Afstandelijk onderzoek naar een onzichtbare vader
'Je werd gevonden door een hondenuitlater … Want daar lag je. Je koude lichaam, het bloed en de glijsporen in de modder. Daar lagen je gekreukte groene overhemd, de bruine leren jas, de rode wollen trui, de grijsblauwe sjaal, het stukgelopen paar schoenen, het leren foedraal en het uitschuifbare hobbymes. Je lichaam leek naar beneden gerold, de aarde om je heen was omgewoeld en vol bloedsporen.'
Tal van onderzoeken zijn er te vinden over kinderen die opgroeien zonder vader. Andreas Jonkers had er geen onderzoeken voor nodig, hij heeft het zelf ervaren. Jarenlang speelde het geen grote rol in zijn leven, het feit dat hij eerst een onzichtbare vader had en daarna een dode vader, maar nu hij zelf een kind krijgt, gaat het zijn leven plots overheersen. Vandaar de ondertitel van dit boek: Vader worden als je er nooit een hebt gehad. In En toen vonden ze mijn vader probeert Jonkers alles op een rijtje te zetten rondom het leven en de dood van zijn eigen vader.
'Zo genuanceerd als het werkelijke verhaal is over afwezige vaders, wil hij (Michael E. Lamb, Amerikaans hoogleraar psychologie) maar zeggen, zo moeilijk aanwijsbaar is de werkelijke invloed van aanwezige vaders.
En, denk ik, zo ongrijpbaar als mijn eigen vader is, zo maakbaar is mijn eigen vaderschap.'
Vader worden is een ingrijpende gebeurtenis, zo ook bij Jonkers. Het geeft hem de stimulans om puzzelstukjes waaruit zijn vaders leven heeft bestaan bij elkaar te brengen, maar al snel is het voor de lezer duidelijk dat dat geen makkelijke opdracht wordt. Noch is het makkelijk om Jonkers steeds te volgen in zijn zoektocht. Eigenlijk is het allemaal erg pijnlijk, want hoe meer de auteur over zijn vader te horen krijgt, hoe duidelijker het wordt hoe getroebleerd deze man was en hoe minder raad Jonkers daar mee lijkt te weten.
Het komt erop neer dat de auteur in een tweehonderdtal bladzijden een karakterschets wil maken van de grote afwezige in zijn leven. Door de psychologische problemen van zijn vader, die al vroeg tot uiting komen en zijn leven beheersen, besluit Jonker het te koppelen aan gedegen wetenschappelijk onderzoek. Of dit in het belang van de lezer is, is maar net de vraag, want daardoor ontstaat een samenraapsel van citaten en beweringen. Alles wordt netjes afgedicht door bronvermeldingen, maar daardoor krijgen sommige delen van En toen vonden ze mijn vader het uitzicht van een bachelorscriptie. Niet elke lezer wil dat in zijn vrije tijd voorgeschoteld krijgen. Het maakt het boek af en toe als een taai stuk vlees dat je niet voldoende gekauwd krijgt.
Daarbij komt ook nog dat het doel voor Jonkers misschien helder lijkt – meer te weten komen over zijn vader om zo zijn eigen vaderschap met voldoende stevige wortels te kunnen starten – voor de lezer is het dat niet altijd. Het is geen chronologisch verhaal geworden, of een verhaal dat netjes per thema gestructureerd is. We gaan van persoon naar persoon, van plaats naar plaats, van onderzoek naar onderzoek, zonder ijkpunten die houvast bieden. Het gevoel dat je maar over de bladzijden heen fladdert, meegevoerd op een persoonlijke zoektocht die nergens toe zal leiden, gaat steeds meer overheersen en roept naarmate het boek vordert steeds meer frustratie op.
Waar het boek eindigt, is waar het leven van Andreas Jonkers' vader ook eindigde. Daar bloeien nu de sneeuwklokjes. Dat geeft het begin aan van iets nieuws. Zijn zoon is een paar maanden oud en hopelijk kan Jonkers zelf de rust vinden die hij heeft gezocht. Wellicht kan de research die hij heeft gedaan voor En toen vonden ze mijn vader hem daar bij helpen. Voor de lezer eindigt hier ook een zoektocht en dat gaat jammer genoeg toch gepaard met een zucht die opluchting uitdrukt.
Reageer op deze recensie