De gêne voorbij
Een boek kan om verschillende redenen geschreven worden. De auteur wil de lezers informeren of ze entertainen, maar het kan ook zo zijn dat beide gecombineerd worden. Dat is wat er gebeurt in Onder de gordel. De ervaring van het lezen zal wellicht anders zijn voor mannen met een probleem, dan die is voor de categorie ‘nieuwsgierige vrouwen’.
Als auteur kies je een bepaalde invalshoek en bij Guy T’sjoen is die voor de hand liggend. Professor Dr. Guy T’sjoen is diensthoofd Endicronologie en Stofwisselingsziekten in UZ Gent. In zijn voorwoord vertelt hij iets meer over zijn taken als arts en over zijn drijvende kracht bij het oprichten van het Andrologisch Centrum in 2017. Hij maakt duidelijk dat “hij het als zijn missie ziet om medische seksuele taboes bespreekbaar te maken”. Een nobel streven, dat met dit boek toch een stukje waarheid wordt.
In Onder de gordel pakt T’sjoen verschillende gevoelige thema’s aan. De onderverdeling in de hoofdstukken geeft een goede structuur, een boom waarin aan elke tak een taboe wordt opgehangen. Hoog genoeg, zodat iedereen het kan zien. Wie praat er nu graag over intieme problemen? Niemand toch? En al zeker niet als ze bij jezelf voorkomen! Toch merkt T’sjoen op dat vrouwen over het algemeen wel meer van openheid houden als het op hun gezondheid aankomt, dan mannen.
“De vaakst voorkomende kanker bij mannen tussen vijftien en vijfendertig jaar is teelbalkanker. In België krijgen elk jaar 360 mannen de diagnose, dus zo goed als één per dag. In Nederland zijn dat er 770 per jaar.”
De woordgrappen zijn soms een beetje flauw, maar op die manier wel heel doeltreffend. Ze blijven kleven aan je brein, nadat je ze gelezen hebt. Titels als ‘Alarm in de balzak’, ‘Vroeg of laat is het de prostaat’ of ‘Het zaad van een maat’ geven al een mooie indicatie over wat er komen gaat, maar zorgen toch voor een zekere luchtigheid. Net dat is de kracht van het vertellen. Hoe breng je iets aan de man (letterlijk en figuurlijk) op een manier die niet te zwaar is, maar waarbij het toch voelt alsof er genoeg respect getoond wordt? Met humor natuurlijk! De valkuil daarvan is zeker het respect naar de patiënten toe. Het moet natuurlijk geen slapstick worden, waardoor geen enkele man ooit nog naar een dokter toe durft uit schrik om voor paal gezet te worden. De humor in het boek balanceert dan op een dunne lijn, maar T’sjoen valt er niet vanaf.
“Gelukkig zijn er nog andere redenen om seks te hebben dan alleen je risico op prostaatkanker te verminderen. Toch?”
De onomwondenheid waarmee sommige zaken naar voor worden gebracht, kenmerkt de schrijfstijl. De medische terminologie wordt beperkt tot een minimum en op plaatsen waar er toch gebruik van wordt gemaakt volstaat de uitleg ruimschoots om het voor iedereen duidelijk te houden. Onder de gordel is meer een soort proeverij van wat er zoal voorkomt in een ‘mannenkliniek’. Nergens wordt echt dieper ingegaan op een probleem. Er worden hoogstens een paar voorbeelden van situaties gegeven om iets te verduidelijken.
“Van sommigen zou je het op het eerste gezicht niet onmiddellijk zeggen, maar teelballen liegen nooit.” Over het opmerken van het Klinefeltersyndroom bij mannen.
Wat is nu het doelpubliek van een boek zoals Onder de gordel? Dat is moeilijk in een hokje te plaatsen. Enige interesse in het medische vakgebied is zeker gewenst en een open geest als het op gevoelige onderwerpen aan komt, zal je helpen om niet op elke pagina overvallen te worden door gêne. Als je aan deze beide voorwaarden voldoet, is het zeker de moeite waard om dit boek op te pakken.
Reageer op deze recensie