Het vertelperspectief maakt het rommelig
Waar we gaan is nacht is het romandebuut van de Amerikaanse Tracey Rose Peyton. De Nederlandse vertaling is van Linda Broeder. Peyton schreef eerder al vele korte verhalen die via allerlei wegen de lezers wisten te bereiken. Onlangs studeerde ze af aan het Michener Center for Writers aan de universiteit van Texas-Austin. Ze woont in Los Angeles, Californië.
'Het is soms erg heftig wat de vrouwen hebben meegemaakt en nog moeten doorstaan. Dat zal niemand onberoerd laten.' – recensent Evelien
We schrijven 1852. Op een armoedige plantage in Texas wonen en werken zes tot slaaf gemaakte vrouwen. Hun eigenaren, de familie Harlow, worden door de vrouwen de Lucy's genoemd – naar Lucifer. Nadere uitleg over deze naam is niet nodig en al helemaal niet als meneer en mevrouw Harlow een duister plan hebben bedacht om hun plantage weer nieuw leven in te blazen. 's Nachts glippen de vrouwen hun hutten uit om anderen van omliggende plantages te ontmoeten. De Lucy's en plantage-eigenaren in de buurt voelen zich bedreigd door de steeds verder oprukkende opstandelingen vanuit het Noorden. Ze voeren de druk op hun 'eigendom' steeds verder op en de zes vrouwen staan voor een moeilijke keuze; gehoorzamen aan of samenspannen tegen hun bazen. Het is wel duidelijk dat ze hun leven niet zeker zullen zijn als hun verzet ontdekt wordt.
'Een voor een slopen we de hut uit en de hoek om, en nog verder, voorbij de erfgrens van de Lucy's. We waren met zijn zessen en sjokten op een rij het bos in. Junie ging voorop, gevolgd door Patience, Lulu, Alice en Serah, met Nan, de oudste, als hekkensluiter.'
Wat meteen opvalt in dit boek is het bijzondere vertelperspectief dat Peyton gebruikt. De zes vouwen zijn een stem, een wij-verteller neemt het woord en dat maakt dat hun daden en woorden in eerste instantie krachtig overkomen. Ze vormen een hecht front tegenover hun eigenaren en ook ten opzichte van de andere tot slaaf gemaakten komen ze als een ondoordringbare groep over. Maar naarmate het verhaal vordert merkt de lezer dat de vrouwen ook allemaal een eigen leven leiden, een eigen stem hebben, hun eigen verleden hebben en daardoor ook hun eigen dromen en wensen. Ook al weten ze eigenlijk niet meer precies wie van hen precies wat heeft meegemaakt.
'Voor ieder van ons waren de liederen weer anders, omdat al onze voorheens anders waren, en soms was het te veel werk om ze te ontwarren. We leenden en stalen over en weer, gooiden al onze voorheens op een hoop en maakten ze beschikbaar voor ons allemaal.'
Het is dus lastig dit perspectief vol te houden en de auteur schakelt dan ook steeds vaker over op een alwetende verteller die tevens het verhaal van de Lucy's kan omvatten. Zij maken immers geen deel uit van de zes vrouwen maar het is wel nodig om hun kant van het geheel te laten zien. En hierdoor gaat het helaas ook een beetje mis in dit boek. Het wordt er rommelig door en te vol. En ja, het verhaal dat verteld moet worden is ook veel en vol. Het thema slavernij brengt dit altijd met zich mee en dat moet ook. De verhalen over slavernij moeten worden blijven verteld. En dat doet Peyton met verve. Het is soms erg heftig wat de vrouwen hebben meegemaakt en nog moeten doorstaan. Dat zal niemand onberoerd laten. Toch knaagt het als er ineens hele stukken over de witte mevrouw Harlow gaan. Ondanks dat de kant van de Lucy's niet onbelangrijk is – het lot van de zes vrouwen staat of valt er immers bij – is dit niet het meest interessante in het verhaal. De perspectiefwisseling haalt daar de focus weg.
Maar de auteur is er wel in geslaagd om je mee te laten voelen met de zes vrouwen. Het zal je niet verbazen dat het verhaal voor de meeste van hen niet goed afloopt. Maar hun lied en daarmee de hoop zal blijven voortleven in een nieuw lid van de groep.
Wil jij ook meer en leuker lezen? Lees dan dit boek voor de Hebban Reading Challenge van 2024!
Vink er bijvoorbeeld de volgende checklistcategorieën mee af: 'Lees een kwetsbaar boek' en 'Lees een ver boek'. Meedoen kan via Hebban.nl/challenge.
Reageer op deze recensie