Toegankelijk debuut met gevarieerd beeld van Tokio
In de stad Tokio, waar miljoenen mensen wonen en werken, loopt een kat door de straten die alles ziet. Overal waar ze komt, observeert ze – en meer. Ze manipuleert en stuurt, wringt zich binnen in levens en laat zo een spoor door de stad achter. En een spoor door de levens van de mensen die ze ontmoet.
Nick Bradley (1982) probeert vorm te geven aan de metropool die Tokio is. Hij doet dat door de lezer een inkijk te geven in het leven van een tiental heel verschillende personen. Centraal in De kat en de stad staan twee broers die van elkaar zijn vervreemd. Zij vormen een soort spil, maar sommige personages zijn maar via een dun lijntje aan hen verbonden. De personages die Bradley beschrijft, zijn niet perfect; ze zijn getekend door het leven en bezitten allemaal een diepgewortelde eenzaamheid. Ze voelen zich in mindere of meerdere mate afgesneden van hun familie en vrienden. De nadruk ligt in bijna elk verhaal op het verschil tussen het centrale personage en zijn of haar omgeving. Dat feit op zich draagt ook bij aan de afstandelijke indruk die Tokio daardoor op de lezer nalaat. Hoe mensen als eenzame eilanden te midden van een zee van miljoenen anderen kunnen staan.
De groene ogen van de kat zijn als het ware een spiegel die de personages wordt voorgehouden. Wanneer ze met haar in contact komen, treedt er een bepaalde bewustwording bij hen op. De zelfreflectie die daar op volgt is in sommige gevallen van het zoetsappige, voorspelbare soort. Fouten worden ingezien en stappen worden gezet. Toch geldt het niet voor alle verhalen. Bradley houdt het in de andere gevallen op een open einde, waarbij je zelf je verbeelding mag laten spreken en de harde realiteit, waarin niet altijd alles zomaar op zijn pootjes terecht komt, de overhand krijgt. Men zegt soms wel eens 'het belangrijkste in communicatie is te horen wat niet gezegd wordt' en je voelt als lezer sterk dat het hieraan schort in de relaties tussen de personages.
'Het leek wel een suffe scène uit een slechte film.
Topless meisjes kronkelden rond palen terwijl sukkels in pak naar hen loerden. In het midden van de zaal hing heel cliché een discobol die halfhartig gekleurde lichtjes weerspiegelde. Er hing een vreemde geur in de lucht: een mengeling van marihuana, goedkope wierook en bleekmiddel. Ik liep naar de bar en bestelde een zwarte koffie, gewoon om de boel een beetje op te schudden.'
Bradley heeft een heldere, zintuiglijke schrijfstijl vol fijne humor, die ook een bepaalde gemoedelijkheid uitstraalt. De kat en de stad leest prettig, ook doordat de verhalen niet te lang zijn. De vaart blijft behouden doorheen het hele boek, maar de leesflow wordt toch gestokt door de Japanse woorden die veelvuldig terug te vinden zijn in de tekst. Het gebruik van deze woorden drukt een grote stempel op de sfeer en geeft verbinding met de Japanse cultuur. Het grote nadeel is dat de verklaring niet voldoende voor alle woorden uit de tekst is te halen, en er geen verklarende woordenlijst is. Google wordt daardoor tijdens het lezen veelvuldig geraadpleegd en dat leidt af. Dat is erg jammer, want voor de rest loopt de vertaling van Linda Broeder vlekkeloos.
De kat en de stad is geschreven in een pre-corona tijdperk, waarin de Olympische Spelen nog gewoon doorgang vonden in 2020, en dat kun je aan het hele verhaal merken. Dat maakt het deels ook surreëel. Bradley creëert een collage van levens die allemaal verbonden zijn. Is De kat en de stad een verhalenbundel of is het toch een roman? Bradley zegt zelf dat hij alle verhalen geprobeerd heeft te verbinden met draadjes, maar er ontstond zo'n kluwen dat hij besloot het een roman te noemen.
De kat en de stad is een toegankelijk debuut waardoor je een goed beeld krijgt van de cultuur die in Tokio heerst. Bradley leefde enkele jaren in Japan en heeft er voor gekozen om heel verschillende levens uit te lichten. In twee hoofdstukken verwerkt hij ook foto's en een stuk manga, die hij naadloos in het verhaal weet te passen, en die de roman extra prikkelend maken voor de lezer. Er zit vrij veel eenzaamheid en ellende verpakt in de verhalen, maar de auteur staat er nooit lang bij stil en verlegt het perspectief al snel weer. Daardoor blijft De kat en de stad vrij luchtig, maar mist het soms ook wat diepgang.
Reageer op deze recensie