Als honden konden dichten
Wikipedia vertelt ons dat de haiku ‘een vorm is van Japanse dichtkunst, geschreven in drie regels waarvan de eerste regel 5, de tweede regel 7 en de derde regel weer 5 lettergrepen telt.’ Nu we dit weten kunnen we met gerust hart verder kijken naar wat honden ons in deze bijzondere dichtvorm allemaal te vertellen hebben.
Wat ik lik voor ik je gezicht lik is het debuut van Jamie Coleman, die in Londen samenwoont met zijn vrouw, zoon en hond Scout. In 2019 verscheen in het Engels al een tweede boek van Coleman, Please stop touching me… and other haikus by cats. Een kat heeft Coleman momenteel niet (omdat zijn vrouw er allergisch voor is), maar dat houdt hem blijkbaar niet tegen om er wel over te schrijven.
De titel is uiterst goed gekozen, want het is een perfect voorbeeld van wat je allemaal te wachten staat én het spreekt ook nog eens enorm tot de verbeelding. Het is een van die dingen waar je eigenlijk liever nooit over nadenkt, maar waar Coleman je nu dus met de neus op drukt. Het is grappig maar, geef toe, ook een beetje smerig.
Door de vorm waarin de gedichten geschreven zijn, is de hoeveelheid informatie die er in verwerkt kan worden uiterst beperkt. Soms levert dat iets geniaals op, waar je als lezer heel hard om moet lachen en waar een diep respect voor de auteur uit opborrelt. Toch is niet elke bladzijde een voltreffer en dat zorgt af en toe voor een kleine teleurstelling.
Het doel van de haiku’s in Wat ik lik voor ik je gezicht lik is niet altijd om de lezer aan het lachen te maken. Er zijn genoeg gedichten waar je even over gaat nadenken en op die manier voor een soort bewustwording zorgen. Natuurlijk zit er eigenlijk altijd een humoristische ondertoon aan, maar die is ook soms sarcastisch en daarmee best prikkend bedoeld.
‘Pluis
In mij woelt het bloed
van honderdduizend wolven
En jij noemt mij Pluis’
Elke haiku gaat gepaard met een foto van een hond. De foto’s passen erg mooi bij de naastgelegen tekst en het geheel geeft op die manier vaak een vertederend gevoel af. Tekst en beeld complementeren elkaar en het is alsof je de woorden in de ogen van de geportretteerde honden kunt lezen.
Een boek als Wat ik lik voor ik je gezicht lik zal vooral hondenliefhebbers aanspreken en dat is ook niet meer dan logisch. De beelden en de tekst zullen het meeste doel treffen bij een lezer die zich kan inleven in de gevoelswereld van de viervoeters. Coleman bekijkt de band tussen mens en hond op een frisse manier en dat levert een combinatie van lachen en nadenken op. Konden we maar vragen wat de viervoeters er nu echt zélf van vinden…
Reageer op deze recensie