Aanklacht verpakt in volmaakt proza
Begin 1994 voelt de Canadese generaal van de VN-vredesmissie, Roméo Dallaire, dat het wel eens helemaal fout kan gaan in Rwanda. De spanningen tussen de Hutu’s en de Tutsi’s bereiken een hoogtepunt en in een laatste wanhoopspoging stuurt Dallaire een fax naar de VN om onmiddellijk hulp te sturen. De fax wordt volledig genegeerd en we kennen allemaal de gevolgen daarvan: de genocide die startte in april 1994. Dit bewuste niet-handelen van Kofi Annan en al diegenen die met hem aan tafel zaten op dat moment kost één miljoen mensen het leven.
'Binnen honderd dagen na het neerschieten van het vliegtuig met daarin president Habyarimana, worden onder het Hutu Power-regime rond de 800.000 Rwandese Tutsi’s vermoord, waarvan een derde kinderen. Eén voor één worden ze gedood, veelal met primitieve wapens en landbouwgereedschap, razendsnel en effectief met behulp van het hiërarchische systeem dat de Belgen lang geleden hebben geïnstalleerd. Honderdduizenden vrouwen, van peuters en tieners tot overgrootmoeders, worden doelgericht slachtoffer van massaverkrachtingen, waaraan ze overlijden of een kind van de dader overhouden. Zeventig procent van de vrouwen die de verkrachtingen overleeft blijkt na de oorlog hiv-positief.'
Natuurlijk is de genocide in Rwanda een ingewikkeld onderwerp. De directe aanleiding is nog enigszins makkelijk aan te duiden, de moord op President Habyarimana, maar de oorzaak van het conflict gaat generaties terug en is onderdeel van het koloniale verleden van het land. Roxane van Iperen (1976) verwerkt dit glashelder in het kleine aantal pagina’s dat ze tot haar beschikking heeft. Zelfs iemand die geen idee heeft van de gebeurtenissen die zich afspeelden in 1994, kan de uiteenzetting moeiteloos volgen. De verwijzingen naar andere conflicten en sleutelfiguren op machthebbende posities, maken de lezer uiterst nieuwsgierig.
Met haar debuutroman in 2016, Het schuim der aarde, won Van Iperen de Hebban Debuutprijs. In 2018 volgde ’t Hooge Nest, dat bekroond werd met de Opzij Literatuurprijs. Van Iperen lijkt als geen ander in staat om moeilijke thema’s onder woorden te brengen. In een volmaakt proza raakt ze de essentie én raakt ze de lezer. Ze doet nergens concessies, niet in haar taalgebruik en niet in haar benadering van het onderwerp. Professioneel taalgebruik, waarbij het beestje bij de naam wordt genoemd, gaat hand in hand met prachtige zinsconstructies waardoor je de zinnen nogmaals wil lezen. Dat is meteen ook een klein nadeel, door het ritme te volgen lees je af en toe een zin zonder de inhoud volledig tot je door te laten dringen. Gewoon, omdat hij zo fijn voelt om gelezen te worden, om zelfs luidop uitgesproken te worden.
'De genocidefax' is een internationaal gebruikte term en staat symbool voor de totale mislukking om de massamoord in Rwanda te voorkomen. De focus van het essay ligt op de manier waarop de VN omging met de fax van Dallaire (lees: hem negeerde) in januari 1994 én op de manier waarop Dallaire zelf doorging waar anderen zich terugtrokken. Dallaire moest toekijken hoe alle soldaten vertrokken en de kwetsbare Tutsi’s aan hun lot overgelaten werden. En dat alleen maar omdat de Westerse wereld alleen 'de zijnen' wilde beschermen en de stammen het 'zelf liet uitvechten'. Een conflict dat het Westen nota bene zelf had gecreëerd.
Van Iperen trekt dit thema door en stelt de lezer de vraag: 'Wat doe jij als het erop aankomt?'. Want iedereen denkt altijd dat ze niet zullen wegkijken als deze mate van onrecht om hen heen gebeurt, maar de geschiedenis leert ons dat dát in de praktijk nog wel eens tegenvalt. De onderliggende groepspsychologie die hiervan de basis vormt, wordt uitgelegd aan de hand van een bekend voorbeeld, de Holocaust. Van Iperen probeert duidelijk te maken wáárom we toelaten dat mensen om ons heen onheus behandeld worden, en dat kan gaan van pesten tot totale uitroeiing. Dit onderdeel van het essay is zo belangrijk en meteen ook de reden waarom íedereen De genocidefax zou moeten lezen. De spiegel die je krijgt voorgehouden is groot genoeg voor een portie zelfreflectie.
De genocidefax is een krachtig essay en een regelrechte aanklacht. Het geeft de lezer inzicht in een bloederig stuk geschiedenis, maar het doet meer. Het zet aan tot nadenken en het is onmogelijk om het er niet over te hebben met iedereen die je ontmoet. De rustige opbouw van het essay kan niet vermijden dat elk woord de lezer raakt en zelfs tot tranen toe roert. Tranen van machteloosheid en van teleurstelling in de manier waarop dit conflict is genegeerd. Tranen van woede om alle verloren levens. En misschien wel tranen van angst, want zoals Van Iperen het schetst is er geen reden waarom dit niet nog een keer kan gebeuren, ergens ter wereld. We zijn als mens niet onfeilbaar en we doen nu eenmaal niet altijd 'het goede'. Noch op grote schaal, noch op kleine schaal.
Reageer op deze recensie