Hebban recensie
Niet zijn beste
maar toch de moeite waard,Bob Mendes, die samen met zijn onafscheidelijke vrouw Jenny in Schoten resideert, was door zijn job als accountant jaren lang een man van de cijfers. Maar na een succesvolle carriere verruilde hij op zijn vijfenvijftigste de geruite cahiers voor een blok gelinieerd papier en begon hij aan een tweede loopbaan als schrijver. En ook weer met succes, want hij werd al twee maal laureaat van de Gouden Strop met Vergelding en De kracht van het vuur en won met Medeschuldig de Diamanten Kogel. Daarnaast is hij regelmatig te vinden op de golfbaan.
Nadat Mendes met zijn vorige boek Overspel een zijsprongetje had gemaakt, keert de auteur een paar dagen na zijn eenentachtigste verjaardag met Vuil geld terug naar het subgenre dat hem groot heeft gemaakt: de faction-thriller. Boeken waar feiten en fictie naadloos in elkaar overgaan. Deze keer wordt de fictie geïntegreerd in de affaire Lernout & Hauspie (L&H). Ter verduidelijking: eind jaren negentig was het Ieperse bedrijfje L&H de rijzende ster aan het Vlaams economische firnament waar ze in een mum van tijd met hun spraaktechnologie uitgroeiden tot een multinational: samenwerkingsverbanden met Microsoft, verkozen tot managers van het jaar en massas internationale acquisities. De mogelijkheden leken eindeloos voor het duo dat zich vasthield aan hun slogan: Its no crime to be smart. Investeerders smeekten om aandelen te mogen kopen... Tot The Wall Street Journal het bedrijf in opspraak bracht door de onthulling van het bestaan van spookbedrijven en de vaststelling van boekhoudkundige onregelmatigheden. De rijzende ster, werd in geen tijd een meteoriet die in 2001 insloeg en in vereffening ging. In 2007 verschenen de bewindvoerders voor de rechtbank voor het grootste Belgische fraudeproces ooit. Het is trouwens nog altijd wachten op een uitspraak.
Dat de zaak nog altijd gevoelig ligt in Vlaanderen mag ook blijken uit het uitgebreide voorwoord van de auteur waarin hij zich zeer expliciet distancieert van elke overeenkomst tussen de echte zaak en het boek.
Bob Mendes doet wat van hem verwacht wordt en waar hij goed in is: hij weeft op briljante wijze door de realiteit een eigen interpretatie van de oorzaken die aan de oorsprong zouden kunnen - liggen van het faillisement van L&H en de belangen die er speelden en vertrouwt het gebeurde op een zeer vlot lezende wijze aan het papier toe.
Maar de complexiteit van het dossier L&H en de kwelling van de auteur om toch maar niet teveel bladzijden te moeten besteden aan het uitleggen ervan aan de lezer, resulteren bij momenten in bijna saaie opsommingen van feiten en gebeurtenissen. Hierdoor lopen de personages er regelmatig regelmatig wat verloren bij, waardoor de kracht die van hen uitgaat aan intensiteit verliest en zij niet altijd goed uit de verf komen.
Met de gebruikte locaties is het nog erger gesteld: zij spelen een totaal ondergeschikte rol en soms lijken ze ook niet goed gekozen. Zo wonen de hoofdfiguren allen in en rond Antwerpen, maar ligt L&H, zowat honderzestig kilometer verder, in het West-Vlaamse Ieper.
De geloofwaardigheid van Vuil geld is ook onderwerp van een tweestrijd: enerzijds is er het zeer realisch voorgestelde waargebeurde L&H avontuur, maar aan de andere kant, in het fictieve deel, spelen er blijkbaar zoveel tegenstrijdige belangen bij de bestuurders van het spraakbedrijfje dat het voor de lezer een beetje te veel van het goede wordt, en deze de auteur niet zal willen volgen. Ik vrees dat Bob Mendes deze keer een stap te ver gezet heeft, in zijn poging om er een gevarieerd spannend verhaal van te maken.
Vuil geld is niet het beste boek van Bob Mendes, maar blijft desondanks zeker het lezen waard. En niet alleen als kennismaking of heropfrissing van een van Vlaanderens grootste economische luchtkastelen.
Nadat Mendes met zijn vorige boek Overspel een zijsprongetje had gemaakt, keert de auteur een paar dagen na zijn eenentachtigste verjaardag met Vuil geld terug naar het subgenre dat hem groot heeft gemaakt: de faction-thriller. Boeken waar feiten en fictie naadloos in elkaar overgaan. Deze keer wordt de fictie geïntegreerd in de affaire Lernout & Hauspie (L&H). Ter verduidelijking: eind jaren negentig was het Ieperse bedrijfje L&H de rijzende ster aan het Vlaams economische firnament waar ze in een mum van tijd met hun spraaktechnologie uitgroeiden tot een multinational: samenwerkingsverbanden met Microsoft, verkozen tot managers van het jaar en massas internationale acquisities. De mogelijkheden leken eindeloos voor het duo dat zich vasthield aan hun slogan: Its no crime to be smart. Investeerders smeekten om aandelen te mogen kopen... Tot The Wall Street Journal het bedrijf in opspraak bracht door de onthulling van het bestaan van spookbedrijven en de vaststelling van boekhoudkundige onregelmatigheden. De rijzende ster, werd in geen tijd een meteoriet die in 2001 insloeg en in vereffening ging. In 2007 verschenen de bewindvoerders voor de rechtbank voor het grootste Belgische fraudeproces ooit. Het is trouwens nog altijd wachten op een uitspraak.
Dat de zaak nog altijd gevoelig ligt in Vlaanderen mag ook blijken uit het uitgebreide voorwoord van de auteur waarin hij zich zeer expliciet distancieert van elke overeenkomst tussen de echte zaak en het boek.
Bob Mendes doet wat van hem verwacht wordt en waar hij goed in is: hij weeft op briljante wijze door de realiteit een eigen interpretatie van de oorzaken die aan de oorsprong zouden kunnen - liggen van het faillisement van L&H en de belangen die er speelden en vertrouwt het gebeurde op een zeer vlot lezende wijze aan het papier toe.
Maar de complexiteit van het dossier L&H en de kwelling van de auteur om toch maar niet teveel bladzijden te moeten besteden aan het uitleggen ervan aan de lezer, resulteren bij momenten in bijna saaie opsommingen van feiten en gebeurtenissen. Hierdoor lopen de personages er regelmatig regelmatig wat verloren bij, waardoor de kracht die van hen uitgaat aan intensiteit verliest en zij niet altijd goed uit de verf komen.
Met de gebruikte locaties is het nog erger gesteld: zij spelen een totaal ondergeschikte rol en soms lijken ze ook niet goed gekozen. Zo wonen de hoofdfiguren allen in en rond Antwerpen, maar ligt L&H, zowat honderzestig kilometer verder, in het West-Vlaamse Ieper.
De geloofwaardigheid van Vuil geld is ook onderwerp van een tweestrijd: enerzijds is er het zeer realisch voorgestelde waargebeurde L&H avontuur, maar aan de andere kant, in het fictieve deel, spelen er blijkbaar zoveel tegenstrijdige belangen bij de bestuurders van het spraakbedrijfje dat het voor de lezer een beetje te veel van het goede wordt, en deze de auteur niet zal willen volgen. Ik vrees dat Bob Mendes deze keer een stap te ver gezet heeft, in zijn poging om er een gevarieerd spannend verhaal van te maken.
Vuil geld is niet het beste boek van Bob Mendes, maar blijft desondanks zeker het lezen waard. En niet alleen als kennismaking of heropfrissing van een van Vlaanderens grootste economische luchtkastelen.
1
Reageer op deze recensie