Licht verteerbaar en vlot lezend
Andrea Camilleri werd in 1925 geboren in het Siciliaanse havenstadje Porto Empedocle. Al tijdens zijn studies schreef hij poëzie en kortverhalen, maar zijn eerste publicatie zag pas in 1978 het levenslicht. Die eerste stappen in de wereld van het boek waren geen groot succes, want na een tweede publicatie werd het meer dan tien jaar stil rond de auteur. Pas in 1992 blies de ondertussen naar Rome uitgeweken man zijn schrijverschap nieuw leven in met Het jachtseizoen dat wel opgemerkt en gesmaakt werd. In 1994 introduceerde hij in De vorm van Water zijn vaste personage Salvo Montalbano, inspecteur bij de politie in Vigàta, een fictief plaatsje op Sicilië, dat zo erg lijkt op Camilleris geboorteplaats, dat de Siciliaanse stad in 2003 haar naam officieel wijzigde in Porto Empedocle Vigàta. De reeks bestaat, naast een groot aantal kortverhalen en enkele novelles, uit zeventien boeken en wordt ondanks de hoge leeftijd van de immens populaire auteur nog jaarlijks uitgebreid.
De bloedakker vloeide al in 2008 uit zijn pen, maar is pas nu in Nederlandse editie verschenen. Hierin wordt na een hevige regenbui op een kleiveld buiten de stad een zak aangetroffen met daarin het in dertig stukken gezaagde lichaam van een onbekende man. Salvo Montalbano heeft niet alleen de handen vol met het onderzoek naar deze moord, die op het eerste zicht gepleegd werd door maffiosi, maar moet daarnaast ook nog eens rekening houden met collega's die net dit moment uitgekozen hebben om hun ontevredenheid kenbaar te maken.
Andrea Camilleri houdt er een bijzonder luchtige vertelstijl op na wat resulteert in een verhaal dat enorm snel wegleest. De bloedakker wordt hierdoor een ideaal tussendoortje. Maar de auteur moet wel waken over de conversaties in het boek, want deze zijn soms op het randje van het debiele af. Voor de lezer - zoals ondergetekende - voor wie De bloedakker een eerste kennismaking betekent met Italië's populairste commissaris, bevat het boek veel te weinig achtergrondinformatie over de vaste personages, waardoor er een aantal vragen onbeantwoord blijven. De belangrijkste is wellicht waarom Agatino Catarella zich aan de lopende band bedient van de vreselijkste zinsconstructies en absurde woordkeuzes. De lichtvoetigheid van vertellen en de humor in het verhaal staan dan weer in schril contrast met de nurkse tobbende hoofdfiguur wiens stemmingswisselingen enkel te neutraliseren zijn met koffie en lekker eten. Andrea Camilleri brengt met Salvo Montalbano de Italiaanse tegenhanger tot leven van Pieter Aspe's commissaris Van In of Baantjers De Cock: volkse figuren die weten te genieten van het leven en die tegelijk ouderwetse maar zeer capabele speurders zijn. Kortom personages in wiens gezelschap het ondanks hun grillen aangenaam toeven is. Wel is er sprake van enige verwaandheid van de kant van de auteur, want hij laat zijn personages meermaals boeken ter hand nemen uit zijn eigen bibliografie, wat vreemd overkomt.
Qua plot is het verhaal best goed opgezet en geloofwaardig uitgewerkt, maar sommige van de onderzoeksstappen van de commissaris kunnen enige kunstmatige geconstrueerdheid niet verbergen. Maar het blijft te allen tijde genietbaar. De bloedakker is een typisch boek om mee te nemen op vakantie: licht verteerbaar, vlot lezend en amusant.
Reageer op deze recensie