Meer dan 6,2 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Bomans komt tot leven in een prachtige biografie

ennonuy 12 februari 2025
Godfried Bomans 1913-1971
Querido, 725 pagina’s plus notenapparaat


Een dikke pil, deze zojuist verschenen biografie van Godfried Bomans (1913-1971). Geschreven door een leraar Nederlands, als dat maar goed gaat, denk ik wanneer ik het boek voor het eerst opensla. Maar ik kan deze biografie niet ongelezen laten, Bomans was een held uit mijn jeugd en mijn eerste confrontatie met de letteren. Ik ging zelf stukjes en verhaaltjes schrijven en deed mijn uiterste best dat in de stijl van Bomans te doen. Werkelijk alles heb ik van hem verslonden en we luisterden naar zijn uitzendingen op de radio en zagen hem op de televisie. Het been van Marlene Dietrich is onsterfelijk geworden dankzij Bomans. Grote literatuur zou hij nooit geschreven hebben en later was ik het ook niet altijd met hem eens. Zo schreef hij in een stuk over Karl May letterlijk: “Het ruikt hier naar gas”. Maar dat vind ik nog steeds een onterechte aantijging. Enfin, wie was deze man? Vol verwachting begin ik aan deze forse beschrijving van ‘s mans leven. Jammer dat het boek geen leeslint mee heeft gekregen.

De biograaf heeft gekozen voor een chronologische indeling en dat vind ik prettig. En, niet onbelangrijk, de schrijver kan schrijven, hanteert een vlotte pen en een goede stijl wat het lezen bepaald een aangename bezigheid maakt. Wel jammer is dat niet alle foto’s een datering hebben gekregen.

Vaartjes vertelt in rustige bewoordingen over het leven van de opgroeiende Bomans die op een zeker moment in de verleiding komt in een kloosterorde in te treden. Als hij op reis gaat om zijn voornemen te realiseren schrijft hij een lange brief aan zijn vader. Eigenlijk ook een intieme brief die in schril contrast staat tot de relatie die Bomans met zijn vader zei te hebben. In een interview met Ischa Meijer zei hij: “Daar ligt de ploert, de dictator op bed, chocola te vreten”.

Op de valreep komt Bomans terug op zijn besluit in een kloosterorde in te treden en kort daarop publiceert hij zijn Pieter Bas. We schrijven 1937 en het mag opvallend genoemd worden dat de ontwikkelingen in het grote buurland op geen enkele wijze lijken door te dringen in het leven van onze hoofdpersoon. Tja, die vaak door Bomans beschreven aversie tegen zijn vader is toch maar moeilijk te rijmen met het feit dat vader en zoon samen spookje speelden om vrouwelijke gasten de stuipen op het lijf te jagen en ook mochten ze samen graag een potje schaak spelen.

De biograaf erkent dat Bomans nergens blijk gaf van enige bezorgdheid over de ontwikkelingen in Duitsland en voegt daar, eigenlijk onbegrijpelijk, aan toe dat zulks “niet bewijst dat hij er niet mee bezig was”. Maar ook de inval van de Duitsers in Polen in 1939 lijkt nauwelijks enige indruk te maken.
Het lijkt erop dat de jonge Godfried doelbewust de ogen sloot voor wat er in Duitsland gaande was en welke dreiging voor Europa daarvan toch echt uitging. Hij las Duitse schrijvers maar wel tweede garnituur. In zijn brieven maakt hij nergens melding van de Duitse inval in Nederland! Sterker nog, hij protesteerde niet toen uitgever Spectrum de tekeningen bij zijn boek Erik of het klein insectenboek liet maken door een tekenaar die ook werkte voor fascistische en antisemitische tijdschriften.
Enfin, Bomans keek liever achterom dan om zich heen, hij prefereerde de wereld van Charles Dickens en Hildebrand. Dat de joden op heel het continent werden bedreigd of erger? Bomans reageerde niet.

Wel hield hij lezingen, soms wel twee op een dag, voor ‘dames uit den meer gegoeden stand’. Ja hoor, midden in de oorlog ging het leven voor sommigen kennelijk ongestoord door. Het werd pas lastig voor Bomans toen hij weigerde zich in te schrijven bij de door de Duitsers verplicht gestelde Kultuur Kamer.
We zijn inmiddels in de zomer van 1942 aangeland. Bomans, schrijft Vaartjes, maakte van het leven één lange vrijgezellenavond. Het was oorlog! En hij wist dat joden werden weggevoerd. En ondanks zijn verloving met Pietsie waagde hij het om ene Alijd, zestien jaar nog maar, tegen haar zin te kussen, in de kerk nota bene!

Dan ontstaat er een reeks aan bizarre escapades rond het voorgenomen huwelijk tussen Bomans en Pietsie (1921-2022), tamelijk larmoyant wat mij betreft, zeker wat Bomans zelf betreft. En feminisme was ook al niet aan hem besteed, hij bezag vrouwen voornamelijk door een wel erg archaïsche bril.
We zijn inmiddels in 1944 beland en Bomans begint voor het eerst aandacht aan de actualiteit te schenken. Ook het lot van de joden begint tot hem door te dringen. Na de oorlog zou Bomans vaker verklaren dat heel Nederland wist van het lot van de joden. Des te merkwaardiger dat hij er tijdens de oorlog nog geen letter aan besteedde. En op dezelfde wijze zou hij geen enkele aandacht schenken aan de politionele acties van het Nederlands leger in Indië.

Met de huwelijkse moraal nam Bomans het niet al te nauw, hij bedroog zijn echtgenote al snel nadat ze eindelijk voor de kerk waren getrouwd. Hij zag er ook geen been in om soms wel drie liaisons tegelijkertijd te consumeren. Voor zijn echtgenote was Bomans niet bepaald vriendelijk, laat staan lief. Of zijn beide maîtresses op de hoogte waren van elkaars rol in het leven van Bomans weet de biograaf helaas niet te melden. Ook weten we niet hoe Bomans en zijn maîtresses ongewenste zwangerschappen vermeden. Condooms waren in die jaren niet zo maar verkrijgbaar dus het ligt voor de hand dat de dames hun cyclus nauwgezet bijhielden. Ik vermoed dat Bomans dit niet direct tot zijn taken vond behoren. Of wist hij toen al dat hij geen kinderen kon verwekken? We weten het niet. In 1957 deed een derde maîtresse haar intrede. Toemaar!

Bomans werkte vooral voor de Volkskrant en Elsevier. Met name bij de Volkskrant werd hij geregeld geconfronteerd met redactionele ingrepen zonder dat hij daar zelf in gekend werd. En de aanleiding was, ook in die tijd, telkens te zot voor woorden maar de krant , c.q. de hoofdredacteur meende toch vaak te moeten buigen voor prelaat of minister. Bomans was katholiek maar serviel was hij geenszins en hij wenste met zijn principes niet te marchanderen. Bedenk wel, we hebben het over de tijd waarin de Nederlandse bisschoppen de katholieken verboden lid te zijn van socialistische organisaties!

Je kunt hele studies wijden aan de vraag of humor en literatuur samen kunnen gaan. Doorgaans wordt ‘light verse’ niet tot de literatuur gerekend maar mij lijkt dat onterecht. Ook in humor kan men maatschappijkritiek lezen of verweven. Vaartjes merkt terecht op dat Bomans geen barricadeproza schreef. Maar Carmiggelt, Schmidt en Bomans mag men wat mij betreft wel degelijk tot de literatuur rekenen. Anderzijds was Bomans zich maar al te bewust van de impact van zijn geestigheid en esprit, waardoor zijn serieuze kant nogal eens verdrongen werd.

Bomans over abstracte kunst, experimentele dichters: “Natuurlijk was er een brede marge waarin een dichter mag vertrouwen op het begrip en de concentratie van de lezer. Maar wie die marge zo ruim neemt, dat hij een andere dichter tot detective-arbeid verplicht, schrijft geen vers, maar geeft een raadsel op”.

Nooit geweten dat Bomans en Mulisch een hechte vriendschap onderhielden. Samen met Heyboer vormden ze een driemanschap. De vriendschap zou in 1958 op niet erg fraaie wijze tenminste tijdelijk eindigen. Mulisch meende op te moeten merken dat Bomans impotent was. Daar was de laatste niet blij mee. In 1960 beviel Pietsie van een dochter, bij haar met goedvinden van Bomans die kennelijk inderdaad zijn echtgenote niet kon bezwangeren, verwekt door de beeldhouwer Mari Andriessen, vriend van het echtpaar. We krijgen helaas nergens te weten wat Bomans daar nou van vond. Was de dochter ook zijn dochter? En wat vind de echtgenote van Mari Andriessen er eigenlijk van? De biograaf weet het niet.

Bomans zal niet herinnerd worden als een literator maar hij was wel degelijk een taalvirtuoos die in buitengewoon fraaie taal zijn gedachten en vooral twijfels kon verwoorden. Hij was ongekend ad rem en kon razend snel denken en formuleren. Als je alle kolder verwijdert, blijft subtiel werk over waar de fijnproever van genieten kan. Bomans was wel degelijk een bijzondere schrijver.
En in de laatste zin van deze voortreffelijke biografie laat Volkskrants hoofdredacteur Van der Pluym zien hoe klein een mens kan zijn.

Vaartjes is er in geslaagd Bomans tot leven te laten komen in deze biografie. Ik heb er enorm van genoten, het was ook een reis naar mijn eigen herinneringen uit die jaren. Niet alle details konden aan de vergetelheid worden ontrukt maar ach, doen ze er werkelijk toe? Ieder mens heeft het recht op zijn geheimen. Zoals gezegd was ik altoos een groot bewonderaar van Godfried Bomans en deze biografie leert me maar weer eens dat mijn bewondering terecht was.

Enno Nuy
Februari 2025

Reageer op deze recensie

Meer recensies van ennonuy

Gesponsord

Het persoonlijke oorlogsverhaal van Edith Eger uit de internationale bestseller De keuze.