In de marge van The Crown
Het Britse koningshuis is ‘hot’. Naast alle sappige roddels over het wel en wee van Hare Majesteit Koningin Elizabeth en haar familie in de media kunnen we ons zelfs al op Netflix vermaken met de royals in de hitserie The Crown. In de marge van deze serie verscheen ook de misdaadroman De geheime gasten van Benjamin Black (vertaald door Arie Storm). Achter dit pseudoniem schuilt de Ierse schrijver John Banville, die in 2005 de Bookerprize won voor zijn roman De zee. Als Benjamin Black schrijft hij thrillers en misdaadromans. De BBC-serie Quirke is gebaseerd op zijn boeken.
Tijdens de Blitzkrieg die nazi-Duitsland tijdens de Tweede Wereldoorlog met Engeland voert, wordt besloten dat de twee dochters van de Britse koning tijdelijk naar een afgelegen plek zullen worden gebracht. Onder begeleiding van Celia Nashe, agente bij de Britse Binnenlandse Veiligheidsdienst, komen Elizabeth en Margaret na een lange reis over zee en land aan bij een vervallen landgoed in het midden van het neutrale Ierland. Rechercheur Strafford van de Ierse politie krijgt van zijn meerderen de opdracht de Ierse kant van de beveiliging te vertegenwoordigen.
Elizabeth, die nu Ellen genoemd moet worden, blijft zich nog steeds bewust van haar status en houdt een kille en hooghartige houding aan. Margaret, die nu als Mary door het leven gaat, is avontuurlijker aangelegd en struint het huis en de landerijen eromheen af op zoek naar vertier. Haar fantasie brengt haar hoofd op hol, zeker als de jonge opzichter van het landgoed, Billy, in de buurt is. De meisjes lijken een saai maar veilig heenkomen te hebben gevonden. Maar als de geruchten rondgaan wie de gasten op het landgoed in werkelijkheid zijn, raakt de boel in een stroomversnelling. Als er dan ook nog iemand dodelijk gewond raakt door een kogel van het Ierse militaire detachement, dat de wacht houdt rondom het landgoed, zijn de poppen goed aan het dansen.
Het verhaal wordt min of meer gedragen door de tienjarige wijsneus Mary. Gevoelig als ze is voor haar eigen fantasie, komt de meeste spanning in het boek voort uit haar waarnemingen. Maar Black kiest er voor het perspectief vaak te laten wisselen naar andere personages in het verhaal. Ondanks deze wisselingen leren we geen van hen echt kennen. We krijgen wat anekdotes uit hun leven te lezen, maar deze zijn niet genoeg en halen de spanning uit het verhaal. Ook het taalgebruik is niet wat je normaal gesproken in een misdaadroman verwacht. Wel herkennen we hier de hand van een Bookerprize-winnaar in. Hij weet personages en landschappen heel beeldend te beschrijven. Maar al dit moois leidt wel erg af als Celia door de nachtelijke tuin sluipt met getrokken wapen:
‘Toen ze klein was had ze niet beseft dat de maan opkwam en onderging; ze had zich vagelijk voorgesteld dat die altijd in de lucht hing, op een vaste plek maar gezien vanuit verschillende hoeken, zelfs gedurende de dag, wanneer het licht te fel was en de maan onzichtbaar werd gemaakt door de zon, en zelfs dat was niet altijd het geval, want soms was er op bepaalde herfstochtenden en wintermiddagen een soort transparante geest ervan te zien die in de heldere blauwe lucht hing te glimmen.’
De onderhuidse spanningen die nog het gevolg zijn van de Ierse Onafhankelijkheidsoorlog die op de achtergrond meespelen, zullen niet voor iedere lezer even gemakkelijk te begrijpen zijn. Als je die geschiedenis niet kent, mis je een groot deel van de achtergrond van het verhaal. Maar al met al heeft Black een onderhoudende roman afgeleverd die door fans van het Britse koningshuis en liefhebbers van complottheorieën niet overgeslagen mag worden.
Reageer op deze recensie