Treed uit de schaduw en red het oerbos
In de schaduw van de eik is alweer de vijfde roman van journalist en auteur Stefan Popa (1989). Hij debuteerde in 2014 met Verdwenen grenzen en hij gooide vooral hoge ogen met zijn vierde roman Of de oleander de winter overleeft (2019) Dit boek werd genomineerd voor de Halewijnprijs en kreeg een Spaanse vertaling.
'Met een ecologisch thema en het onderzoek naar het universelere verhaal van wie we zijn en wat onze plaats in de wereld nu eigenlijk is, heeft Popa zichzelf niet alleen uit die schaduw van de eeuwenoude eik gehaald, maar ook absoluut uit die van literair Nederland.' – recensent Evelien
In de schaduw van de eik vertelt het verhaal van de half Nederlandse en half Roemeense chef-kok Alex Petrescu. Na een grote blunder te hebben begaan verliest zijn restaurant in Utrecht de Michelinsterren die het had verworven en hoeft Alex ook niet meer op te treden als tv-kok. Met zijn vriendin botert het ook al een tijdje niet meer en daarom besluit hij het vlakke land waarin hij opgroeide bij zijn naar Nederland gevluchte Roemeense moeder en Nederlandse stiefvader te verlaten en een vervallen landhuis in een klein Roemeens dorpje te kopen. Hij begint voortvarend aan de restauratie van het huis en stort zich op een YouTube-carrière waar hij een kookkanaal begint met zijn kijk op Roemeense gerechten. Met de opbrengsten van het kanaal hoopt hij het bos op zijn land, dat op een grote oude eik na helemaal illegaal gekapt is, te kunnen vernieuwen. Maar hij loopt iets te veel in de weg van de houthakkers en er worden de nodige bedreigingen aan zijn adres geuit. Ondertussen krijgt hij ook het Roemeense Geheime Dienst-dossier van zijn moeder in handen. Wat hij daarin leest verandert de kijk op zijn moeder drastisch en daardoor ook die op zijn eigen leven en de plaats die hij inneemt in de wereld.
Popa, die zijn eigen afkomst handig verwerkt heeft in hoofdpersonage Alex, heeft een niet alledaagse schrijfstijl. Het duurt dan ook even voor je als lezer doorhebt waar je bent en wat er speelt. Een paar van de eerste zinnen in het boek roepen meteen al een en al verwarring op:
'Ik hoor hoe de priester opnieuw rond mijn lichaam klingelt. Hij prevelt zoetgevooisde woorden die ik niet versta. Ingenesteld in eiken tel ik mijn grafrede af. Er zit een ruimte van twee vuisten tussen neus en deksel, maar ik heb in te veel kleine keukens gewerkt om nu nog claustrofobie te ontwikkelen. Ik lig zo stijf als ik kan.'
Maar deze verwarring – is het ik-personage overleden? – verdwijnt naarmate het verhaal vordert. Het gelaagde verhaal wordt via veel zijtakken verteld, maar dat maakt het alleen maar 'spannender' om te lezen. Er worden een aantal bijzondere en soms grappige figuren opgevoerd die het Roemeense dorpje bevolken en die Alex al snel zijn buren gaat noemen. Of zij hem ook zo zien daar valt over te discussiëren, maar de voormalig sterrenkok lijkt al snel zijn draai te hebben gevonden in het geboorteland van zijn moeder. De auteur weet de aandacht vast te houden met lollige en hilarische uitspraken en situaties. Tegen het einde komt Alex zelfs in een enerverende rollercoaster terecht als hij echt de strijd aan wil gaan om het oerbos te redden. Met dat ecologische thema en het onderzoek naar het universelere verhaal van wie we zijn en wat onze plaats in de wereld nu eigenlijk is, heeft Popa zichzelf niet alleen uit die schaduw van de eeuwenoude eik gehaald, maar ook absoluut uit die van literair Nederland. Want naast de vaak zwarte humor en halsbrekende toeren van Alex kan hij ook heel mooi proza neerzetten.
'Mijn moedertje. Zij en ik zijn een gespleten boom. Onze wortels houden ons bij elkaar tot we breken onder het gewicht van de groei van de ander.'
Met bijna poëtische zinnen als deze heeft Popa zich nu definitief gevestigd in het Nederlandse literaire landschap. De vleug Roemeens bloed geeft het net dat extra exotische tintje wat hem onderscheidt van de massa. Deze auteur verdient zeker meer aandacht dan hij nu krijgt.
Reageer op deze recensie