Ongewild #MeToo-slachtoffer
Kate Elizabeth Russell (1985) deed er achttien jaar over om haar debuutroman Mijn duistere Vanessa te schrijven, dat vertaald werd door Gerda Baardman en Monique Ter Berg. Aan het einde van haar schrijfproces (het is dan oktober 2017), komen de eerste beschuldigingen van seksueel misbruik aan het adres van filmproducent Harvey Weinstein naar buiten in de media, en start de grote opmars van de #MeToo-beweging. Russell heeft geprobeerd deze beweging in eerste instantie niet te betrekken op het verhaal wat zij wilde vertellen, maar ontkwam daar uiteindelijk toch niet aan. Ze heeft daarvoor niet eens veel hoeven herschrijven.
Als Vanessa Wye 14 jaar is, verruilt ze haar openbare middelbare school voor een typische Amerikaanse kostschool. Buitenbeentje als ze is hoopt ze daar beter uit de verf te gaan komen en te leren hoe het leven in elkaar steekt. Maar ook daar voelt ze zich niet echt op haar gemak bij haar leeftijdgenoten. Dan volgt ze in haar tweede jaar een workshop creatief schrijven van Jacob Strane, de leraar Engels. Via grote literaire werken als Lolita van Nabokov en het gedicht Cadenus en Vanessa van Jonathan Swift weet Strane door te dringen tot de vroegrijpe Vanessa. Ze loopt in zijn val en krijgt een zeer dubieuze relatie met de 42-jarige Strane.
‘Niet omdat ik zo jong was, voor hem niet. Boven alles hield hij van mijn geest. Hij zei dat ik een fantastische emotionele intelligentie bezat en dat ik schreef als een wonderkind, dat hij met me kon praten, dat hij zijn hart bij me kon uitstorten. Diep verscholen had ik een duistere, romantische ziel, net als hij. Vóór mij had niemand die duistere kant van hem ooit begrepen.’
Zeventien jaar later wordt Vanessa geconfronteerd met een aanklacht van seksuele intimidatie richting Strane door een medeleerlinge van de kostschool. Vanessa wordt heen en weer geslingerd in haar gevoelens voor Strane en wil er niets van weten, zij ziet zichzelf niet als slachtoffer. Strane heeft haar niet misbruikt, ze wilde het zelf, Strane heeft haar altijd toestemming gevraagd. Ze blijft tegen zichzelf zeggen dat hij van haar hield en zij van hem. Andere meisjes deden hem niets. Toch?
‘…,maar ik ga niet liegen om erbij te horen. Ik ga mezelf geen slachtoffer noemen. Vrouwen zoals Taylor vinden troost bij dat etiket en dat is fijn voor ze, maar hij belde míj [...] Hij zei het zelf: met mij was het anders. Hij hield van me, hield echt van me.’
Russel heeft ervoor gekozen om het verhaal vanuit de oudere Vanessa te vertellen door haar terug te laten blikken vanuit 2017 op haar jongere versie in 2000. Een ik-perspectief is echter hét recept voor een onbetrouwbaar personage. De lezer krijgt alleen de informatie vanuit de ik-persoon en kan zo niet goed bepalen wat de rol van de overige personages is. In dit boek leidt dit tot wat weinig diepgang. We weten alleen via Vanessa wat er gebeurd is en we blijven alleen in haar gedachtegang ronddraaien. Een stroom waar Vanessa zelf ook niet uit komt, en als zij uiteindelijk inziet wat het haar heeft gebracht, probeert ze hier alsnog met alle macht aan te ontkomen.
Maar Kate Elizabeth Russell heeft haar Vanessa wel goed gestalte gegeven. Zij ziet zichzelf zelfs genoodzaakt uit te leggen dat haar hoofdpersonage niets met haar eigen leven te maken heeft, gezien de vele overeenkomsten. Dat Vanessa een herkenbaar verhaal vertelt, wordt ook duidelijk als Russell een aanklacht van vermeend plagiaat aan haar broek krijgt van schrijfster Wendy C. Ortiz, die in Russells boek vele overeenkomsten ziet met haar eigen memoires, waarin ze haar relatie met haar leraar Engels beschrijft. Er werd echter geen bewijs voor plagiaat gevonden, Russell had er tenslotte al bijna twintig jaar aan gewerkt. De enige consequentie was dat Oprah Winfrey Mijn duistere Vanessa van haar Book Club lijst verwijderde. Maar dat heeft nauwelijks invloed gehad op het terechte succes van Russells debuut.
Reageer op deze recensie