Hebban recensie
Over liefde
lust, begeerte en afwijzing,De in 1945 geboren René Appel ontdekte tijdens zijn studie zijn liefde voor de Nederlandse taal. Heel zijn studietijd en een groot deel van zijn professioneel leven stond in het teken van het Nederlands, en hij groeide uit tot een erkend deskundige op het gebied van taal en minderheden. Naast zijn werk aan de universiteiten van Utrecht en Amsterdam was hij ook tien jaar misdaadrecensent voor het NRC Handelsblad tot hij in 1986 begon te werken aan zijn eerste spannende boek. Vanaf 2003 leeft hij volledig van zijn pen, waaruit niet alleen psychologische thrillers vloeien, maar ook filmscripts, scenarios voor TV-series, jeugdboeken en toneelstukken. Appel is sinds 2004 voorzitter van de Vereniging van Letterkundigen: de beroepsvereniging van de Nederlandse schrijvers en vertalers.
Nadat hij in 1987 debuteerde met Handicap, sleepte hij met De derde persoon en Zinloos geweld twee keer de Gouden strop in de wacht. En nu ligt Weerzin, zijn tweeëntwintigste spannende boek voor volwassenen, in de winkelrekken.
Alvorens het over de inhoud te hebben, wil ik het eerst even over de buitenkant hebben. Om titels te laten passen in de layout van een literaire thriller, zoals uitgevers die voor zichzelf vastgelegd lijken te hebben, worden de laatste tijd woorden uit elkaar getrokken alsof het niets is. Het is een techniek die uitgevers al langer sporadisch gebruiken, maar tegenwoordig wordt er zeer frequent gebruik van gemaakt. In "Proef-verlof" van Joost Heyink was het koppelteken nog van de partij om alles taalkundig in goede banen te leiden. Maar Loes Den Hollander daarentegen is er nog nooit in geslaagd om een correcte Nederlandstalige titel op de voorpagina van haar spannende boeken te krijgen! En hier prijkt Weer zin op de cover terwijl op de rug en binnenin Weerzin gedrukt staat. Beide zijn weliswaar taalkundig correct, maar liggen, vanuit semantisch oogpunt, even ver uit elkaar als Nederland en Australië: het zijn bijna tegenpolen. Van een auteur die van de Nederlandse taal zijn beroep heeft gemaakt valt het tegen dat hi met een dergelijke titelaanduiding akkoord is gegaan.
In Weerzin maken we kennis met self-made hotelmanager Niels Hulzeboom. Hij heeft een gelukkig tweede huwelijk, maar hij slaagt er amper in normaal te functioneren als hij tot over zijn oren verliefd wordt op zijn nieuwe assistente Jitka Reehorst, een mooie jonge vrouw die zich Niels aandacht met veel plezier laat welgevallen.
Tijdens de eerste helft van het bijzonder vlot weglezende Weerzin, waant men zich in een romantisch boek: het wordt op geen enkel moment spannend. Hooguit wordt er een licht erotische geladen sfeertje gecreëerd, als de hoofdpersoon in gedachten een Dr Jekyll en Mr Hyde-achtige tweestrijd voert tussen enerzijds het vertrouwde van zijn gezinsleven en anderzijds het onbekende van een avontuur met zijn assistente.
Verder in het verhaal wordt de aandacht wat verlegd, maar het wordt tot aan het open einde toe nooit boeiend genoeg om echt te bekoren.
Toch is Weerzin een typische Appel geworden, waarin de psychologie van de mens een belangrijke rol speelt. Deze keer koos de auteur ervoor om zich te richten op wat liefde, lust, begeerte en afwijzing met een man kunnen doen. Zo verwoordt hij op een prachtige wijze hoe bepaalde signalen in relaties tussen de twee geslachten op zulk een verkeerde manier geïnterpreteerd kunnen worden dat het gevaarlijk kan worden.
Het boek doet wat denken aan Verliefd van Patrick De Bruyn, maar het verhaal is bij lange na niet sterk genoeg om hoge ogen te gooien. René Appel zal nog wat geduld moeten oefenen om zijn derde Gouden strop in ontvangst te mogen nemen, want met Weerzin zal het niet lukken, vrees ik.
Nadat hij in 1987 debuteerde met Handicap, sleepte hij met De derde persoon en Zinloos geweld twee keer de Gouden strop in de wacht. En nu ligt Weerzin, zijn tweeëntwintigste spannende boek voor volwassenen, in de winkelrekken.
Alvorens het over de inhoud te hebben, wil ik het eerst even over de buitenkant hebben. Om titels te laten passen in de layout van een literaire thriller, zoals uitgevers die voor zichzelf vastgelegd lijken te hebben, worden de laatste tijd woorden uit elkaar getrokken alsof het niets is. Het is een techniek die uitgevers al langer sporadisch gebruiken, maar tegenwoordig wordt er zeer frequent gebruik van gemaakt. In "Proef-verlof" van Joost Heyink was het koppelteken nog van de partij om alles taalkundig in goede banen te leiden. Maar Loes Den Hollander daarentegen is er nog nooit in geslaagd om een correcte Nederlandstalige titel op de voorpagina van haar spannende boeken te krijgen! En hier prijkt Weer zin op de cover terwijl op de rug en binnenin Weerzin gedrukt staat. Beide zijn weliswaar taalkundig correct, maar liggen, vanuit semantisch oogpunt, even ver uit elkaar als Nederland en Australië: het zijn bijna tegenpolen. Van een auteur die van de Nederlandse taal zijn beroep heeft gemaakt valt het tegen dat hi met een dergelijke titelaanduiding akkoord is gegaan.
In Weerzin maken we kennis met self-made hotelmanager Niels Hulzeboom. Hij heeft een gelukkig tweede huwelijk, maar hij slaagt er amper in normaal te functioneren als hij tot over zijn oren verliefd wordt op zijn nieuwe assistente Jitka Reehorst, een mooie jonge vrouw die zich Niels aandacht met veel plezier laat welgevallen.
Tijdens de eerste helft van het bijzonder vlot weglezende Weerzin, waant men zich in een romantisch boek: het wordt op geen enkel moment spannend. Hooguit wordt er een licht erotische geladen sfeertje gecreëerd, als de hoofdpersoon in gedachten een Dr Jekyll en Mr Hyde-achtige tweestrijd voert tussen enerzijds het vertrouwde van zijn gezinsleven en anderzijds het onbekende van een avontuur met zijn assistente.
Verder in het verhaal wordt de aandacht wat verlegd, maar het wordt tot aan het open einde toe nooit boeiend genoeg om echt te bekoren.
Toch is Weerzin een typische Appel geworden, waarin de psychologie van de mens een belangrijke rol speelt. Deze keer koos de auteur ervoor om zich te richten op wat liefde, lust, begeerte en afwijzing met een man kunnen doen. Zo verwoordt hij op een prachtige wijze hoe bepaalde signalen in relaties tussen de twee geslachten op zulk een verkeerde manier geïnterpreteerd kunnen worden dat het gevaarlijk kan worden.
Het boek doet wat denken aan Verliefd van Patrick De Bruyn, maar het verhaal is bij lange na niet sterk genoeg om hoge ogen te gooien. René Appel zal nog wat geduld moeten oefenen om zijn derde Gouden strop in ontvangst te mogen nemen, want met Weerzin zal het niet lukken, vrees ik.
2
Reageer op deze recensie