ook geen figurant in het verhaal over Aeneas en Elyssa.
Aeneas heeft genoeg van oorlog, haat en wraak en zegt: “Onze wereld, met alle misdaden, onrecht en rampen, is een wrede plek. Ik wens die bloedige erfenis niet aan onze kleinkinderen over te dragen “. Wij weten dat hij er niet in slaagde zijn edele voornemens te realiseren. Dat is de goden niet gelukt en ook een halfgod viste achter het net. Heeft de mens dan eigenlijk wel een kans? U mag het zeggen.
Je hoort mensen soms zeggen dat ze zo genoten van de prachtige verhalen in het Grieks of Latijns. Die vreugde heb ik nooit begrepen of gekend omdat ik eerst en vooral de voetangels en klemmen bij het vertalen moest zien te overwinnen of ontwijken. Zie er maar eens goed Nederlands van te maken. Bovendien waren de te vertalen passages te klein om een heel verhaal te bevatten. Juist hierom kan ik zo genieten van een boek als dit Elyssa van Irene Vallejo. Zij heeft het vertaalwerk voor haar rekening genomen en met haar gevoel voor taal en stijl heeft ze zich buitengewoon goed van haar taak gekweten. Maar ze is een serieuze stap verder gegaan door zich te verdiepen in de psyche van haar hoofdrolspelers. Niet alles werd ooit zo opgeschreven maar Vallejo is er wonderwel in geslaagd haar personages volstrekt geloofwaardige karakters mee te geven. Dit boek is daarmee een prachtige liefdesroman geworden in een uitzonderlijke historische setting. En ook hier moeten we ons afvragen of we vooruitgang hebben geboekt. We spelen immers dezelfde spelletjes als zoveel duizend jaar geleden, alleen de middelen zijn veranderd. Is dat een verontrustende of een geruststellende gedachte? U mag het zeggen.
Maar ik zie nu al uit naar het volgende boek van deze Spaanse schrijfster. Ze heeft een unieke eigen stem en een enorme verbeeldingskracht en, minstens zo belangrijk, zij beheerst haar materie. Zo laat zij Eros op een gegeven moment Elyssa waarschuwen dat ze Aeneas niet zo met geschenken moet overladen: ”Vergeet niet dat dankbaarheid in het menselijk hart een duel aangaat met trots, en de hand die cadeaus geeft kan op een dag ook weer omklemmen”. En verderop noteert ze opnieuw een overpeinzing van Eros: “Maar we weten onderhand dat de waarheid ervan houdt zich te verschuilen en dat de geliefden, die elkaar willen behagen, zwerven van schuilplek naar schuilplek”. En dan herinnert Elyssa zich een spreekwoord van haar voedster: “Grijp je kans zolang het kan, want je schip vaart in water dat stroomt”.
De geschiedenis nadert haar apotheose, nog één keer komt Vergilius aan het woord, de laatste en enige keer dat hij in de ik-vorm spreekt: “Alleen het dichtwerk overleeft om te verhalen over de smart der verslagenen, over het lot dat hen treft die worden vermorzeld door de onstuitbare opeenvolging van gebeurtenissen die geschiedenis heet.”
Carthago wordt belaagd door nomadische horden, Elyssa vaart reeds buiten de tijd, de zeilen van Aeneas’ schepen bollen. Vergilius weet eindelijk hoe hij zijn verhaal gestalte zal geven. Aeneas werd de vader van Rome, het Romeinse rijk was aanstaande, Eros vertelt ons hoe alle draden uit dit verhaal van liefde en oorlog zich verder ontsponnen. En Irene Vallejo schreef daar een prachtig en ontroerend boek over. En Adri Boon maakte een fraaie vertaling.
Enno Nuy
Oktober 2024
Vertaald door Adri Boon
Aeneas is in Troje verslagen door de Grieken en vaart de zee op om in Italië een nieuwe stad te stichten, Rome. Maar hij geraakt in zwaar weer en lijdt schipbreuk op de Noord Afrikaanse kust bij Carthago, waar de weduwe Elyssa de scepter zwaait. Hier begint de roman van Irene Vallejo die we kennen van haar schitterende studie Papyrus.
Al op de eerste pagina’s lees ik het proza dat ik onmiddellijk herken van haar laatste boek. Hier is een schrijfster aan het woord die haar taal beheerst en een wondermooie stijl hanteert! Zo mooi, dat ik het boek na elk hoofdstuk even terzijde leg, hoe gretig ik ook verder zou willen lezen, hoe loopt deze geschiedenis af?
Elyssa is de Fenicische naam, wij kennen haar vooral met haar Latijnse naam, Dido. Naast haar komen ook aan het woord haar halfzus Anna, Aeneas, de liefdesgod Eros en de ongelukkige Vergilius die zijn keizer moet behagen die niet veel opheeft met de werkelijkheid maar graag geschreven ziet wat hem het beste bevalt.
Behalve Vergilius heeft ook Homerus uitgebreid over Aeneas geschreven, in de Ilias. Vallejo voegt daar nu haar versie van de gebeurtenissen aan toe. Ik ben niet bij machte de drie versies met elkaar te vergelijken maar ik durf wel te beweren dat Vallejo veel dieper in de psyche van de hoofdrolspelers probeert te kijken. Heel fraai zijn haar beschrijvingen van Eros, van hoe goden naar zichzelf kijken en hoe ze inwerken op gewone stervelingen. Maar ook Elyssa en Aeneas krijgen alle ruimte bij Vallejo om hun angsten en twijfels te laten zien.
Deze aanpak stelt haar tevens in de gelegenheid bij ieder perspectief, ieder hoofdstuk draagt slechts een naam als titel, in de ik-vorm te schrijven. Dichter kun je niet bij een karakter komen. Alleen de hoofdstukken over Vergilius staan in de derde persoon enkelvoud, hij is ook geen figurant in het verhaal over Aeneas en Elyssa.
Aeneas heeft genoeg van oorlog, haat en wraak en zegt: “Onze wereld, met alle misdaden, onrecht en rampen, is een wrede plek. Ik wens die bloedige erfenis niet aan onze kleinkinderen over te dragen “. Wij weten dat hij er niet in slaagde zijn edele voornemens te realiseren. Dat is de goden niet gelukt en ook een halfgod viste achter het net. Heeft de mens dan eigenlijk wel een kans? U mag het zeggen.
Je hoort mensen soms zeggen dat ze zo genoten van de prachtige verhalen in het Grieks of Latijns. Die vreugde heb ik nooit begrepen of gekend omdat ik eerst en vooral de voetangels en klemmen bij het vertalen moest zien te overwinnen of ontwijken. Zie er maar eens goed Nederlands van te maken. Bovendien waren de te vertalen passages te klein om een heel verhaal te bevatten. Juist hierom kan ik zo genieten van een boek als dit Elyssa van Irene Vallejo. Zij heeft het vertaalwerk voor haar rekening genomen en met haar gevoel voor taal en stijl heeft ze zich buitengewoon goed van haar taak gekweten. Maar ze is een serieuze stap verder gegaan door zich te verdiepen in de psyche van haar hoofdrolspelers. Niet alles werd ooit zo opgeschreven maar Vallejo is er wonderwel in geslaagd haar personages volstrekt geloofwaardige karakters mee te geven. Dit boek is daarmee een prachtige liefdesroman geworden in een uitzonderlijke historische setting. En ook hier moeten we ons afvragen of we vooruitgang hebben geboekt. We spelen immers dezelfde spelletjes als zoveel duizend jaar geleden, alleen de middelen zijn veranderd. Is dat een verontrustende of een geruststellende gedachte? U mag het zeggen.
Maar ik zie nu al uit naar het volgende boek van deze Spaanse schrijfster. Ze heeft een unieke eigen stem en een enorme verbeeldingskracht en, minstens zo belangrijk, zij beheerst haar materie. Zo laat zij Eros op een gegeven moment Elyssa waarschuwen dat ze Aeneas niet zo met geschenken moet overladen: ”Vergeet niet dat dankbaarheid in het menselijk hart een duel aangaat met trots, en de hand die cadeaus geeft kan op een dag ook weer omklemmen”. En verderop noteert ze opnieuw een overpeinzing van Eros: “Maar we weten onderhand dat de waarheid ervan houdt zich te verschuilen en dat de geliefden, die elkaar willen behagen, zwerven van schuilplek naar schuilplek”. En dan herinnert Elyssa zich een spreekwoord van haar voedster: “Grijp je kans zolang het kan, want je schip vaart in water dat stroomt”.
De geschiedenis nadert haar apotheose, nog één keer komt Vergilius aan het woord, de laatste en enige keer dat hij in de ik-vorm spreekt: “Alleen het dichtwerk overleeft om te verhalen over de smart der verslagenen, over het lot dat hen treft die worden vermorzeld door de onstuitbare opeenvolging van gebeurtenissen die geschiedenis heet.”
Carthago wordt belaagd door nomadische horden, Elyssa vaart reeds buiten de tijd, de zeilen van Aeneas’ schepen bollen. Vergilius weet eindelijk hoe hij zijn verhaal gestalte zal geven. Aeneas werd de vader van Rome, het Romeinse rijk was aanstaande, Eros vertelt ons hoe alle draden uit dit verhaal van liefde en oorlog zich verder ontsponnen. En Irene Vallejo schreef daar een prachtig en ontroerend boek over. En Adri Boon maakte een fraaie vertaling.
Enno Nuy
Oktober 2024
4
Reageer op deze recensie