Lezersrecensie
Sprookjesachtig, met thrillerelementen
Als de wereld door barbaren wordt veroverd en verwoest, weet Mads de vierjarige ‘Gwen’ te redden. Samen vluchten zij naar een ondoordringbaar bos waar Mads het meisje opvoedt en doceert. Op negenjarige leeftijd mag Gwen zich honderd passen van Mads verwijderen. Als zij één stap verdergaat, wordt het denkbeeldige touw dat hen verbindt strak getrokken. En inderdaad bemerkt Mads het als zij eens een stap te veel zet. Zij ontdekt echter een holte in een oude boom waarin het volstrekt duister is en die haar leven verandert. Binnenin die boom wordt haar een andere wereld voorgespiegeld door ‘iets’, dat haar adviseert haar eigen pad te volgen.
Op zestienjarige leeftijd voelt Gwen zich beperkt in haar leven. Er zijn geen uitdagingen, niets is nieuw, er valt niks meer te ontdekken. Liegen heeft zij nooit gekund, nooit geleerd ook. Een kat die plotseling bij de wonderboom opduikt, fluistert haar in dat zij het eens moet proberen. Op wonderbaarlijke wijze kan Gwen met het beest communiceren. Als zij de daad bij het woord voegt, lopen de spanningen tussen Mads en het pubermeisje op. Niet meer neemt zij klakkeloos aan wat hij zegt. Die opstandigheid leidt tot een drieste daad als er ineens een man – een barbaar? – in het bos opduikt, waarna de twee genoodzaakt zijn te vluchten. Wat volgt is een scène die zomaar uit Cormac McCarthy’s The Road zou kunnen komen.
Na zijn debuut De Kamers en de roman Kraaien tellen, is dit de derde roman door De Waard. Het verhaal is deze keer sprookjesachtig en het bevat thrillerelementen. Wat de auteur knap doet, is zowel in dialogen als in haar denkwereld het personage Gwen te schetsen, zowel op negenjarige als op zestienjarige leeftijd. Met Bast heeft hij een spannend boek geschreven, dat vooral aan het einde tot nadenken stemt (niet vooruit lezen!).
Op zestienjarige leeftijd voelt Gwen zich beperkt in haar leven. Er zijn geen uitdagingen, niets is nieuw, er valt niks meer te ontdekken. Liegen heeft zij nooit gekund, nooit geleerd ook. Een kat die plotseling bij de wonderboom opduikt, fluistert haar in dat zij het eens moet proberen. Op wonderbaarlijke wijze kan Gwen met het beest communiceren. Als zij de daad bij het woord voegt, lopen de spanningen tussen Mads en het pubermeisje op. Niet meer neemt zij klakkeloos aan wat hij zegt. Die opstandigheid leidt tot een drieste daad als er ineens een man – een barbaar? – in het bos opduikt, waarna de twee genoodzaakt zijn te vluchten. Wat volgt is een scène die zomaar uit Cormac McCarthy’s The Road zou kunnen komen.
Na zijn debuut De Kamers en de roman Kraaien tellen, is dit de derde roman door De Waard. Het verhaal is deze keer sprookjesachtig en het bevat thrillerelementen. Wat de auteur knap doet, is zowel in dialogen als in haar denkwereld het personage Gwen te schetsen, zowel op negenjarige als op zestienjarige leeftijd. Met Bast heeft hij een spannend boek geschreven, dat vooral aan het einde tot nadenken stemt (niet vooruit lezen!).
1
Reageer op deze recensie