Hebban recensie
Perfecte vakantielectuur
Douglas Preston werd in 1956 geboren in de schaduw van Boston en bracht met zijn twee broers zijn jeugd door in het iets landelijker gelegen dorpje Wellesley. Zijn studies brachten hem naar Californië, waar hij na wiskunde, biologie, natuurkunde, antropologie, chemie en astronomie gevolgd te hebben het roer omgooide en afstudeerde in Engelse literatuur. Zijn eerste job vond op de afdeling Publicaties van het New Yorkse American Museum of Natural History. Acht jaar later besliste hij om voltijds te gaan schrijven en verhuisde hij naar Santa Fe, New Mexico, waar hij nog altijd woont met zijn vrouw en kinderen.
Tijdens de voorbereidingen van een boek over de geschiedenis van het museum kwam hij in contact met een redacteur die luisterde naar de naam Lincoln Child en die het museum een ideale locatie vond voor een spannend boek. Toch duurde het nog bijna tien jaar, een periode waarin Douglas Preston non-fictie bleef schrijven, voordat de twee hun idee uitwerkten tot de in 1995 verschenen thriller Relic (De vloek van het oerwoud). Het was het begin van een succesvolle samenwerking die tot op de dag van vandaag verder gaat. Daarnaast publiceert Douglas Preston sinds 2004 ook spannende boeken onder enkel zijn eigen naam. Krater is de vierde spannende ficieroman van zijn hand en heeft als protagonist Wyman Ford, een ex-CIA agent die ook al zijn opwachting maakte in Dinosaurus canyon en Goddeloos.
Hierin ziet de avontuurlijk aangelegde jonge dame Abbey Straw op een avond voor de kust van haar woonplaats in Maine een meteoriet op de aarde inslaan. Ze besluit samen met haar vriendin op zoek te gaan naar de wereldvreemde steen in de hoop dat de verkoop ervan haar een beetje extra zakgeld zal opleveren.
Aan de ander kant van de wereld gaat Wyman Ford in opdracht van de Amerikaanse regering op zoek naar de bron van de radioactieve halfedelstenen die her en der in het land opduiken. In het niemandsland van de Noord-Cambodjaanse jungle, vindt Ford de mijn, die een uittredekrater blijkt te zijn: de meteoriet heeft zich een weg dwars door de aarde gebaand. Hoe is dit mogelijk? Waar komt die steen in godsnaam vandaan? En is het een toevalstreffer of moet de wereld zich voorbereiden op een regen van deze objecten? Dat zijn de vragen die iedereen zo snel mogelijk beantwoord wil zien in Krater.
Men hoeft Douglas Preston de knepen van het schrijven van spannende boeken niet meer te leren. Zijn jarenlange ervaring in het vak druipt er van alle kanten af. In korte hoofdstukken, met niet te moeilijk taalgebruik, garandeert hij een aangenaam stukje leesplezier. De afwisseling van genoeg actiescènes met het absolute minimum aan achtergrondinformatie dat nodig is om het verhaal op gang te houden, houdt zijn publiek met gemak bij de les. Een inventief en verrassend slot zorgt er voor dat het boek voldaan dichtgeslagen wordt.
Sommige van bovenstaande kenmerken kunnen natuurlijk ook tegen het boek gebruikt worden. Zo voelt het snelle afwisselen tussen de verschillende draadjes in het eerste kwart van het boek soms aan alsof men een episode uit een televisieserie zit te lezen: het gaat allemaal snel, maar naar diepgang of levensecht beschreven personages en locaties kan vruchteloos gezocht worden. En het te lang in leven houden aan de belangrijkste verhaallijn uit het middenstuk, waarin de hoofdpersonages een huurmoordenaar achter zich aan krijgen, zorgt toch even voor een deuk in de spanningsboog.
Ook is het jammer dat de zeer ervaren vertaalster een aantal steken heeft laten vallen. Een opfrisbeurt qua kennis over vuurwapens kan geen kwaad. De meest voorkomende fout is haar vertaling van het Engelse rounds, waarbij ze niet verder komt dan rondes, terwijl er meer ter zake doende alternatieven als salvos, kogelbuien, kogelregen, kogels, patronen voorhanden zijn.
Desondanks is Krater een goed boek geworden waarvoor je zeker een plaatsje moet vrijhouden in je bagage. Met deze perfecte vakantielectuur heeft Douglas Preston, door een groot deel van het verhaal op en rond het water te situeren, een verhaal afgeleverd dat een echte Clive Cussler geweest zou kunnen zijn, maar dan besprenkeld met enkele druppels science fiction. Leuk boek.
Tijdens de voorbereidingen van een boek over de geschiedenis van het museum kwam hij in contact met een redacteur die luisterde naar de naam Lincoln Child en die het museum een ideale locatie vond voor een spannend boek. Toch duurde het nog bijna tien jaar, een periode waarin Douglas Preston non-fictie bleef schrijven, voordat de twee hun idee uitwerkten tot de in 1995 verschenen thriller Relic (De vloek van het oerwoud). Het was het begin van een succesvolle samenwerking die tot op de dag van vandaag verder gaat. Daarnaast publiceert Douglas Preston sinds 2004 ook spannende boeken onder enkel zijn eigen naam. Krater is de vierde spannende ficieroman van zijn hand en heeft als protagonist Wyman Ford, een ex-CIA agent die ook al zijn opwachting maakte in Dinosaurus canyon en Goddeloos.
Hierin ziet de avontuurlijk aangelegde jonge dame Abbey Straw op een avond voor de kust van haar woonplaats in Maine een meteoriet op de aarde inslaan. Ze besluit samen met haar vriendin op zoek te gaan naar de wereldvreemde steen in de hoop dat de verkoop ervan haar een beetje extra zakgeld zal opleveren.
Aan de ander kant van de wereld gaat Wyman Ford in opdracht van de Amerikaanse regering op zoek naar de bron van de radioactieve halfedelstenen die her en der in het land opduiken. In het niemandsland van de Noord-Cambodjaanse jungle, vindt Ford de mijn, die een uittredekrater blijkt te zijn: de meteoriet heeft zich een weg dwars door de aarde gebaand. Hoe is dit mogelijk? Waar komt die steen in godsnaam vandaan? En is het een toevalstreffer of moet de wereld zich voorbereiden op een regen van deze objecten? Dat zijn de vragen die iedereen zo snel mogelijk beantwoord wil zien in Krater.
Men hoeft Douglas Preston de knepen van het schrijven van spannende boeken niet meer te leren. Zijn jarenlange ervaring in het vak druipt er van alle kanten af. In korte hoofdstukken, met niet te moeilijk taalgebruik, garandeert hij een aangenaam stukje leesplezier. De afwisseling van genoeg actiescènes met het absolute minimum aan achtergrondinformatie dat nodig is om het verhaal op gang te houden, houdt zijn publiek met gemak bij de les. Een inventief en verrassend slot zorgt er voor dat het boek voldaan dichtgeslagen wordt.
Sommige van bovenstaande kenmerken kunnen natuurlijk ook tegen het boek gebruikt worden. Zo voelt het snelle afwisselen tussen de verschillende draadjes in het eerste kwart van het boek soms aan alsof men een episode uit een televisieserie zit te lezen: het gaat allemaal snel, maar naar diepgang of levensecht beschreven personages en locaties kan vruchteloos gezocht worden. En het te lang in leven houden aan de belangrijkste verhaallijn uit het middenstuk, waarin de hoofdpersonages een huurmoordenaar achter zich aan krijgen, zorgt toch even voor een deuk in de spanningsboog.
Ook is het jammer dat de zeer ervaren vertaalster een aantal steken heeft laten vallen. Een opfrisbeurt qua kennis over vuurwapens kan geen kwaad. De meest voorkomende fout is haar vertaling van het Engelse rounds, waarbij ze niet verder komt dan rondes, terwijl er meer ter zake doende alternatieven als salvos, kogelbuien, kogelregen, kogels, patronen voorhanden zijn.
Desondanks is Krater een goed boek geworden waarvoor je zeker een plaatsje moet vrijhouden in je bagage. Met deze perfecte vakantielectuur heeft Douglas Preston, door een groot deel van het verhaal op en rond het water te situeren, een verhaal afgeleverd dat een echte Clive Cussler geweest zou kunnen zijn, maar dan besprenkeld met enkele druppels science fiction. Leuk boek.
1
Reageer op deze recensie