Tussen wal en schip
Honden, of huisdieren in het algemeen, kunnen je leven veranderen. Zeker als je opgroeit in de buurt van dieren, heb je meermaals het gevoel dat ze je bepaalde levenslessen meegeven die je niet kan oppikken van de ménsen rondom jou. Honden voor leven vertelt hoe Japins trouwe viervoeters hem hebben gevormd.
Arthur Japin (1956) besloot in coronatijd tot de aanschaf van een puppy en zo kwam Basso, een Italiaanse waterhond, bij hem en zijn levensgezellen. Deze gebeurtenis bracht herinneringen naar boven over zijn eerdere twee honden, die hij besloot op te schrijven. Terwijl Basso groeit, mijmert Japin over vroegere geluksmomenten en tegenslagen die hij had met Kellie en Trip. Daarbij schrijft hij heel open over de thuissituatie in zijn kindertijd en over het feit dat hij moeilijk aansluiting kon vinden bij zijn leeftijdsgenoten.
Japin spreekt in Honden voor het leven rechtstreeks tot de lezer. Hij vertelt over zijn leven, nu en vroeger, alsof hij een monoloog houdt, en stelt regelmatig (retorische) vragen. Dat op zich is al een specifiek element van de stijl, maar daar komt nog bij dat je je als volwassene bewust moet zijn van de toon van het gehele boek. Honden voor het leven is namelijk eveneens heel geschikt voor vlotte jonge lezers. Zelfs als voorleesboek is het een aanrader door het niveau waarop Japin de lezer aanspreekt en door de illustraties van Martijn van der Linden. Dat maakt het langs de andere kant allemaal wel vrij kinderlijk en zo komt dit boek misschien niet helemaal overeen met de verwachting die je hebt door het lezen van de korte inhoud.
De tekeningen van Van der Linden zijn talrijk, sfeervol en sluiten naadloos aan bij de tekst van Japin. Het geheel krijgt door deze combinatie van woord en beeld een lieflijke uitstraling. In de eerste helft van het boek is één van de eerste illustraties die van puppy Kellie. Van der Linden heeft de blik in de ogen van de hond zo sprekend en realistisch gemaakt dat het lijkt alsof deze recht in je ziel kijkt. Opnieuw voel je je als lezer gezien, iets wat Japin eveneens door zijn stijl bewerkstelligt.
'En houdt ook voor jezelf vol. Je kunt het je op dit moment niet voorstellen, nu is het alleen maar angstig, maar later kun jij alle vrienden en vriendinnen krijgen die je hebben wilt. Vrienden die je zelf uitzoekt. En een leven dat je zelf kiest. Het is erg belangrijk dat je dit vast weet.'
Honden voor het leven is een dun boekje, en het kost betrekkelijk weinig moeite om het in één keer uit te lezen. Je kan het tot je nemen puur als entertainment en nooit meer over nadenken, maar het biedt ook de mogelijkheid tot extrapolatie naar een eigen situatie. Japin probeert aansluiting te vinden met de jeugd door veelvuldig te benoemen wat hij in zijn kindertijd heeft meegemaakt en hoe dat verlopen is in de rest van zijn leven. Daar knoopt hij dan direct een paar adviezen aan vast en, hoe goed bedoeld ook, net dít maakt dat het boek erg belerend overkomt. Het voelt daardoor met momenten geforceerd en dat brengt een ongemakkelijk gevoel met zich mee. De stijl valt tussen wal en schip, te oubollig voor kinderen en te jeugdig voor de volwassenen. Waardoor je na het dichtslaan even moet nadenken wat je er nu eigenlijk van vond.
Reageer op deze recensie