Stijgt niet boven de middenmoot uit
De Dochter van de Toragh van Tisa Pescar is uitgegeven onder de noemer fantasy, maar heeft de stijl van een young adult-boek, gecombineerd met die van C.S. Friedman. In een barbaars aandoende fantasy-setting is tiener Nura, als dochter van de toragh van Priade, uitgehuwelijkt aan de zoon van de toragh van Birana. De beide toraghs willen zich een vloek van het lijf houden, hun macht vergroten en een grote dreiging van buitenaf afwenden, en Nura is daar een pion in. Ze heeft er weinig zin in, maar schikt zich naar haar lot - dat wil zeggen, tot ze Armina ontmoet, de aantrekkelijke zus van haar aanstaande bruidegom, en halsoverkop verliefd wordt.
Want ja, eindelijk hebben we eens een hoofdpersoon die lesbisch is. En een roman waarin het hoofdthema de acceptatie van homo's en lesbiennes is (‘gelijklingen’ in het boek). Wat een verademing na alle clichés. En wat een verademing dat Nura meteen zo duidelijk haar keuze maakt: er is geen over drie boeken uitgesponnen wanhoopsverhaal waarin de love interests in kwestie nooit weten waar ze aan toe zijn, maar desondanks maar blijven strijden om het meisje (gaap). Dank je wel, Tisa! En daarom is het boek waarschijnlijk ook door Luitingh in de categorie fantasy geschaard.
Dat gezegd hebbende, is op het verhaal zelf best wel wat aan te merken. De liefdesrelatie tussen Nura en toraghina Armina ontwikkelt zich wel heel abrupt, en met erg weinig tastbare emotie. Nura geeft een paar keer aan hoe mooi ze Armina vindt, maar van echte liefde is weinig te voelen. Ook andersom is het moeilijk te begrijpen waarom Armina zoveel risico neemt voor Nura (hoewel de scène waarin ze dat doet absoluut de spectaculairste en verrassendste in het boek is). Er wordt wel gevreeën, maar er is weinig intimiteit. Dat het daardoor allemaal wat aan de oppervlakte blijft, is zeker in dit geval jammer. De deus ex machina-scène waarin Armina Nura het leven redt, is er een stuk minder krachtig door, en heel wat minder de bevestiging van de epische liefde die het had kunnen zijn.
Ook bij de overige personages is er weinig diepgang. Beide toraghs zijn standaard-rotzakken op de achtergrond, met een wat eendimensionale motivatie. De broer blijkt een soort Nero; ook binnen de groep van gelijklingen zijn er ‘standaard eikels’ die precies doen wat je van ze verwacht. Natuurlijk kun je niet iedereen van dichtbij beschrijven, en dat is meestal ook helemaal geen probleem. Maar hier was er maar zo weinig verschil tussen het gevoel dat je als lezer kreeg bij de hoofdpersonages en het gevoel dat je kreeg bij de bijfiguren, dat je wat weinig betrokken raakt. Daardoor sluipt er toch wat voorspelbaarheid in het plot, ondanks het originele uitgangspunt. En daardoor stijgt een heel veelbelovend concept toch niet uit boven de middenmoot.
Al met al heeft De Dochter van de Toragh grote ambities die het boek helaas niet weet waar te maken. En voor een pionier in het genre binnen het Nederlandse taalgebied – wat dit boek, en Tisa Pescar, toch zeker ook is – is dat heel jammer. Hopelijk kan het vervolg, dat er lijkt te komen op basis van het open einde, die belofte wel inlossen.
Reageer op deze recensie