De leugen die men leeft
Amper een jaar na De prijs van de zee (2008) verschijnt nu de derde roman van Erich Zielinski. Zijn debuut De Engelenbron (2004) werd bekroond met de Cola Debrotprijs, de belangrijkste Antilliaanse culturele onderscheiding. Zielinski, zoon van een Duitse vader en een Curaçaose moeder, geboren te Bonaire en getogen in de Otrobanda op Curaçao, blijkt met iedere roman weer de erflater van literaire voorgangers als Boeli van Leeuwen en Tip Marugg. Ook zijn nieuwe roman Scott Zuyderling past in die traditie.
Erich Zielinski, advocaat in ruste, gebruikt in Scott Zuyderling zijn ervaring in deze beroepstak met verve. Scott Zuyderling, de hoofdpersoon in de gelijknamige roman, zoekt vanwege zijn gevorderde leeftijd een opvolger voor zijn praktijk. Daarvoor verlaat hij het Caribische eiland Curaçao en gaat hij terug naar Nederland. Deze logische gang van zaken brengt een proces op gang waar zelfs een rechtlijnige denker als Zuyderling nooit op had kunnen rekenen.
De man die solliciteert, ene Albert Burghardt, lijkt zijn ideale troonopvolger. Hij heeft ervaring en is ondernemend, kan leiding geven aan het personeel en boezemt vertrouwen in. Op papier de evenknie van Zuyderling, althans zo ziet Scottie het… Toch pakt het sollicitatiegesprek heel anders uit dan verwacht. Niet alleen komt de man te laat, hij komt ook nog eens met een verbijsterend excuus: ‘Ik moest wachten op René.’ Het blijkt zijn levenspartner te zijn, met wie hij een week eerder trouwde. Diezelfde René is de homofiele zoon van Scott Zuyderling die hij al in geen dertig jaar heeft gezien.
Uit de reactie van Zuyderling blijkt ongeloof en sarcasme. ‘U denkt dat mijn cliënten vereerd zullen zijn met mijn homofiele zoon en diens echtgenoot? U denkt dat wij op Curaçao op een gehuwd homo-echtpaar zitten te wachten?’ Scott Zuyderling voelt zich voor schut gezet. Zijn zoon staat voor alles waarvan hij walgt. Hij ziet in hem de aanleiding van zijn stukgelopen huwelijk en daarmee als de reden van zijn eenzaamheid. René staat voor het gederailleerde leven van Nederlanders: een verziekte leefwijze waarin alles maar kon.
Het is meteen duidelijk wat Zielinski wil laten zien: hoe een bekrompen levensvisie bepalend kan zijn voor meerdere mensenlevens. Zelden is ook homoseksualiteit en de wijze hoe men daarover denkt op Curaçao, zo nietsontziend beschreven. Toch gaat deze roman verder dan homofobie. Scott Zuyderling toont aan dat deze kortzichtigheid vaak inherent is aan rechtlijnig denken. Niet alleen heeft Zuyderling zijn zoon verstoten, ook zijn beste vriend Armand Voster heeft hij verloren. Ook die paste niet in het kader waarnaar de advocaat leefde. Domweg omdat zijn oudste vriend een relatie met de vrouw van zijn zoon aanging werd hij afgewezen.
‘De leugen die men leeft, grieft meer dan de leugen die men spreekt,’ schrijft Zielinski en deze regel kun je als een motto van deze roman zien. Pijnlijk duidelijk schetst hij hoe Scott Zuyderling zichzelf ziet: ‘Een mooie neger: de neus meer Abessijns dan Bantoe en de lippen niet te dik besneden; zilverdraad in het wollige kroeshaar.’ De schrijver zelf ziet hem anders: een stilleven met een neger, waarin de open haard en de kater ontbraken. Zo rustiek was het leven van Zuyderling leven niet altijd geweest. Zijn jeugd was hard. Na de dood van zijn vader hertrouwde zijn moeder met een blanke marineman. De veel jongere negerin uit St.-Kitts is zijn slavinnetje. Scottie zelf leert discipline kennen en hoe het is om uitgekafferd te worden. Door het kind te laten sidderen van angst kweekt zijn stiefvader de rechtlijnige denker van later. ‘Je mag jouw vrouw best afsnauwen als zij een grote bek heeft of niet gehoorzaam is.’ En met iedere anekdote over het leven van Zuyderling wordt duidelijker waarom hij is zoals hij is. En ook hoezeer hij daarvan zelf het slachtoffer werd.
Albert Burghardt komt met meer dan met zijn partner René. Hij overhandigt Zuyderling ook een overlijdensadvertentie. Het betreft Ronald Voster: Ronnie voor wie hij ooit zorgde alsof het zijn eigen zoon was. Het is de zoveelste wending in deze prachtige roman die zowel het hoofdpersonage als de lezer verrast. Want die roept vragen op. Waarom hield Scottie zoveel van deze Ronnie? Verving hij zijn verloren zoon of was er meer aan de hand? Net zo goed als de vraag waarom hij nooit hertrouwde. Naarmate we het karakter en het leven van Scott Zuyderling leren kennen, neemt het aantal vragen toe. Zielinksi speelt daarbij met de lezer die slechts stapsgewijs achter die informatie komt. Uiteindelijk leren we de waarheid kennen en weten we dat achter de façade van starheid van Zuyderling een door het leven geteisterd mens huist. Iemand die dacht door keihard te werken grenzen te kunnen doorbreken die ras en afkomst oplegden. Dat bij een mensenleven meer dan een carrière komt kijken, leert hij pas als die al lang voorbij is…
Met zijn derde roman heeft Erich Zielinski zijn oeuvre wederom verrijkt. Na De Engelenbron, een roman geschreven in de traditie van de Zuid-Amerikaanse literatuur, en De prijs van de zee, een roman noir, schreef hij met Scott Zuyderling een roman waarin de rijke taal van zijn eerste en de suspense van zijn tweede roman samenkomen. De Otrobanda van Curaçao, Playa Frans op Bonaire of de binnenstad van Amsterdam hebben geen geheimen voor Erich Zielinski. Hij ontsluit deze werelden en toont ons hun schoonheid. Ook als die anders is dan we van tevoren verwachten. Ze vormen het decor voor zijn ontroerende vertellingen. Prachtige verhalen die niet vaak genoeg verteld kunnen worden. Gewoon omdat ze over ons gaan.
Reageer op deze recensie