De laatste gongslag laat wel op zich wachten
Yoshimura Keiko is een pseudoniem van een jonge Japanse auteur. 108 gongslagen is haar debuut en werd in het Nederlands vertaald door Hilda Schraa.
Op oudjaarsavond klinken in veel Japanse steden en dorpen 108 gongslagen om weer gezuiverd het nieuwe jaar in te gaan. Zo ook op Toshima, een erg klein en afgelegen eiland voor de kust van Tokio. Klusjesman Mamoru Sohara kijkt altijd reikhalzend uit naar deze avond, al was het alleen al omdat hij geboren werd tijdens een 108e gongslag en daarna zijn verjaardag mag vieren. Dit jaar is de sympathieke en hulpvaardige Sohara extra blij want zijn dochter Toka komt naar huis met de laatste boot vanuit Tokio, waar ze op school zit. Dit is altijd spannend want het weer is erg onvoorspelbaar waardoor het tot het laatste moment maar de vraag blijft of de boot wel kan aanmeren bij het eiland. Maar deze gezonde spanning wordt nu overschaduwd door een brief van Sohara’s beste vriend Yamada waarin slecht nieuws staat dat vooral Sohara’s dochter zal treffen. Zal het tij zich nog keren voor Sohara?
108 gongslagen is uitgegeven onder de noemer healing fiction. Dit genre wordt vaak toegekend aan literatuur uit Japan en Korea en als je de betekenis ervan opzoekt leer je dat deze fictie de emoties van de lezer dient te kalmeren en tot rust te brengen. Het verhaal wordt rustig en beschrijvend verteld en geven troost. Er zijn geen grote plotwendingen of nagelbijtende spanning en het verteltempo is laag. In de regel komen er ook nog de nodige levenswijsheden voorbij, zo ook in dit boek.
‘Je moest je verlangens voortdurend bijstellen, dat was het enige wat je kon doen, het enige wat echt werkte. Dit ritueel – het luiden van de klok, de trommels, het wachten – bracht het steeds opnieuw onder de aandacht.’
En wachten is een belangrijk thema in dit boek, op het nieuwe jaar, op dochter Toka, op wat er nu eigenlijk in die brief van Yamada staat, op die laatste 108e gongslag. Door het trage tempo van het verhaal kan de lezer echter toch wel enig ongeduld bij zichzelf ervaren. De alwetende verteller probeert je zeker hiervan af te leiden, zoals ook Sohara afleiding zoekt in het uitvoeren van allerhande klusjes, gevraagd en ongevraagd, waardoor hij een onmisbaar persoon is geworden op het eiland. De bewoners dichten het toe aan een soort magie als er ineens een gebroken vaasje weer in de kast staat te pronken of als er een deur plotseling weer goed sluit maar iedereen weet dat het Sohara is die hiervoor de credits dient te krijgen.
Maar hoe onzelfzuchtig Sohara ook is, het gaat wel een beetje vervelen, al dat goeddoen. Er worden heel wat klusjes beschreven en daarmee ook de levens van de personages waarvoor Sohara deze doet. Die levensbeschrijvingen zijn niet altijd in dienst van het verhaal. Samen met de herinneringen die Sohara bij zichzelf ophaalt zijn het steeds weer andere manieren om hetzelfde te vertellen. Het verhaal is hiermee eigenlijk een grote herhaling. Het is natuurlijk wel een mooie metafoor, dit verhaal voor te stellen als een cirkel, zoals het jaar ook verloopt en weer overgaat in een nieuw jaar maar ergens schiet het hier zijn doel voorbij. En het maakt dat je soms de binding met het verhaal wat kwijtraakt. Als je bedenkt dat healing fiction eigenlijk voor rust en kalmte moeten zorgen brengt de brief van Yamada behoorlijk wat onrust, niet alleen bij Sohara, die zich hierdoor als een complete mislukking voor de mensheid beschouwd, maar bij het hele eiland. Want zoals dat gaat in een kleine gemeenschap weet iedereen dat die brief er is. Maar zoals het wel te verwachten is bij dit genre zorgt de brief, via alweer een cirkelbeweging door het verhaal heen, voor bewustzijn bij alle inwoners van het eiland en komt het allemaal weer goed. En dat is toch wel wat je graag wilt aan het einde van dit boek.
Reageer op deze recensie