Een eigentijdse hervertelling van eeuwenoude verhalen, mét persoonlijke toets
Voor veel lezers zal de titel 1001 nacht zeker een belletje doen rinkelen, maar hoeveel van ons hebben werkelijk de verhalen van Sheherazade gelezen? Auteur Kader Abdolah heeft de verhalen altijd bij zich gedragen en beschrijft ook in zijn inleiding hoe belangrijk het boek voor hem is in al zijn werk. Het werd dus tijd om de Nederlandse lezer te intrigeren en 'hen mee te laten nemen door de djinns in het doolhof van het boek'.
Na het bedrog van zijn vrouw neemt koning Sjahriar elke nacht een meisje mee naar bed en laat haar de volgende nacht ombrengen. Sheherazade, de dochter van Sjahriars grootvizier, biedt vrijwillig aan om de nacht door te brengen met de koning. Ze heeft een plan om door middel van verhalen de koning gunstig te stemmen, zodat hij noch haar, noch andere meisjes vermoordt. Nacht na nacht vertelt Sheherazade stukken van de verhalen en zo vormt zich de raamvertelling, waarbij Sheherazade het anker is waar je als lezer telkens naar terugkeert voor je samen met haar weer in een nieuw verhaal duikt.
Eigenlijk moet je als lezer ook elke dag minimaal één verhaal voor het slapengaan lezen. Zo raak je de draad niet kwijt, want het nadeel van een raamvertelling is tegelijk datgene wat het uniek maakt, de verhalen in de verhalen, en soms nog een laag verhalen extra. Het effect daarvan kan verwarring zijn, maar als je zelf het ritme erin houdt en regelmatig leest, geeft 1001 nacht een heerlijk gelaagd gevoel dat met weinig andere boeken te vergelijken is.
Abdolah heeft zich een moeilijke taak toegeëigend. Daar is hij niet bang voor; dat konden we al zien toen hij ook de Koran onder handen nam. Wat hij doet met de verhalen is niet slechts vertalen, want hij voegt er ook iets aan toe. In kleine tussenhoofdstukken die steeds na enkele ‘nachten’ opduiken, geeft de auteur achtergrondinformatie. Het ontstaan van de verhalen, de eerste vertaling naar het Nederlands, maar ook sommige personages of een stukje van de thematiek komen aan bod. Telkens één of twee bladzijden die erg persoonlijk aanvoelen en gericht zijn aan de lezer. Het oorspronkelijke Midden-Oosterse werk verandert daardoor in een soort eerbetoon dat een aangename gewaarwording afgeeft.
Mooie vrouwen en djinns bevolken de verhalen van Sheherazade ten overvloede. Dit geeft 1001 nacht een opmerkelijk karakter en daar moet je je volledig in onderdompelen. Hoe verder je in het boek komt, hoe ‘normaler’ het bijzondere aanvoelt en hoe meer je verlangt om verder te lezen over al die wonderlijke gebeurtenissen die zich überhaupt kúnnen afspelen. Het scepticisme dat bij de start misschien overheerste, smelt weg en daar komt een soort afhankelijkheid voor in de plaats. Natuurlijk hebben de verhalen van 1001 nacht dezelfde functie als bijvoorbeeld de sprookjes van Grimm. Ze bieden wijze lessen verpakt in vertier-formaat. Het extra element hierbij, de Oosterse cultuur, prikkelt de verbeelding nog een tandje meer. Vergelijk in je verbeelding de djinn uit de fles maar met de grote boze wolf in het bos. Dan snap je direct het verschil.
Een eigentijdse hervertelling van de eeuwenoude verhalen, mét persoonlijke toets. Dat is wat Abdolah de Nederlandse lezer biedt en dat moeten we zien als een geschenk. 1001 nacht is geen boek om in één ruk te verslinden, daarvoor lijken de verhalen af en toe te sterk op elkaar en dan ervaar je het als teveel herhaling. Maar mondjesmaat, telkens een paar nachten lezen en weer wegleggen – dat is optimaal genieten. De grote verrassing is dat de schrijfstijl nergens oubollig aanvoelt en de auteur er toch in slaagt de goede sfeer weer te geven in een taal die elke lezer vlot zal kunnen verteren. Je waant je in lang vervlogen Perzische en Arabische tijden, vol bloedmooie gesluierde vrouwen die sluwer zijn dan je denkt. 1001 nacht is het boek waar je de laatste nachten van 2020 mee wilt doorbrengen. Bij Kader Abdolah ligt het boek op de schoorsteenmantel, maar op een nachtkastje zal het ook niet misstaan.
Reageer op deze recensie