Hebban recensie
De oude Mo is terug
Hoewel de Britse Mo Hayder in eerste instantie op jonge leeftijd de school verliet om haar weg te zoeken in het echte leven, behaalde ze, na een aantal jobs in Groot-Brittannïe, USA en Japan en een mislukt huwelijk, toch nog diplomas voor creatief schrijven en filmografie.
In 2000 debuteerde ze met het gruwelijke, maar door de lezers zeer positief onthaalde, Vogelman. Dat was meteen ook de eerste kennismaking met Jack Caffery, de rechercheur die de zware last, die het verdwijnen van zijn broer Ewan voor hem is, met zich meesleurt. Na het tweede boek in de reeks, De behandeling, was de schrijfster uitgekeken op Jack en publiceerde ze twee op zichzelf staande boeken: het magistrale Tokio en het tegenvallende Duivelswerk, die bij pers, critici en publiek gemengde gevoelens opriepen. De hang naar succes dreef de schrijfster terug naar Caffery, die in Ritueel dan ook weer de hoofdrol toebedeeld kreeg.
Ritueel begint als politieduikster Phoebe Flea Marley een mensenhand uit het troebele water van de Bristolse haven opduikelt. Een andere hand wordt in dezelfde buurt gevonden en onderzoek wijst uit dat de ledematen geamputeerd werden bij een nog levende jongeman. Jack Caffery, die naar Bristol is overgeplaatst krijgt de zoektocht naar dader en slachtoffer toegewezen. Het onderzoek brengt hem tot diep in het drugsmileu alsook in de Afrikaanse gemeenschap van de stad.
Als een volleerd vertelster weet Mo Hayder van bij het begin van het boek, door een ietwat gruwelijke ontdekking te combineren met heel veel geheimzinnigheid, de aandacht van de lezer vast te pakken, om die op een paar kleine dipjes na, niet meer los te laten tot aan de ontknoping van het verhaal. Haar aangename schrijfstijl doet de rest.
De hoofdfiguren zijn allemaal figuren met een verleden waaraan de nodige zelfs op het randje van te veel aandacht aan wordt besteed. Zo heeft Flea nog altijd de dood van haar ouders niet verwerkt en de trouwe lezers weten al dat Jack zich wellicht nooit over de verdwijning van zijn broer zal kunnen zetten. Eigenlijk is het nogmaals oprakelen en uitmelken van Jacks zoektocht naar Ewan iets te veel van het goede, want dat onderwerp is al tot op het bot behandeld in de twee eerste delen van de reeks. Lezers voor wie Ritueel de kennismaking met deze reeks vormt, zullen dit gegeven niet als negatief beschouwen, maar eerder als een verrijking van het personage.
Het verhaal zelf, waarmee ze zich in thematisch opzicht in de voetsporen begeeft van Michael Gruber, is professioneel opgebouwd, geloofwaardig verteld en voorzien van meer dan voldoende bokkensprongen die de lezer trachten op het verkeerde spoor te brengen. Ook maakt ze dankbaar en misschien wel net iets te veel gebruik van het loskoppelen van bijnamen en echt namen van personen om verbanden in het verhaal en relaties tussen de personages te verdoezelen. Maar het werkt wel; dat moet gezegd worden.
Ritueel wint heel wat van de door Duivelswerk verloren plaatsen terug, waardoor Mo Hayder weer wat opklimt in de ranglijst van goede auteurs. Toch moet gezegd worden dat er na de laatste bladzijde nog wat vragen onbeantwoord blijven. Of dit met opzet is, of niet, zal moeten blijken bij het lezen van haar volgende boek Skin, dat in het Engelse taalgebied ergens in maart 2009 zal verschijnen waarin Jack Caffery en Pboepe Flea Marley weer van de partij zijn. Dit boek was alvast zeer degelijk en onderhoudend, waardoor het een aanrader is voor iedere liefhebber van het genre.
In 2000 debuteerde ze met het gruwelijke, maar door de lezers zeer positief onthaalde, Vogelman. Dat was meteen ook de eerste kennismaking met Jack Caffery, de rechercheur die de zware last, die het verdwijnen van zijn broer Ewan voor hem is, met zich meesleurt. Na het tweede boek in de reeks, De behandeling, was de schrijfster uitgekeken op Jack en publiceerde ze twee op zichzelf staande boeken: het magistrale Tokio en het tegenvallende Duivelswerk, die bij pers, critici en publiek gemengde gevoelens opriepen. De hang naar succes dreef de schrijfster terug naar Caffery, die in Ritueel dan ook weer de hoofdrol toebedeeld kreeg.
Ritueel begint als politieduikster Phoebe Flea Marley een mensenhand uit het troebele water van de Bristolse haven opduikelt. Een andere hand wordt in dezelfde buurt gevonden en onderzoek wijst uit dat de ledematen geamputeerd werden bij een nog levende jongeman. Jack Caffery, die naar Bristol is overgeplaatst krijgt de zoektocht naar dader en slachtoffer toegewezen. Het onderzoek brengt hem tot diep in het drugsmileu alsook in de Afrikaanse gemeenschap van de stad.
Als een volleerd vertelster weet Mo Hayder van bij het begin van het boek, door een ietwat gruwelijke ontdekking te combineren met heel veel geheimzinnigheid, de aandacht van de lezer vast te pakken, om die op een paar kleine dipjes na, niet meer los te laten tot aan de ontknoping van het verhaal. Haar aangename schrijfstijl doet de rest.
De hoofdfiguren zijn allemaal figuren met een verleden waaraan de nodige zelfs op het randje van te veel aandacht aan wordt besteed. Zo heeft Flea nog altijd de dood van haar ouders niet verwerkt en de trouwe lezers weten al dat Jack zich wellicht nooit over de verdwijning van zijn broer zal kunnen zetten. Eigenlijk is het nogmaals oprakelen en uitmelken van Jacks zoektocht naar Ewan iets te veel van het goede, want dat onderwerp is al tot op het bot behandeld in de twee eerste delen van de reeks. Lezers voor wie Ritueel de kennismaking met deze reeks vormt, zullen dit gegeven niet als negatief beschouwen, maar eerder als een verrijking van het personage.
Het verhaal zelf, waarmee ze zich in thematisch opzicht in de voetsporen begeeft van Michael Gruber, is professioneel opgebouwd, geloofwaardig verteld en voorzien van meer dan voldoende bokkensprongen die de lezer trachten op het verkeerde spoor te brengen. Ook maakt ze dankbaar en misschien wel net iets te veel gebruik van het loskoppelen van bijnamen en echt namen van personen om verbanden in het verhaal en relaties tussen de personages te verdoezelen. Maar het werkt wel; dat moet gezegd worden.
Ritueel wint heel wat van de door Duivelswerk verloren plaatsen terug, waardoor Mo Hayder weer wat opklimt in de ranglijst van goede auteurs. Toch moet gezegd worden dat er na de laatste bladzijde nog wat vragen onbeantwoord blijven. Of dit met opzet is, of niet, zal moeten blijken bij het lezen van haar volgende boek Skin, dat in het Engelse taalgebied ergens in maart 2009 zal verschijnen waarin Jack Caffery en Pboepe Flea Marley weer van de partij zijn. Dit boek was alvast zeer degelijk en onderhoudend, waardoor het een aanrader is voor iedere liefhebber van het genre.
1
Reageer op deze recensie