Hebban recensie
Aangenaam tussendoortje
Baantjer voorstellen is echt niet meer nodig, denk ik. De inmiddels 85 jaar oude, van Urk afkomstige in Amsterdam verblijvende, auteur pende ondertussen al meer boeken bij elkaar dan hij jaren telt. Jaren geleden overschreed hij de kaap van vijf miljoen verkochte exemplaren van zijn werken. Geen enkele schrijver in het Nederlandse taalgebied deed hem dat ooit voor en na. Kortom Baantjer is voor Nederland wat Pieter Aspe is voor Vlaanderen: een man die erin slaagt mensen aan het lezen te zetten en te houden.
En dan is er De Cock. Dat is ook al zon fenomeen. Moord in de hondsdagen is al het negenenzestigste deel uit de reeks van deze volkse rechercheur die zijn werkterrein in de volkse buurten van Amsterdam heeft liggen. Door het bewerken van een aantal van de boeken tot televisieserie, zijn De Cock en zijn assistent Vledder gaan behoren tot het gemeengoed van onze cultuur.
Tijdens de warmste periode van het jaar, die in devolksmond ook wel de hondsdagen genoemd worden, worden De Cock en Vledder gebeld over de vondst van een lijk. Het blijk te gaan om de enkele uren voordien als vermist opgegeven dienenactivist Petrus van Wijn gaarden. In de koffer van zijn wagen vinden de speurders de lijkjes van zes puppies.
Aan De Cock en zijn team om deze misdaad proberen op te lossen, die volledig draait rond het woord hond in al zijn betekenissen.
De sleutel van het blijvende succes van de reeks zit in de herkenbaarheid. Niet alleen van de personages, maar ook van de structuur van de verhalen en natuurlijk de telkens weerkerende gimmicks: ook deze keer stelt de rechercheur zich tot in den treure voor als De Cock met ceeooceekaa. En ook deze keer eindigt een audiëntie bij de commissaris weer met de gefrustreerde kreet Eruit!. En het traditionele afsluitende hoofdstuk waar de zaak wordt nabesproken bij de rechercheru thuis, ondertussen genietend van een drankje ontbreekt ook deze keer niet.
Ook de schrijfstijl en het taalgebruik maken deel uit van het succesvolle concept: een aangenaam weglezend eenvoudig taalgebruik, waarbij eventuele moeilijke begrippen zonder uitzondering verklaard worden maar waarbij tegelijkertijd ellenlange beschrijvingen en uitwijdingen angstvallig uit de weg worden gegaan. Wel zal het de Vlaamse lezers opvallen dat er regelmatig hem onbekende typische Noord-Nederlandse woorden gebruikt worden in de dialogen die meestal extreem kort gehouden worden.
Ook de plot en de opbouw van het verhaal is best vakwerk. Hoewel een dierenrechtenorganisatie die de kassa spekt door puppies te verkopen aan laboratoria net iets te ongeloofwaardig is, is de rest van het verhaal mooi in elkaar gestoken. Toch heeft Baantjer een klein steekje laten vallen door de aandachtige lezer in gelegenheid te stellen om de dader al net over halfweg het toch al niet dikke boekje, eenduidig te identificeren.
De Cock en moord in de hondsdagen is een typische Baantjer. Het is dan ook een tussendoortje dat menig lezer zal kunnen appreciëren.
En dan is er De Cock. Dat is ook al zon fenomeen. Moord in de hondsdagen is al het negenenzestigste deel uit de reeks van deze volkse rechercheur die zijn werkterrein in de volkse buurten van Amsterdam heeft liggen. Door het bewerken van een aantal van de boeken tot televisieserie, zijn De Cock en zijn assistent Vledder gaan behoren tot het gemeengoed van onze cultuur.
Tijdens de warmste periode van het jaar, die in devolksmond ook wel de hondsdagen genoemd worden, worden De Cock en Vledder gebeld over de vondst van een lijk. Het blijk te gaan om de enkele uren voordien als vermist opgegeven dienenactivist Petrus van Wijn gaarden. In de koffer van zijn wagen vinden de speurders de lijkjes van zes puppies.
Aan De Cock en zijn team om deze misdaad proberen op te lossen, die volledig draait rond het woord hond in al zijn betekenissen.
De sleutel van het blijvende succes van de reeks zit in de herkenbaarheid. Niet alleen van de personages, maar ook van de structuur van de verhalen en natuurlijk de telkens weerkerende gimmicks: ook deze keer stelt de rechercheur zich tot in den treure voor als De Cock met ceeooceekaa. En ook deze keer eindigt een audiëntie bij de commissaris weer met de gefrustreerde kreet Eruit!. En het traditionele afsluitende hoofdstuk waar de zaak wordt nabesproken bij de rechercheru thuis, ondertussen genietend van een drankje ontbreekt ook deze keer niet.
Ook de schrijfstijl en het taalgebruik maken deel uit van het succesvolle concept: een aangenaam weglezend eenvoudig taalgebruik, waarbij eventuele moeilijke begrippen zonder uitzondering verklaard worden maar waarbij tegelijkertijd ellenlange beschrijvingen en uitwijdingen angstvallig uit de weg worden gegaan. Wel zal het de Vlaamse lezers opvallen dat er regelmatig hem onbekende typische Noord-Nederlandse woorden gebruikt worden in de dialogen die meestal extreem kort gehouden worden.
Ook de plot en de opbouw van het verhaal is best vakwerk. Hoewel een dierenrechtenorganisatie die de kassa spekt door puppies te verkopen aan laboratoria net iets te ongeloofwaardig is, is de rest van het verhaal mooi in elkaar gestoken. Toch heeft Baantjer een klein steekje laten vallen door de aandachtige lezer in gelegenheid te stellen om de dader al net over halfweg het toch al niet dikke boekje, eenduidig te identificeren.
De Cock en moord in de hondsdagen is een typische Baantjer. Het is dan ook een tussendoortje dat menig lezer zal kunnen appreciëren.
1
Reageer op deze recensie