Achter de rug van God
Erich Zielinski debuteerde in 2004 succesvol met zijn roman De Engelenbron waarmee hij meteen de belangrijkste Antilliaanse culturele onderscheiding binnenhaalde: de Cola Debrotprijs. De Engelenbron is een roman die qua stijl direct gelieerd is aan de Zuid-Amerikaanse literatuur. Zielinski beschrijft de drukte, de chaos van de volkswijk Otrabanda in Willemstad, Curaçao. Zijn personages zijn onvergetelijk en hun verhalen kleurrijk. Ze doen denken aan karakters in romans van Mario Vargas Llosa of Gabriel García Márquez.
Erich Zielinski heeft het lef gehad een opvolger van zijn debuut te schrijven dat niet beantwoordt aan de verwachtingen. De prijs van de zee is een totaal andere roman dan De Engelenbron, zowel qua stijl als qua onderwerp. Eigenlijk is het een roman noir die aan alle normen van het genre voldoet: moord, een fatale vrouw, geld en intrige. Waarin deze roman zich onderscheidt van andere romans in dit genre is de locatie: Bonaire, Playa Frans, een vissersdorp, ver verwijderd van de bewoonde wereld.
Dat gehucht Playa Frans, een godvergeten gat waar de weg verloren gaat tussen salinja en zee, ligt deze morgen, stil en ongestoord in de zon.
De bewoners van Playa Frans leven van visserij en dat wat de zee hun verder gunt: de prijs van de zee. En zo heeft Djin ook zijn ooit gevonden boot genoemd: Preijs van de zee. Het rustige, kabbelende leventje in dit visserdorp wordt van de ene dag op de andere op zijn kop gezet als hij iets heel anders uit de zee haalt: een vrouw en een kind. Djin weet: ‘wat de zee je geeft, mag je houden, wat de zee je ontneemt, neemt de zee terug’. Tegelijkertijd voorziet hij al de reactie van Rijntje, die dacht een soort van opperhoofd te zijn.
Je komt aan met je boot en je hebt wat vissen aan boord en ook een vrouw en een kind, die je uit het water hebt gehaald. De vis kunnen wij delen. De vrouw niet Wat moeten wij met hen? Wie zorgt voor hen?
Djin heeft zijn plan al getrokken. Deze mooie vrouw is voor hem. Zelfs met zijn broer Roy, die uitgerekend deze dag geen zin had om te gaan vissen, zal hij haar niet delen. Over de auto, die de vrouw tot hem bracht en die nu in de zee ligt, is hij minder zeker. Alleen lukt het hem nooit om datgene wat zich in de kofferbak bevindt eruit te halen.
Zo heeft Erich Zielinski alle ingrediënten tot conflict bijeen geschreven. De afgunst van de andere vissers en de overlevingsdrift van de drenkeling zetten alle verhoudingen in deze kleine gemeenschap op scherp.
Elise Berkenbos kent de inhoud van de kofferbak, ze weet hoe de auto in de zee terecht is gekomen en heeft er alles voor over om met zo min mogelijk kleerscheuren uit deze situatie te komen. Wanneer Djin en Roy het lijk van haar echtgenoot opduiken weet ze dat ze zelfs haar lichaam in zal moeten zetten. Langzaam komt de lezer erachter dat Elise veel minder slachtoffer is dan hij dacht en begrijpt hij dat de onnozele vissers alle zeilen moeten bijzetten nu deze vrouw in hun midden leeft.
De combinatie van zich ontwikkelende karakters binnen deze roman met voortdurende suspense zorgt ervoor dat je De prijs van de zee zelfs een literaire thriller zou kunnen noemen, ware het niet dat het literaire uitgangspunt zo overduidelijk door de auteur gekozen is. Erich Zielinski hanteert voor deze roman een glasheldere, kale taal. Een taal die kenmerkend is voor de wereld nabij Punta Wecoea.
Er was geen telefoon, geen radioverbinding en geen behoorlijk vervoer over land naar de hoofdstad Kralendijk. Zij lagen achter de heuvels, afgesloten van de buitenwereld. ‘Tra’i lomb’i Dios’ heette het: achter de rug van God.
Met zijn tweede roman De prijs van de zee bewijst Erich Zielinski een schrijver van vele stijlen te zijn. Iemand die nauwgezet de toon bij elke roman zoekt. Daarnaast is hij een begenadigd verhalenverteller die er niet voor terugdeinst thrillerelementen te gebruiken wanneer dit nodig is. De twee romans die nu van hem verschenen zijn, maken nieuwsgierig naar dat wat volgen gaat. Want als Zielinski iets heeft duidelijk gemaakt met deze roman dan is het dat hij van vele markten thuis is. Ver verwijderd van de Nederlandse literatuur schrijft hij te Curaçao verder aan zijn oeuvre dat direct herinnert aan zijn legendarische voorgangers: Boeli van Leeuwen en Tip Marugg.
Hij kwam moeizaam overeind maar liet zijn fles niet los. Het zou een lange weg worden naar Rincon. Zijn eeltige voeten in de versleten gymschoenen vielen in de pas. Hij haalde opgelucht adem. De honden kwamen uit hun slaapplaatsen en liepen nieuwsgierig een eindje met hem mee, maar keerden zich om waar het strand ophield. Roy liep eenzaam in de nacht verder met zijn fles.
Reageer op deze recensie