Lezersrecensie
Laten we hem niet vergeten
Schilder/Schrijver Henk van Woerden (Leiden, 1947) beleefde zijn gelukkige kinderjaren in Delft, een plek waarnaar hij zij leven lang heimwee bleef houden zoals zelfs in 2002 blijkt in dit schrijven. In 1956 verhuisde het gezin naar Zuid-Afrika, een van de weinige landen die zijn vader (NSB-er, wellicht zelfs SS-er waar Henk achter kwam door een lezeres zoals in dit boek vermeld) nog toegang wilde verschaffen na diens gevangenschap wegens collaboratie met de Duitse bezetter. Het gezin vestigde zich in Drieankerbaai, een voorstad van Kaapstad. Na het overlijden van moeder in 1960, was hij overgeleverd aan de grillen van zijn vader. In 1968 keerde hij naar Nederland terug. Begin jaren negentig vestigde hij zich in Amsterdam.
“Iedere keer wanneer ik de voordeur achter me dichttrek, zijn de banden met thuis verbroken.”
Van Woerden blijft een rusteloze zoeker, een Slauerhoff, maar dan anders. Zijn muze Lydia Liks – de naam wordt niet vermeld in het boek – laat hij regelmatig achter in Zuid-Afrika. In ‘Notities van een LUCHTFIETSER’ suggereert hij dat ‘zij’ ook maar moet afwachten óf hij nog ooit weerkeert. Overigens blijkt tussen de regels door dat hij zielsveel om haar geeft. Hond Argus is ook een goede reden af en toe naar huis te gaan, vanuit New York bijvoorbeeld waar men een ‘voordracht’ van hem verlangt. Met apartheid wil hij niets van doen hebben en hij vindt het beschamend dat leerlingen/studenten in Zuid-Afrika anno 2000 nauwelijks iets weten over hun geschiedenis, over de strijd die hun (voor)ouders hebben moeten leveren en de vele levens die dit heeft gekost. Tijdens een gastcollege aan studenten spreekt hij vrijuit over de tiener die hijzelf was. Tot ontsteltenis van de aanwezige docente heeft hij het over een zomerkamp waar hij ooit verbleef:
“En als er ’s middags in de tenten gefluisterd en gerotzooid werd, of iets werd verricht dat de muffe geur van zweet en ander lichaamsvocht achterliet, dan zij de Hopman stilletjes achter zijn hand: ‘Raak Dwalie niet aan, laat Dwalie met rust, hij is te jong in zijn hoofd en verstrooid, hij kan het ook niet helpen.’”
Henk van Woerden, Dwalie, het Zuid-Afrikaanse woord voor dromer of luchtfietser.
Uitzonderlijk voor de tijd waarin ‘Notities’ is verschenen, is wat hij over conservatieve moslims schrijft, zo vlak na nine eleven (2001). Cabaretiers gingen op hun woorden letten, veel auteurs pasten zelfcensuur toe. Zo niet Van Woerden. Tijdens een trip naar Durban valt hem op hoe tolerant de verschillende bevolkingsgroepen met elkaar omgaan. Hij kent de moslimgemeenschap uit Johannesburg en Kaapstad. Over die in Durban schrijft hij:
“Het gezicht van de moslimvrouw is aan de Kaap (EW: Durban) gelukkig nog geen icoon geworden, nog niet tot een beeld van wellust en zonde gestold, iets wat bij mannen afgunst en razernij opwekt en daarom maar onder zo’n verachtelijke schaamlap moet verdwijnen.”
Je moet het maar durven, juist in die periode. Een uiterst dappere man, Henk van Woerden. Een man die stond voor zijn principes. Helaas is hij veel te jong overleden (2005), ten gevolge van een hartstilstand in Ann Arbor waar hij als writer in residence verbleef. Laten we hem en zijn werk niet vergeten. Hij schreef prachtige boeken die niet onder een etiket proza, poëzie of autobiografie te vangen zijn.
“Iedere keer wanneer ik de voordeur achter me dichttrek, zijn de banden met thuis verbroken.”
Van Woerden blijft een rusteloze zoeker, een Slauerhoff, maar dan anders. Zijn muze Lydia Liks – de naam wordt niet vermeld in het boek – laat hij regelmatig achter in Zuid-Afrika. In ‘Notities van een LUCHTFIETSER’ suggereert hij dat ‘zij’ ook maar moet afwachten óf hij nog ooit weerkeert. Overigens blijkt tussen de regels door dat hij zielsveel om haar geeft. Hond Argus is ook een goede reden af en toe naar huis te gaan, vanuit New York bijvoorbeeld waar men een ‘voordracht’ van hem verlangt. Met apartheid wil hij niets van doen hebben en hij vindt het beschamend dat leerlingen/studenten in Zuid-Afrika anno 2000 nauwelijks iets weten over hun geschiedenis, over de strijd die hun (voor)ouders hebben moeten leveren en de vele levens die dit heeft gekost. Tijdens een gastcollege aan studenten spreekt hij vrijuit over de tiener die hijzelf was. Tot ontsteltenis van de aanwezige docente heeft hij het over een zomerkamp waar hij ooit verbleef:
“En als er ’s middags in de tenten gefluisterd en gerotzooid werd, of iets werd verricht dat de muffe geur van zweet en ander lichaamsvocht achterliet, dan zij de Hopman stilletjes achter zijn hand: ‘Raak Dwalie niet aan, laat Dwalie met rust, hij is te jong in zijn hoofd en verstrooid, hij kan het ook niet helpen.’”
Henk van Woerden, Dwalie, het Zuid-Afrikaanse woord voor dromer of luchtfietser.
Uitzonderlijk voor de tijd waarin ‘Notities’ is verschenen, is wat hij over conservatieve moslims schrijft, zo vlak na nine eleven (2001). Cabaretiers gingen op hun woorden letten, veel auteurs pasten zelfcensuur toe. Zo niet Van Woerden. Tijdens een trip naar Durban valt hem op hoe tolerant de verschillende bevolkingsgroepen met elkaar omgaan. Hij kent de moslimgemeenschap uit Johannesburg en Kaapstad. Over die in Durban schrijft hij:
“Het gezicht van de moslimvrouw is aan de Kaap (EW: Durban) gelukkig nog geen icoon geworden, nog niet tot een beeld van wellust en zonde gestold, iets wat bij mannen afgunst en razernij opwekt en daarom maar onder zo’n verachtelijke schaamlap moet verdwijnen.”
Je moet het maar durven, juist in die periode. Een uiterst dappere man, Henk van Woerden. Een man die stond voor zijn principes. Helaas is hij veel te jong overleden (2005), ten gevolge van een hartstilstand in Ann Arbor waar hij als writer in residence verbleef. Laten we hem en zijn werk niet vergeten. Hij schreef prachtige boeken die niet onder een etiket proza, poëzie of autobiografie te vangen zijn.
1
Reageer op deze recensie