Een instapthriller
De Nederlandse auteur Yvonne Franssen werd vierenveertig jaar geleden geboren in Limburg. Met haar man runt ze een advocatenkantoor en daarnaast schrijft ze. Twee jaar geleden debuteerde ze met de literaire thriller Talio en recentelijk verscheen haar tweede boek, dat de wel overdachte titel De genius meekreeg. Een titel die achteraf beschouwd al op drie verschillende niveaus verwijst naar de inhoud van het werk. Was iedereen maar zo creatief.
Gebruik makend van een meervoudige eerste persoon enkelvoud, waarbij per hoofdstuk door de ogen van een ander personage wordt gekeken, wordt de lezer door middel van lange flashbacks deelgenoot gemaakt aan het leven van Natasha, een jonge vrouw die zich als kind meestal aan de rand van de groep bevond en wiens leven parallellen vertoont met het weer: na wat zon volgt er gegarandeerd onweer. Al vroeg verloor ze haar moeder. Haar partner werd vermoord op de dag dat ze bij elkaar zouden intrekken en nu staat ze aan het sterfbed van haar vader, die haar met zijn spreekwoordelijke laatste adem van haar stuk brengt met een bekentenis die inslaat als een donderslag bij heldere hemel. Ze vindt troost in de armen van de huisarts van de familie, maar ook dat geluk wordt snel verstoord als duidelijk wordt dat die man ook een geheim met zich meedraagt. Dan wordt ze bijna tegen beter weten in smoorverliefd op Roel. Kan hij de zon laten schijnen en de grijze wolken in haar leven op afstand houden? Of slaat het noodlot andermaal toe?
De lezer plezieren met een aangenaam weglezende tekst die zonder veel haperingen of moeilijker verteerbare passages kan opgenomen worden, lijkt de laatste tijd het streven van menig auteur en uitgeverij. Hierin is Yvonne Franssen alvast met brio geslaagd. Dat dit meestal inhoudelijke consequenties heeft, heb ik ook al menigmaal betoogd. Zo doet al dat gepapa en gemama al snel kinderachtig aan, wetende dat we in het hoofd kijken van een volwassen vrouw. Op een van de bladzijden telde ik wel tien keer de woorden papa of mama, en dan laat ik moeder en vader nog buiten beschouwing, want dan klokte de teller af op nog eens vijftig percent meer. De etiketten chicklit en zelfs, als we de seks buiten beschouwing laten, young adult duiken spontaan in het hoofd op. Gelukkig evolueert De genius nadien naar een instapthriller.
Want de gevorderde thrillerlezer kan al snel de belangrijkste scharnierpunten van De genius voorspellen. Zo verneemt het hoofdpersonage op bladzijde 13 al de ontknoping van een verhaallijn, terwijl de lezer, warm gehouden door een aantal zinspelingen in dit verband, moet wachten tot pagina 200 om zijn vermoedens bevestigd te zien, waardoor het grootste deel van het boek gedegradeerd wordt tot een langgerekte inleiding. Anderzijds gebeurt de onthulling van een andere verhaallijn te vroeg en vooral te terloops, waardoor het mogelijke schokeffect totaal niet van de grond komt.
Tot slot wil ik nog opmerken dat Yvonne Franssen blijkbaar een voorliefde heeft voor voornamen die beginnen me de letters M en J, want zowat de helft van de personages kreeg er een opgeplakt met deze beginletters. Of hier een conclusie uit kan getrokken worden laat ik in het midden...
Met De genius leverde Yvonne Fransen een eerder dramatisch dan spannend boek af dat zich richt tot nieuwelingen in het genre van het vrouwelijk geslacht, maar dat de genialiteit van de titelkeuze helaas niet benadert.
Reageer op deze recensie