Wijsneuzig sprookje dat een beetje goed afloopt
Japan, katten en boeken. Drie populaire onderwerpen in een boek moeten wel een hit opleveren. Zo moet Sosuke Natsukawa (1978), een arts en schrijver uit het Japanse Nagano, hebben gedacht toen hij dit verhaal schreef. Het boek werd dan ook verkocht aan twintig landen. De Nederlandse vertaling is van Geert van Bremen.
In deze kleine roman leren we de schuchtere puber Rintaro Natsuki kennen. Nadat zijn beide ouders overleden zijn, woont hij bij zijn opa. Deze was ooit een beducht wetenschapper aan de universiteit, maar na een meningsverschil met collega’s en de leiding heeft hij ervoor gekozen een antiquarische boekhandel te beginnen. Rintaro groeit op in de winkel en hij leert zo de grote literaire werken goed kennen. Dan komt zijn opa plotseling te overlijden en Rintaro erft de winkel. Het is eigenlijk de bedoeling dat de winkel zal sluiten en dat Rintaro bij zijn tante gaat wonen. Maar alles loopt anders als er een paar dagen na opa’s begrafenis een pratende kat in de winkel verschijnt. Deze cyperse kat met de weinig tot de verbeelding sprekende naam Tijger heeft de hulp van Rintaro nodig om boeken te redden en alsof het de gewoonste zaak van de wereld is gaan ze samen op pad. Later krijgen ze nog gezelschap van Sayo, een meisje dat bij Rintaro in de klas zit en zich een beetje zorgen om hem maakt.
Na een inleiding voert Natsukawa zijn lezers mee op de queeste van Rintaro langs vier verschillende doolhoven waarin we de vijanden van de boeken ontmoeten. Dat de schrijver zich grote zorgen maakt over de huidige trend van ontlezing moge duidelijk zijn als hij laat zien dat het in de uitgeverswereld alleen om aantallen, verkoopcijfers en efficiëntie lijkt te gaan. Het obsessief verzamelen van boeken (komt het bekend voor?), bevorderen van snellezen en alleen dat uitgeven wat verkoopt maakt dat de ware kracht van boeken in de verdrukking komt. Het zal de lezer niet verbazen als Rintaro er uiteindelijk ook achter zal komen wat die kracht precies is.
Natsukawa heeft zijn boek neergezet als een sprookje voor volwassenen. Dat het al meteen doet denken aan Kafka op het strand van zijn beroemde landgenoot Haruki Murakami is een slimme marketingtruc. Zoals het een sprookje betaamt zit het vol van moraal en wijsneuzige boodschappen richting de lezer. Dat is niet heel erg, het is tenslotte een sprookje, maar het wordt iets te veelvuldig toegepast. In combinatie met de vele herhalingen in het boek wordt het na een tijdje een beetje te veel van het goede. Als hij dan ook nog een epiloog toevoegt waarin hij het al geleerde nog eens dunnetjes uit de doeken doet, is het wel genoeg.
‘Het is niet waar dat je wereld zich verruimt als je als een bezetene zo veel mogelijk leest. Je kunt nog zoveel kennis in je hoofd stampen, maar als je niet zelf nadenkt en eropuit trekt, wordt het nooit meer dan lege, geleende kennis.’
Aldus de wijze woorden van opa. Maar de schrijfstijl van Natsukawa en de prettige dialogen maken ook weer veel goed. Het leest vlot en het is mooi te zien dat Rintaro een duidelijke verandering doormaakt. Natsukawa gebruikt hier het thema van eenzaamheid en depressiviteit voor, iets dat in Japan vele honderdduizenden jongeren schijnt te treffen en inmiddels een behoorlijk maatschappelijk probleem begint te worden. Het brommerige karakter van de kat, de rappe tong van Sayo en de onverwachte droge humor van Rintaro (hij lijkt er zelf van te schrikken) geven nog wat extra body aan het verhaal. En als er dan ook nog heel veel titels van klassieke literaire werken voorbij komen, is het al helemaal niet meer erg dat het verhaal goed afloop en er hoop is. Want dat hoort nu eenmaal zo in sprookjes: ze leefden nog lang en een beetje gelukkig.
Reageer op deze recensie