Tederheid te midden van de woestenij
Debuten die doen wat hun titel belooft, zijn zeldzaam. Zo niet Het verhaal van een kort huwelijk (origineel: The story of a short marriage, 2016) van Anuk Arudpragasam. We krijgen een huwelijk te zien, al in de eerste dertig pagina’s, en het huwelijk is inderdaad bijzonder kort. Als plot stelt het niet veel voor. Belangrijker is de beklemmende sfeer van het gebied in oorlogstijd die Arudpragasam schetst zonder de wreedheid te schuwen. Die rauwheid, gemengd met de vaak tedere gedachten van Dinesh, het hoofdpersonage, zorgen dat dit een boek aan de ribben blijft kleven.
Dinesh heeft ongeveer alles verloren: hij is zijn moeder kwijt, heeft geen thuis meer en verblijft in een Sri Lankees vluchtelingenkamp vlakbij de zee. Het kamp wordt voortdurend gebombardeerd, maar een uitweg is er niet. Wie de oversteek naar India waagt, wordt genadeloos neergemaaid. In het veldhospitaal probeert Dinesh waar mogelijk te helpen. Het is daar dat hem de vraag wordt gesteld of hij niet met Ganga wil trouwen. De vragende partij is de vader, niet Ganga zelf. Hij wil z’n dochter behoeden voor de wreedheid van de soldaten, vol overtuiging dat getrouwde vrouwen met rust worden gelaten.
Tegen haar wil trouwt Ganga met Dinesh, vermoedelijk om haar vader te behagen. Het lijkt een gedoemde situatie. Dit thema keert door het boek heen terug. Iedereen is verloren, maar de dood is slechts voor de gelukkigen een optie. En de anderen moeten door. Hetzij door zich vast te klampen aan de spullen die hen resten:
"Een roestvrijstalen kopje of een oude gele tandenborstel zonder haren, allemaal spullen die door andere vluchtelingen waren weggegooid en achtergelaten en die volgens hem gezelschap nodig hadden."
Hetzij door zich te focussen op hun lichaamsfuncties of de banale kampactiviteiten die een accuraat beeld schetsen van de verveling die de vluchtelingen ervaren tussen de bombardementen door.
Tegelijk is hoop een sterk thema. Hoewel het huwelijk in het begin hopeloos lijkt, is het toch de eerste keer sinds de dood van z’n moeder dat Dinesh iets van intimiteit ervaart. Het huwelijk is een soort helingsproces, waarbij hij door flashbacks zicht krijgt op z’n verleden en herinneringen ophaalt die hij lang had verdrongen:
"De laatste keer dat hij huilde was lang geleden. Het zou hem vast goeddoen en misschien zou hij zich daardoor het verleden kunnen herinneren."
Over de stijl van de auteur kan veel gezegd worden. Er is een mooie afwisseling tussen show en tell, door het laatste krijgen we meer achtergrondinformatie. De auteur zoomt in op details die zowel de personages als het gebied karakteriseren. Maar bovenal zijn het de filosofische gedachten die bijblijven. Die filosofische boventoon is niet verwonderlijk aangezien Arudpragasam promoveert in de filosofie. Wel doen de filosofische gedachten ietwat af aan de geloofwaardigheid van het hoofdpersonage. Dinesh heeft slechts een beperkte scholing genoten, is hij werkelijk in staat om op zo’n hoog niveau te filosoferen? Ook valt op dat de filosofische uitweidingen soms het tempo van het verhaal zwaar vertragen. Een opeenstapeling van vergelijkingen is aangenaam voor een paar pagina’s, maar hindert bij overdaad.
De rauwheid die al in de eerste pagina’s naar voren komt, spreekt voor de durf van de schrijver die zijn best wil doen de lezer te doen voelen. Helaas slaagt de auteur er niet altijd in de emoties van de personages over te brengen omdat het boek zich opstelt als een labyrint van filosofische beslommeringen. Toch is dit boek een lezing waard, al was het maar omdat de stijl van de schrijver consistent blijkt en we in media res het verhaal binnenvallen. Zo zijn we even hulpeloos en verward als de vluchtelingen waarover we lezen.
Reageer op deze recensie