Geen uitweg meer
Wanneer ziet de omgeving dat het psychisch slecht gaat met iemand? En hoe moet de omgeving dan reageren? Een opname op een speciale afdeling brengt consequenties met zich mee en is een erg grote stap. Toch moet die stap gezet worden voor het te laat is. Over de rand probeert inzicht te geven hoe een positief ingesteld persoon, door een emotionele rollercoaster, toch externe hulp nodig kan hebben om weer op de rails te komen.
Linda is 30 jaar, gelukkig getrouwd met Erik en ze verwachten hun eerste kindje. Wanneer Lars vier weken te vroeg wordt geboren, lijkt er in eerste instantie niets aan de hand. Toch is er een oplettende dokter die het hoofd van Lars ‘vrij groot’ vindt en voor alle zekerheid een scan wil laten maken. Dit is het begin van een reeks onderzoeken die erop wijzen dat Lars een tumor in zijn hoofd heeft. Een tumor waar ze in eerste instantie van denken dat hij goedaardig is, maar waar later van blijkt dat hij wel degelijk kwaadaardig is. De onzekerheid, de vele behandelingen, de complicaties die elkaar in snel tempo opvolgen, dit alles zorgt ervoor dat Linda zichzelf helemaal voorbijloopt. Ze wil geen seconde van de zijde van Lars wijken, en op de zeldzame momenten dat ze dat wel doet, voelt ze nog veel rustelozer. De signalen dat het met de moeder niet goed gaat, stapelen zich op. Ze praat met een psychiater en vertelt eerlijk dat ze zich machteloos voelt, dat ze uitgeput is. Iedereen in haar omgeving merkt het, maar niemand vermoedt hóe ernstig het is. Ook haar man Erik niet. Tot ze op een dag probeert een einde aan haar leven te maken.
Linda Romein is dialyseverpleegkundige en moeder van twee kinderen. Over de rand is haar eerste boek. Ze vertelt hierin het verhaal van haar zoontje met een hersentumor en hoe zij tegelijkertijd kampte met een depressie.
‘Mijn boek heb ik niet geschreven voor mijn verwerking of om een periode af te sluiten. Ik vond het een uitdaging om mijn verhaal in woorden te vangen.’
Het is natuurlijk erg persoonlijk om op deze manier over een moeilijke periode in je leven te schrijven. Linda Romein zegt in een interview met het AD dat je nooit de risico’s van een depressie mag onderschatten. Ze vindt dat psychische aandoeningen veel meer aan bod moeten komen. Wat ze dus door middel van dit boek probeert te doen. Toch is het boek geen verhaal over ‘de depressieve vrouw’ waar iedereen aan zal denken. Dat bewijst eens te meer dat we toch in stereotypen denken en ons soms laten misleiden. En daar schuilt ook het gevaar om een ernstige roep om hulp niet naar waarde in te schatten, zoals in het geval van Linda gebeurd is.
Romein gebruikt voor haar verhaal een eenvoudige schrijfstijl, met korte zinnen. Omdat ook de ziekte van haar zoontje uitgebreid aan bod komt, bevat het boek vrij veel medische termen. Op geen enkel moment voelt het boek onleesbaar aan door dit gebruik van terminologie. Zit er dan veel emotie in de manier waarop Linda haar verhaal vertelt? Dat ook niet echt. Je hebt als lezer het gevoel dat ze vanuit haar hart schrijft, maar het roert je niet tot tranen. Ze blijft vrij nuchter. Ze vertelt de periode zoals zij ze zich herinnert. Misschien speelt het feit ook mee, dat ze zelf natuurlijk steeds verder afgleed in de depressie en zich steeds verder verwijderd voelde van de realiteit. Het einde van het boek voelt ‘gehaast’ aan. Alsof de dertien jaar die sindsdien zijn verstreken, in enkele pagina’s nog moeten doorgenomen worden.
Over de rand is een positief verhaal. Soms voelt het zelfs ‘too good to be true’, maar het feit dat het waargebeurd is, toont aan dat er niet alleen in Hollywood wonderen gebeuren.
Reageer op deze recensie