To be or not te be: De foetus als kroongetuige
Er wordt een moord beraamd: De daders en het slachtoffer zijn bekend, het motief is duidelijk en aan de methode wordt gewerkt. De machteloze kroongetuige in de zaak bevindt zich “ondersteboven in een vrouw”. Een naamloze foetus, een jongen in wording die de naam Hamlet niet zou misstaan, is het hoofdpersonage in Notendop, de nieuwe roman van de Britse succesauteur Ian McEwan (1948). Dit bondige boek is, zo verraadt het motto al, een moderne bewerking van Shakespeares Hamlet.
Het Denemarken van Hamlet heeft zich verplaatst naar een Georgiaanse rijkeluiswoning in Londen, dat behoorlijk in verval is geraakt. Het huis behoort toe aan de de dichter John, maar hij is door zijn vrouw Trudy uit huis gezet omdat ze ruimte nodig heeft, waarna de foetus zegt: “Ruimte! Ze zou eens hierbinnen moeten komen, waar ik de laatste tijd nog amper een vinger kan buigen”. De dromerige dichter heeft totaal niet in de gaten dat zijn vrouw hem bedondert met zijn broer Claude, “wiens armetierige zinnen als moederloze kuikens sterven en goedkoop vervagen”. Claude en Trudy (hier wordt het leuk voor de Shakespeare-kenners) willen samen verder en daarom moet John uitgeschakeld worden. Zo blijkt dat ook het motief voor de moord lijkt op dat in Hamlet: De vastgoedhandelaar Claude heeft de acht miljoen pond die het huis waard is helemaal niet nodig, maar toch moet John dood, de methode laat zich natuurlijk makkelijk raden.
De snobistische foetus doet op komische en welbespraakte wijze verslag van de moord, maar dwaalt hierbij vaak af naar de wereldpolitiek en - problematiek: “De hele mensheid die verenigd en gelijk wordt door die afgezaagde oude koek over klimaatverandering”. Die verbitterde stem doet soms wel erg klinken als McEwan zelf, bijvoorbeeld als hij een sneer maakt naar de ophef die er rondom hem ontstond in de pers, toen hij zich dit jaar ongepast uitliet over transgenders. Alhoewel goed verbloemd door de gelijkenis met Shakespeare, lijkt Notendop vaak behoorlijk persoonlijk te zijn. Zo heeft McEwan met de foetus ook een stem gevonden om het hedendaagse Groot-Brittannië te bespotten als hij opmerkt dat de foetus in een “verre van verenigd koninkrijk, geregeerd door een bejaarde koningin” terecht komt. De foetus, die een groot wijnkenner blijkt te zijn, is zich ook bewust van zijn lot als zijn moeder en oom erin slagen zijn vader te vermoorden: “Dit wordt mijn ondergang, mijn val, want ongewenste kinderen komen als wees alleen in sprookjes hogerop. De hertogin van Cambridge zal mij niet aannemen”. De foetus is machteloos en kansloos; hij slaagt er zelfs niet in om zelfmoord te plegen via de navelstreng.
Notendop heeft niet de ethische en thematische diepgang van het geprezen meesterwerk Boetekleed (2002), maar dat doet geen afbreuk aan de doeltreffendheid van deze roman. McEwan slaagt er namelijk in om de lezer mee te nemen in een verhaal dat zo dun en ongeloofwaardig is, dat het er eigenlijk om schreeuwt om jammerlijk in elkaar te vallen als een kaartenhuis. Toch gebeurt dit niet, en dit heeft alles te maken met de stijl en toon van McEwan, die trouwens waardig is vertaald door Rien Verhoef. Het bijzondere perspectief blijft interessant en net wanneer de lezer McEwan op een foutje wil betrappen op dat vlak, komt hij vernuftig aan met een verklaring als “dat weet ik omdat mijn vader zijn gedicht hierover in mijn bijzijn hardop aan haar voorgelezen heeft”. Maar het is zonde om cynisch te zijn over het vertelperspectief: Notendop is een genot om te lezen, mede door het vertelplezier van McEwan dat van de pagina’s afspat. De roman is in staat om te blijven verrassen, en dat is ongelofelijk knap voor een plot dat zo bekend is. Notendop is weer een echte McEwan zoals we hem lang niet gezien hebben: Een superieure satire!
Reageer op deze recensie