Hebban recensie
Boeiende legal thriller
De van New York afkomstige David Hosp is momenteel werkzaam bij een van de oudste advocatenkantoren in Boston, waar hij buiten de normale gehonoreerde zaken ook veel tijd besteedt aan pro-deo werk voor het New England Innocence Project, een stichting die zich inzet om onschuldig veroordeelden weer vrij te krijgen, en hun naam te zuiveren van alle blaam.
Sinds 2005 komt daar ook nog het schrijven van legal thrillers bij. Onschuld is zijn derde boek, maar alleen de twee werken met Scott Finn in de hoofdrol (zijn debuut Donkere Haven en Onschuld) werden in het Nederlands vertaald.
In Onschuld heeft de briljante advocaat Scott Finn een zelfstandige praktijk opgezet, daarbij geholpen door privé-detective Tom Kozlowski en stagiaire Lissa Krantz. Op een dag laat hij zich door Mark Dobson, een jonge advocaat bij Scotts vroegere werkgever, overtuigen om Vincente Salazar te vertegenwoordigen. Salazar zit al vijftien jaar in de cel voor poging tot aanranding en moord op een politie-agente. Hoe dieper Scott Finn in de zaak graaft, hoe meer hij overtuigd raakt van de onschuld van Vincente Salazar. Maar tevens worden hij en zijn medewerkers steeds harder onder druk gezet om de zaak blauw blauw te laten.
Laten we maar met de deur in huis vallen: dit is een goed boek waar weinig of niets op aan te merken valt. De auteur heeft een degelijk plot in elkaar gepuzzeld, met een paar verrassende wendingen in de aanloop naar de apotheose, die resulteert in een geloofwaardig einde. Een einde dat overigens wel te voorspellen is, maar een probleem is het niet, want de weg ernaartoe is zeer onderhoudend en staat, mede door de aangename vertelstijl van de auteur, garant voor enkele uren leesplezier.
Ook slaagt David Hosp erin zijn hoofdpersonages zodanig te kleuren dat de lezer niet anders kan dan sympathie opbrengen voor deze, toch wel markante, figuren: de aalgladde advocaat, die zich uit elke situatue weet te praten contrasteert mooi met de privé-detective die een zwijgzame, stuurse, rots in de branding vormt. Wie eenmaal gewend is aan de conversaties eigenlijk is nonversaties een betere omschrijving tussen die twee mannen, merkt dat er een enorm gevoel van humor in hun gesprekken doorklinkt. En daar komt dan nog de vrouwelijke stagiaire bij, wier directe, onverbloemde taalgebruik zelfs Kuifjes vriend kapitein Haddock zou laten blozen.
Het boek, dat bij momenten doet denken aan de Penn Cage verhalen van Greg Iles, slaagt er echter niet in de lezer te pakken. Er zit geen ziel in. Een glimp van die ziel komt er pas in het nawoord, waarin de auteur bekend maakt dat het verhaal losjes gebaseerd is op de waargebeurde feiten waarbij David Hosp deel uitmaakte van een team van advocaten dat er in 2004 in slaagde te bewijzen dat de in 1997 veroordeelde Stephan Cowans de ten laste gelegde misdaad niet kon gepleegd hebben, en dus ten onrechte in de cel zat. Maar een verdere opsomming van nog een tiental van soortgelijke successen, laat die ziel weer verdwijnen. Het is moeilijk vast te stellen of Onschuld nu een aanklacht is tegen de goddelijke status die vingerafdrukken en DNA onderzoek in een rechtbank genieten, of juist een aanklacht is tegen voorgenoemde zaken.
Zoals eerder gesteld: Onschuld is een goede legal thriller en David Hosp bewijst dat hij alle capaciteiten heeft om zich bij zijn genregenoten Scott Turow, John Grisham en Greg Iles te kunnen scharen. Maar dan zal hij nog wat moeten groeien. Momenteel is hij nog net een maatje te klein. Ondertussen is het ongeduldig wachten geblazen op zijn volgende boek en hopen dat hij aan de gestelde verwachtingen kan beantwoorden.
Sinds 2005 komt daar ook nog het schrijven van legal thrillers bij. Onschuld is zijn derde boek, maar alleen de twee werken met Scott Finn in de hoofdrol (zijn debuut Donkere Haven en Onschuld) werden in het Nederlands vertaald.
In Onschuld heeft de briljante advocaat Scott Finn een zelfstandige praktijk opgezet, daarbij geholpen door privé-detective Tom Kozlowski en stagiaire Lissa Krantz. Op een dag laat hij zich door Mark Dobson, een jonge advocaat bij Scotts vroegere werkgever, overtuigen om Vincente Salazar te vertegenwoordigen. Salazar zit al vijftien jaar in de cel voor poging tot aanranding en moord op een politie-agente. Hoe dieper Scott Finn in de zaak graaft, hoe meer hij overtuigd raakt van de onschuld van Vincente Salazar. Maar tevens worden hij en zijn medewerkers steeds harder onder druk gezet om de zaak blauw blauw te laten.
Laten we maar met de deur in huis vallen: dit is een goed boek waar weinig of niets op aan te merken valt. De auteur heeft een degelijk plot in elkaar gepuzzeld, met een paar verrassende wendingen in de aanloop naar de apotheose, die resulteert in een geloofwaardig einde. Een einde dat overigens wel te voorspellen is, maar een probleem is het niet, want de weg ernaartoe is zeer onderhoudend en staat, mede door de aangename vertelstijl van de auteur, garant voor enkele uren leesplezier.
Ook slaagt David Hosp erin zijn hoofdpersonages zodanig te kleuren dat de lezer niet anders kan dan sympathie opbrengen voor deze, toch wel markante, figuren: de aalgladde advocaat, die zich uit elke situatue weet te praten contrasteert mooi met de privé-detective die een zwijgzame, stuurse, rots in de branding vormt. Wie eenmaal gewend is aan de conversaties eigenlijk is nonversaties een betere omschrijving tussen die twee mannen, merkt dat er een enorm gevoel van humor in hun gesprekken doorklinkt. En daar komt dan nog de vrouwelijke stagiaire bij, wier directe, onverbloemde taalgebruik zelfs Kuifjes vriend kapitein Haddock zou laten blozen.
Het boek, dat bij momenten doet denken aan de Penn Cage verhalen van Greg Iles, slaagt er echter niet in de lezer te pakken. Er zit geen ziel in. Een glimp van die ziel komt er pas in het nawoord, waarin de auteur bekend maakt dat het verhaal losjes gebaseerd is op de waargebeurde feiten waarbij David Hosp deel uitmaakte van een team van advocaten dat er in 2004 in slaagde te bewijzen dat de in 1997 veroordeelde Stephan Cowans de ten laste gelegde misdaad niet kon gepleegd hebben, en dus ten onrechte in de cel zat. Maar een verdere opsomming van nog een tiental van soortgelijke successen, laat die ziel weer verdwijnen. Het is moeilijk vast te stellen of Onschuld nu een aanklacht is tegen de goddelijke status die vingerafdrukken en DNA onderzoek in een rechtbank genieten, of juist een aanklacht is tegen voorgenoemde zaken.
Zoals eerder gesteld: Onschuld is een goede legal thriller en David Hosp bewijst dat hij alle capaciteiten heeft om zich bij zijn genregenoten Scott Turow, John Grisham en Greg Iles te kunnen scharen. Maar dan zal hij nog wat moeten groeien. Momenteel is hij nog net een maatje te klein. Ondertussen is het ongeduldig wachten geblazen op zijn volgende boek en hopen dat hij aan de gestelde verwachtingen kan beantwoorden.
1
Reageer op deze recensie