Lezersrecensie
De diefstal van mijn jeugd
De diefstal van mijn jeugd is het indrukwekkende relaas van Natascha Kampusch, de vrouw die op haar tiende werd ontvoerd en tot haar achttiende werd vastgehouden in een ondergrondse bunker door Wolfgang Priklopil.
Hoewel de afloop bekend is, is het fascinerend en huiveringwekkend om te lezen over Kampusch' weg naar het volwassen worden. Een weg die zij grotendeels in eenzaamheid aflegt, met als enig houvast de man die haar dit heeft aangedaan, de herinneringen aan haar vroege jeugd en haar belofte aan zichzelf dat alles anders zal worden als ze eenmaal achttien is.
Ondanks, of zeer waarschijnlijk vanwege de gruwelen die zij jarenlang moet doorstaan, durft zij zelfs niet te vluchten als 'de dader', zoals ze Priklopil meestal aanduidt, met haar in het openbaar verschijnt. De dreiging dat hij haar of anderen iets zal aandoen, is voelbaar aanwezig. Pas op haar achttiende grijpt ze - zoals voorgenomen - haar kans.
Wat het verhaal extra schrijnend maakt, zijn de fouten in het onderzoek die de politie in de doofpot heeft willen stoppen, en de duidelijk mentaal onstabiele en onvolwassen Priklopil die jarenlang onopgemerkt heeft kunnen blijven. Bewonderenswaardig is het begrip dat Kampusch voor haar ontvoerder weet op te brengen. Hoewel ze zijn daden veroordeelt, ziet ze ook hoe hij met zichzelf en de wereld worstelt. Later worden haar inzichten afgedaan als het Stockholmsyndroom, maar uit dit boek komt duidelijk naar voren dat waarschijnlijk niemand hem zo goed gekend heeft als zij. Een les die Kampusch ons wil bijbrengen: we hebben nog veel te leren wat betreft onze omgang met slachtoffers van dit soort misdaden. Zij verdienen het te worden gezien als sterk, niet langer als onmondig slachtoffer; een rol die zij lang genoeg hebben vervuld.
De ontknoping mag dan bekend zijn, als lezer zit je alsnog op het puntje van je stoel.
Een boek dat je bij de strot grijpt en lange tijd niet meer loslaat.
Hoewel de afloop bekend is, is het fascinerend en huiveringwekkend om te lezen over Kampusch' weg naar het volwassen worden. Een weg die zij grotendeels in eenzaamheid aflegt, met als enig houvast de man die haar dit heeft aangedaan, de herinneringen aan haar vroege jeugd en haar belofte aan zichzelf dat alles anders zal worden als ze eenmaal achttien is.
Ondanks, of zeer waarschijnlijk vanwege de gruwelen die zij jarenlang moet doorstaan, durft zij zelfs niet te vluchten als 'de dader', zoals ze Priklopil meestal aanduidt, met haar in het openbaar verschijnt. De dreiging dat hij haar of anderen iets zal aandoen, is voelbaar aanwezig. Pas op haar achttiende grijpt ze - zoals voorgenomen - haar kans.
Wat het verhaal extra schrijnend maakt, zijn de fouten in het onderzoek die de politie in de doofpot heeft willen stoppen, en de duidelijk mentaal onstabiele en onvolwassen Priklopil die jarenlang onopgemerkt heeft kunnen blijven. Bewonderenswaardig is het begrip dat Kampusch voor haar ontvoerder weet op te brengen. Hoewel ze zijn daden veroordeelt, ziet ze ook hoe hij met zichzelf en de wereld worstelt. Later worden haar inzichten afgedaan als het Stockholmsyndroom, maar uit dit boek komt duidelijk naar voren dat waarschijnlijk niemand hem zo goed gekend heeft als zij. Een les die Kampusch ons wil bijbrengen: we hebben nog veel te leren wat betreft onze omgang met slachtoffers van dit soort misdaden. Zij verdienen het te worden gezien als sterk, niet langer als onmondig slachtoffer; een rol die zij lang genoeg hebben vervuld.
De ontknoping mag dan bekend zijn, als lezer zit je alsnog op het puntje van je stoel.
Een boek dat je bij de strot grijpt en lange tijd niet meer loslaat.
2
Reageer op deze recensie