Grabbelton voor troostmomenten
De Britse Matt Haig (1975) schreef al bijna dertig boeken. Hij is wereldwijd bekend van romans en kinderboeken als Middernachtbibliotheek en Een jongen met de naam Kerstmis. Op zijn 24e kreeg hij te maken met een ernstige depressie en gedachten aan suïcide. Hierover schreef hij Redenen om te blijven leven. Voortkomend uit zijn ervaring met die depressie stelde hij tijdens de lockdown Het troostboek samen. Het is vertaald door Monique ter Berg.
Het troostboek is niet echt een boek om achter elkaar uit te lezen. Het lijkt eerder geschikt om het, op tijden waarop de lezer het nodig heeft, open te slaan op een willekeurige pagina en daar een troostrijke of inspirerende tekst te vinden. Haig heeft in dit boek van alles samengebracht: van recepten, lijstjes met troostrijke muziek tot films die hem troost bieden. Er zijn heel korte tekstjes, losse kreten bijna, die je even wakker schudden maar ook wat langere teksten waarin vaak andere auteurs of filosofen aangehaald worden. Kijk dan ook niet verrast op als je ineens Marcus Aurelius of Epictetus geciteerd ziet worden. Maar Haig haalt ook inspiratie uit mensen als Joy Harjo, de eerste dichter des vaderlands in de Verenigde Staten van inheems Amerikaans origine en de onderzoeksjournalist Nellie Bly (Elizabeth Jane Cochran 1864-1922) die bekend werd met haar reis om de wereld in 72 dagen en haar artikelen over de mensonterende toestanden in een psychiatrisch ziekenhuis.
'Ik zal nooit de muzikale hoogte van een Verdi of Joy Harjo bereiken, zelfs niet die van een snel lerende twaalfjarige, maar ik kan muziek maken en daarvan genieten, en dat is genoeg. Het plezier van muziek zit in de muziek. Het spelen. Het luisteren. En het is plezier met een wijdopen deur, iedereen is welkom. Dat is alles wat we kunnen doen, toch? Zoveel mogelijk deuren openhouden. Je hele zelf blijven omarmen. Blijven mislukken. Zoals Harjo zegt: "geen poëzie zonder missers".'
Het troostboek is opgebouwd in vier delen. Waarom wordt niet erg duidelijk. Alle delen lijken even rommelig (‘als het leven zelf’) en lijken dezelfde boodschap te hebben: Wees jezelf, het is OK om jezelf te zijn. Dat lijkt nogal een open deur en als er dan ook nog paradoxale zaken voorbij komen dan is het niet vreemd dat de lezer enigszins de wenkbrauwen fronst:
‘De sleutel voor mijn herstel lag in acceptatie. Dat was de paradox: om mijn depressie te boven te komen moest ik het punt bereiken dat ik mijn depressie accepteerde.’
Toch is het wel te begrijpen dat je een zekere mate van troost kan putten uit dit boek. Iedereen heeft wel eens een moment of periode in zijn of haar leven waarop troostende woorden fijn zijn. Of zelfs nodig. Haig verwijst in Het troostboek ook vaak naar de periode waarin de depressie hem in zijn greep hield. Hij zag in die periode altijd wel een sprankje licht waaraan hij zich weer kon optrekken. Hoe dat voor hem werkte kun je terugvinden in dit boek. Het is dan ook best voor te stellen dat anderen ook wat zouden kunnen hebben aan Haigs troostrijke recepten, muziek – en filmtips en citaten.
Maar Haig is er wel duidelijk over: Het troostboek is geen zelfhulpboek. Hij wil zelf ook niet gezien worden als een zelfhulpgoeroe. Hij heeft met deze verzameling lijstjes, overdenkingen en herinneringen een boek gemaakt dat hem in moeilijke tijden houvast kan bieden. En omdat hij denkt dat anderen dit houvast ook wel eens nodig hebben, heeft hij gedeeld met de hele wereld. Het is een soort grabbelton geworden waar de lezer, indien nodig, iets van troost uit kan halen. Dat dit kan werken bewijst Haig dan ook met zijn eigen ervaringen.
Reageer op deze recensie