Lezersrecensie
Een a-politieke Waterdrinker
Na de eerste corona lockdown verhuist Pieter Waterdrinker met vrouw Julia en hun drie poezen van hun woning in Sint Petersburg naar het huis van zijn broer in het Franse district Tarn. In november 2020 wordt hij uitgenodigd enkele weken in het Schrijvershuis te bivakkeren, boven boekhandel Athenaeum aan het Spui in Amsterdam. In Soho House, een luxe tent, ontmoet hij een oude klasgenoot van de middelbare school, Otto Brons. In tegenstelling tot Brons heeft Waterdrinker nauwelijks goede herinneringen aan hun door Brons verklaarde ‘vriendschap’ indertijd.
Otto is inmiddels mediamagnaat, schathemeltjerijk. Waterdrinker verkeert in andere omstandigheden. Ondanks dat zijn romans inmiddels aardig verkopen, probeert hij vaste inkomsten te verwerven middels een wekelijkse column voor het dagblad waarvoor hij jarenlang als journalist heeft gewerkt in de meest bizarre en gevaarlijke omstandigheden. Al was het maar om er zeker van te zijn altijd iets achter de hand te hebben. Met minachting wordt hij ontvangen. In Thomas Leegte herken je Paul Jansen van De Telegraaf (EW: met dank aan Herman Rosenberg die me wees op het feit dat Jansen en Waterdrinker geen overeenstemming konden bereiken over een column door W). De man schoffeert hem en Waterdrinker staat binnen een kwartier weer buiten het megalomane pand van de krant.
Bij aankomst in het Schrijvershuis wacht Pieter een verrassing in de persoon van Jeva Harms. Deze knappe vrouw blijkt een reservesleutel van het appartement te hebben. Zij vertoefde er voor Pieters komst als liefje van rapper Winston Wow. Ze is inmiddels dakloos en gedraagt zich alsof de etage haar domein is. Op haar subtiele avances gaat de auteur niet in al blijft zij te pas en te onpas zijn pad kruisen.
Enkele dagen na zijn komst in Amsterdam gaat de volgende lockdown in. Otto weet echter alle maatregelen te omzeilen en neemt Waterdrinker mee naar illegale gelegenheden waar zij worden vergast op copieuze maaltijden. Regelmatig brengt Brons een bezoek aan het Schrijvershuis waarbij hij Pieter een onlangs gedane ontdekking onthult die zijn dagen in Amsterdam volledig op zijn kop zetten. In hoeverre bestaat de kans dat niet Brons maar hijzelf betrokken is bij deze affaire? En hoe moet hij het zijn vrouw vertellen?
Waterdrinker verwijst naar bestaande personen (in Alfred Kröger herkennen we Allard Schröder, de rossige barkeeper in café De Zwart kan niemand anders dan John zijn en eerder genoemde Leegte staat voor Lepeltak), terwijl hij andere bij hun ware naam noemt (Elik, de naam van zijn uitgever Elik Lettinga). Het is de vraag waarom hij daarvoor heeft gekozen.
Biecht aan mijn vrouw bevat geen kritische noten richting politiek en politici zoals we van Waterdrinker gewend zijn. Wel steekt hij zijn walging over (het gedrag van) schatrijke mensen – en hun schijt aan alles – niet onder stoelen of banken. Ook rapper Wow komt er niet best vanaf. In die zin blijkt ook uit deze roman het autobiografisch gehalte, een typering die hij overigens zelf heeft vermeld achterin de roman. Het is grappig te lezen hoe Julia zijn gangen nagaat, hem vanuit de Tarn in de gaten probeert te houden. Biecht aan mijn vrouw is een prettige roman, al haalt het niet het niveau van bijvoorbeeld Poubelle, Tsjaikovskistraat 40 of De rat van Amsterdam.
Otto is inmiddels mediamagnaat, schathemeltjerijk. Waterdrinker verkeert in andere omstandigheden. Ondanks dat zijn romans inmiddels aardig verkopen, probeert hij vaste inkomsten te verwerven middels een wekelijkse column voor het dagblad waarvoor hij jarenlang als journalist heeft gewerkt in de meest bizarre en gevaarlijke omstandigheden. Al was het maar om er zeker van te zijn altijd iets achter de hand te hebben. Met minachting wordt hij ontvangen. In Thomas Leegte herken je Paul Jansen van De Telegraaf (EW: met dank aan Herman Rosenberg die me wees op het feit dat Jansen en Waterdrinker geen overeenstemming konden bereiken over een column door W). De man schoffeert hem en Waterdrinker staat binnen een kwartier weer buiten het megalomane pand van de krant.
Bij aankomst in het Schrijvershuis wacht Pieter een verrassing in de persoon van Jeva Harms. Deze knappe vrouw blijkt een reservesleutel van het appartement te hebben. Zij vertoefde er voor Pieters komst als liefje van rapper Winston Wow. Ze is inmiddels dakloos en gedraagt zich alsof de etage haar domein is. Op haar subtiele avances gaat de auteur niet in al blijft zij te pas en te onpas zijn pad kruisen.
Enkele dagen na zijn komst in Amsterdam gaat de volgende lockdown in. Otto weet echter alle maatregelen te omzeilen en neemt Waterdrinker mee naar illegale gelegenheden waar zij worden vergast op copieuze maaltijden. Regelmatig brengt Brons een bezoek aan het Schrijvershuis waarbij hij Pieter een onlangs gedane ontdekking onthult die zijn dagen in Amsterdam volledig op zijn kop zetten. In hoeverre bestaat de kans dat niet Brons maar hijzelf betrokken is bij deze affaire? En hoe moet hij het zijn vrouw vertellen?
Waterdrinker verwijst naar bestaande personen (in Alfred Kröger herkennen we Allard Schröder, de rossige barkeeper in café De Zwart kan niemand anders dan John zijn en eerder genoemde Leegte staat voor Lepeltak), terwijl hij andere bij hun ware naam noemt (Elik, de naam van zijn uitgever Elik Lettinga). Het is de vraag waarom hij daarvoor heeft gekozen.
Biecht aan mijn vrouw bevat geen kritische noten richting politiek en politici zoals we van Waterdrinker gewend zijn. Wel steekt hij zijn walging over (het gedrag van) schatrijke mensen – en hun schijt aan alles – niet onder stoelen of banken. Ook rapper Wow komt er niet best vanaf. In die zin blijkt ook uit deze roman het autobiografisch gehalte, een typering die hij overigens zelf heeft vermeld achterin de roman. Het is grappig te lezen hoe Julia zijn gangen nagaat, hem vanuit de Tarn in de gaten probeert te houden. Biecht aan mijn vrouw is een prettige roman, al haalt het niet het niveau van bijvoorbeeld Poubelle, Tsjaikovskistraat 40 of De rat van Amsterdam.
2
1
Reageer op deze recensie