Lezersrecensie
Ups en downs op een Engelse kostschool
Stephen Fry is een Britse acteur, journalist, dichter, comedian, tv-presentator, filmregisseur en schrijver. Hij heeft verschillende romans geschreven, zoals het autobiografische De Fry Kronieken, de bestseller Mythos en de opvolger hierop, Helden. Een jongensleven is door Fry al in 1997 geschreven, met een herdruk in 2004, maar pas dit jaar door uitgeverij Rap in het Nederlands uitgegeven. Ik vraag mij wel af waarom dit zo lang geduurd heeft, aangezien er toch ook al andere (autobiografische) titels van Fry zijn verschenen en hij niet een geheel onbekend persoon is, ook niet in Nederland. Misschien ligt het antwoord bij de vertaling van het boek. Er komen erg veel bekende Britse mensen in voor, die voor de meeste Nederlanders onbekend zijn. De clou van een grap kun je hierdoor gemakkelijk missen. Ook de typisch Britse uitdrukkingen zijn lastig te vertalen om goed in het verhaal te laten passen. Toch is de vertaler erin geslaagd dichtbij het origineel te blijven en het toegankelijk te maken voor de Nederlandse lezers. Sommige woorden laat hij onvertaald en zet er dan een vertaling/uitleg bij, zodat de punchline behouden blijft.
In Een jongensleven vertelt Fry over de jaren die hij op kostschool doorbracht. Vanaf dat hij zeven was, begin jaren zestig, ging hij naar Stouts Hill, samen met zijn broer Roger. Na Stouts Hill kwam Uppingham. Allebei waren typische jongensscholen, meisjes waren er in geen velden of wegen te bekennen.
Fry kent geen schaamte. Hij vertelt heel openhartig over alle streken die hij heeft uitgehaald. Hij was, zoals zijn eigen woorden zijn, een slechterik. Hij jatte uit de kleedkamers, loog alles bij elkaar om maar onder gym uit te komen en haalde allerlei foute pranks uit. En passant wordt ook nog even lsd-gebruik genoemd, alsof dat de normaalste zaak van de wereld is.
Ook over zijn homoseksualiteit is hij heel openhartig, hij draait er niet omheen. Alles wordt bij naam genoemd, zonder dat het vulgair is. Dat hij op een jongensschool zat, is geen reden voor zijn homoseksualiteit, legt hij zelf uit. En ook zijn ontmaagding, die toch sterk op misbruik lijkt, relativeert hij enorm. Hij is geen slachtoffer van het systeem, hij is niet misbruikt, hij is gewoon een man die op andere mannen valt.
Het boek is soms wat langdradig. Zo wijdt Fry uitgebreid uit over zijn eerste verliefdheid, het is bijna manisch zoals hij zich gedraagt. Dit had wel wat korter gemogen. Dat Fry erg literair is aangelegd, gaat ook niet ongemerkt voorbij. Diverse quotes en namen van beroemde literaire helden worden aangehaald. Komt dit het boek ten goede? Niet altijd, maar het geeft wel aan hoe intelligent en belezen Fry is.
Maar het venijn zit hem bij dit boek in de staart: nadat hij van Uppingham is afgegaan en de switch naar Highschool heeft gemaakt, wordt hij losbandiger. Uiteindelijk wordt hij dan ook van Highschool afgeschopt. Hij trekt het land is, fraudeert met creditcards, gaat op dievenpad en belandt in de gevangenis. Hij doet op een gegeven moment zelfs een zelfmoordpoging. Dat hij uiteindelijk niet aan lagerwal geraakt is, vind ik bewonderenswaardig.
Een jongensleven laat zien hoe het op een Britse kostschooljongen in de jaren zestig-zeventig aan toe ging. Fry weet een goed beeld neer te zetten, ook al is hij af en toe wat lang van stof en begint het op een gegeven moment bijna saai te worden. Maar aan alles is te lezen dat Fry geweldig zelfinzicht heeft, erg intelligent is en uiteraard over een grote dosis humor bezit. Hij is echter ook erg gevoelig, serieus en dankbaar. Hij brengt een ode aan zijn ouders, waarvan de relatie, met name die met zijn vader, niet altijd even gemakkelijk was, hij deelt jeugdfoto’s en we worden getrakteerd op een lang gedicht over zijn ontmaagding.
Waarom schreef hij dit boek? Het laat een niet een erg sympathieke kant van Fry zien. Op de laatste pagina geeft hij zelf antwoord: “Je hebt gezien hoe ik het vuil van jaren van me af heb proberen te schrobben: in een wasbekken rondwentelen is weliswaar niet hetzelfde als gereinigd en gelouterd worden, maar toch voel ik me na deze uitputtende, verbijsterende en hartstochtelijke intense maanden iets minder vuil. Minder vuil wat de eerste twintig jaar van mijn leven betreft, althans. De twintig jaar daarna, dát is weer een ander verhaal…”
Wil je het vervolg op deze eerste twintig jaar lezen, dan is daar dus De Fry Kronieken, dat al in 2011 in het Nederlands verscheen.
In Een jongensleven vertelt Fry over de jaren die hij op kostschool doorbracht. Vanaf dat hij zeven was, begin jaren zestig, ging hij naar Stouts Hill, samen met zijn broer Roger. Na Stouts Hill kwam Uppingham. Allebei waren typische jongensscholen, meisjes waren er in geen velden of wegen te bekennen.
Fry kent geen schaamte. Hij vertelt heel openhartig over alle streken die hij heeft uitgehaald. Hij was, zoals zijn eigen woorden zijn, een slechterik. Hij jatte uit de kleedkamers, loog alles bij elkaar om maar onder gym uit te komen en haalde allerlei foute pranks uit. En passant wordt ook nog even lsd-gebruik genoemd, alsof dat de normaalste zaak van de wereld is.
Ook over zijn homoseksualiteit is hij heel openhartig, hij draait er niet omheen. Alles wordt bij naam genoemd, zonder dat het vulgair is. Dat hij op een jongensschool zat, is geen reden voor zijn homoseksualiteit, legt hij zelf uit. En ook zijn ontmaagding, die toch sterk op misbruik lijkt, relativeert hij enorm. Hij is geen slachtoffer van het systeem, hij is niet misbruikt, hij is gewoon een man die op andere mannen valt.
Het boek is soms wat langdradig. Zo wijdt Fry uitgebreid uit over zijn eerste verliefdheid, het is bijna manisch zoals hij zich gedraagt. Dit had wel wat korter gemogen. Dat Fry erg literair is aangelegd, gaat ook niet ongemerkt voorbij. Diverse quotes en namen van beroemde literaire helden worden aangehaald. Komt dit het boek ten goede? Niet altijd, maar het geeft wel aan hoe intelligent en belezen Fry is.
Maar het venijn zit hem bij dit boek in de staart: nadat hij van Uppingham is afgegaan en de switch naar Highschool heeft gemaakt, wordt hij losbandiger. Uiteindelijk wordt hij dan ook van Highschool afgeschopt. Hij trekt het land is, fraudeert met creditcards, gaat op dievenpad en belandt in de gevangenis. Hij doet op een gegeven moment zelfs een zelfmoordpoging. Dat hij uiteindelijk niet aan lagerwal geraakt is, vind ik bewonderenswaardig.
Een jongensleven laat zien hoe het op een Britse kostschooljongen in de jaren zestig-zeventig aan toe ging. Fry weet een goed beeld neer te zetten, ook al is hij af en toe wat lang van stof en begint het op een gegeven moment bijna saai te worden. Maar aan alles is te lezen dat Fry geweldig zelfinzicht heeft, erg intelligent is en uiteraard over een grote dosis humor bezit. Hij is echter ook erg gevoelig, serieus en dankbaar. Hij brengt een ode aan zijn ouders, waarvan de relatie, met name die met zijn vader, niet altijd even gemakkelijk was, hij deelt jeugdfoto’s en we worden getrakteerd op een lang gedicht over zijn ontmaagding.
Waarom schreef hij dit boek? Het laat een niet een erg sympathieke kant van Fry zien. Op de laatste pagina geeft hij zelf antwoord: “Je hebt gezien hoe ik het vuil van jaren van me af heb proberen te schrobben: in een wasbekken rondwentelen is weliswaar niet hetzelfde als gereinigd en gelouterd worden, maar toch voel ik me na deze uitputtende, verbijsterende en hartstochtelijke intense maanden iets minder vuil. Minder vuil wat de eerste twintig jaar van mijn leven betreft, althans. De twintig jaar daarna, dát is weer een ander verhaal…”
Wil je het vervolg op deze eerste twintig jaar lezen, dan is daar dus De Fry Kronieken, dat al in 2011 in het Nederlands verscheen.
1
Reageer op deze recensie