Een aardig boek voor tussendoor
maar zal het verhaal waarschijnlijk niet lang blijven hangen. ,Joseph Finder schreef dit boek in 1996 en in die tijd had bijna niemand in Nederland nog gehoord van Osama bin Laden en de strijd tegen het terrorisme. Hoewel er toen wel al een bom was ontploft in de parkeergarage van het WTC gebouw. Wat maar aangeeft dat in de fantasie van menig auteur de vernietiging van een stad als New York al sinds jaar en dag een zeer aantrekkelijk thema vormt. In dit geval heeft de puisant rijke zakenman Malcolm Dyson een behoorlijk appeltje te schillen met een aantal financiële kopstukken uit de Amerikaanse zakenwereld. Hij neemt voor zijn wraak een zeer gevaarlijke terrorist in de arm met als opdracht een bomaanslag te plegen en daarmee Wall Street totaal te vernietigen. Door het afluisteren van digitaal gecodeerde telefoongesprekken komt de FBI dit complot echter op het spoor en special agent Sarah Cahill krijgt de taak om de terrorist tegen te houden. Probleem is echter dat niemand weet hoe deze man eruit ziet, al lijkt de terrorist wel heel veel over Sarah te weten. Het enige dat de FBI weet is dat de levens van miljoenen mensen op het spel staat en dat de wereld bij een geslaagde aanslag in een enorme economische crisis terecht zal komen.
Het verhaal van Finder heeft best wel wat aantrekkingskracht en vooral het begin is erg boeiend. Het boek viel mij op vanwege de sterke gelijkenis met de boeken van Ludlum, maar uiteindelijk heeft Het uur nul ook heel veel weg van Tom Clancy. Na het uitstekende begin valt het boek echter wat terug en wordt het door de vele blunders van de FBI en CIA wat ongeloofwaardig. Daarnaast gaat ook het tempo er een beetje uit en krijg je het gevoel dat je in literair drijfzand bent geraakt. Ook komen er best wel wat clichés en stereotypen in voor: van de pas gescheiden detective, de met overgewicht kampende computerfreak, de briljante en zeer aantrekkelijke ex-spion tot de jaloerse voormalige echtgenoot. Daarnaast wil Joseph Finder ons doen geloven dat je minimaal een atoombom nodig hebt om het World Trade Center op te blazen, iets wat volgens mij in 1996 al ongeloofwaardig was maar wat inmiddels wel heel achterhaald kan worden genoemd. Maar in de tweede helft komt het allemaal toch wel weer goed en is met name het einde uiterst spectaculair te noemen.
In z’n totaliteit is Het uur nul een aardig boek om tussendoor te lezen, maar zal het verhaal waarschijnlijk niet lang blijven hangen.
Reageer op deze recensie