Lezersrecensie
Grimmige geschiedenisles
Een arts en een patiënt. Niet zelden voltrekt duistere geschiedenis zich langs paden van het ogenschijnlijk alledaagse. Als een wolf in schaapskleren. Barbara Zoeke heeft in ‘Het uur van de specialisten’ genoeg aan kille feiten om een grimmig faction-verhaal te vertellen. Zonder effectbejag laat de Duitse psychologe zien wat zich heeft afgespeeld in de psychiatrische klinieken van het Derde Rijk.
“Ze zullen het ondenkbare doen”, waarschuwt professor Gustaf Clampe half jaren ‘30 zijn academisch protégé Max Koenig in ‘Het uur van de specialisten’. Dat ‘ondenkbare’ waartoe nazi-Duitsland in staat zou blijken, is generaties later genoegzaam bekend. Zoeke, zelf afgestudeerd in de psychologie, toont zonder scrupules het aandeel hierin van Duitse medici en van haar professionele voorgangers in het bijzonder.
Dat aandeel ligt - deels - in het geheime ‘Aktion T4’, dat in 1939 startte als onderdeel van het ‘Sonderprogramm’ ter bevordering van een raszuivere Duitse bevolking. Dragers van genetisch-overdraagbare ziekten werden via dit programma actief opgespoord en gedwongen gesteriliseerd.* In klinieken werden chronisch zieken en mensen met een verstandelijke of lichamelijke beperking gescreend op arbeidsgeschiktheid. Jong en oud. Wie niet genoeg inzetbaar was, werd voor of na (medische) experimenten vergast, gedood met een injectie of vakkundig verhongerd.
In een sobere en eerlijke roman - vertaald door Anne Folkertsma - doet Zoeke deze geschiedenis uit de doeken. Met behulp van dagboeken, archiefmateriaal en patiëntendossiers heeft zij de wereld in de Duitse klinieken van eind jaren ‘30 gereconstrueerd. Een wereld die aanvankelijk angstaanjagend gewoontjes aanvoelt, al sluimert het ongemak tussen de regels. De kennis van nu maakt alert op de grimmige voortekenen.
Zoeke zoomt voor haar reconstructie in op het verhaal van hoogleraar oudheidkunde en patiënt Max Koenig en dat van geneesheer-directeur, SS’er en arts Friedel Lerbe. Slachtoffer en dader zogezegd, die ook via familiebanden met elkaar zijn verbonden. Elk krijgt zijn stem in de goed leesbare roman. In vijf delen - vormgegeven als dossiermappen - worden hun beider levens geopenbaard en samengebracht in een onafwendbaar lot.
Koenig is als Huntington-patiënt na een ongelukkige val aan bed gekluisterd. Hij beschrijft het reilen en zeilen in de kliniek en overpeinst zijn lot. Zijn geest is nog scherp en opmerkzaam, analytisch en bij vlagen cynisch. “Daar lag ik, een reuze baby in een ziekenhuisbed, en trok met mijn armen en schouders. (…) Gewoon verkeerd. Ongeschikt als volksgenoot. Ongeschikt voor de eindzege.” (48)
De tijdgeest heeft zowel patiënt als arts in zijn greep. Verbonden in hun lot zijn ze als twee kanten van dezelfde medaille. Waar Koenig voor zichzelf uit onmacht de handdoek werpt, ziet zijn laatste arts juist kansen. De jonge dertiger Lerbe - witte doktersjas over SS-uniform - is ambitieus en vol plannen, zowel professioneel als privé. Terwijl hij de troostbrieven aan familieleden van vermoorde patiënten ondertekent, stippelt hij zijn carrière en verloving uit.
En hoewel het geweten soms knaagt, gelooft Lerbe in zijn taak. Ook wanneer hij Koenig als zijn oud-oom herkent, weerhoudt hem dat niet werktuigelijk zijn rol in het grotere plan te vervullen. ‘Daar lag hij dan, de liefhebber van Romeinse fresco’s en Griekse verzen. Niet langer Maximus. (…) Wij hebben de macht. Wij produceren lijken. Snel en netjes. Later produceren we kinderen. Betere kinderen. Kinderen met onberispelijke genen. Fraai en sterk. Fel en onverschrokken.” (161)
De kille, zakelijke zinnen illustreren vilein de hardheid van deze kleine, wat onbekende geschiedenis. Zoeke onthult een clean en onbarmhartig systeem, gedegen in zijn uitvoering en wreed in zijn precisie. Daarbij biedt de psychologe een blik op hoe een heersende maatschappelijke moraal ertoe kon leiden dat ‘gewone mensen’ bereid waren kwetsbare medeburgers - tot familieleden toe - als overtollige ballast uit te leveren, in naam van een algemeen belang.
De kracht van historische romans en non-fictie schuilt in het perspectief op het hier en nu dat ze kunnen bieden. Voor ‘Het uur van de specialisten’ geldt dat zeker: Zoeke blijft in het verleden en schuurt tegelijk langs hedendaagse morele en ethische kwesties en debat. Denk bijvoorbeeld aan het ‘dor hout’ tijdens de eerste coronagolf of discussies rond medische maakbaarheid. Het veroordelen van de verwerpelijke kosten-baten-analyse van een dictatuur is van een vanzelfsprekende eenvoud. Maar het lijntje lijkt in het nauw soms dun.
‘Aktion T4’ wordt wel beschouwd als zogenaamd proefproject voor het latere genocide-systeem van nazi-Duitsland. In ‘Het uur van de specialisten’ laat Zoeke zien hoe haast geruisloos morele grenzen opgerekt werden - en overschreden. En dat persoonlijke dreiging zich in verschillende, soms onverwachte gedaanten manifesteert. “Hun instrument is verachting. (…) Juist dat geeft hun macht. En toch gaan zulke mannen elke avond naar huis en geven hun vrouw en kinderen een knuffel”, citeert zij een brief van Koenig aan zijn vrouw Fee (95). Als een wolf in schaapskleren. Zo ging dat dus.
* note: in de jaren ‘20 en ‘30 was gedwongen sterilisatie op grond van opvattingen over eugenetica geen louter nazi-Duitse aangelegenheid. Ook oa Canada, Zweden en meerdere staten (17) in de VS bijvoorbeeld hadden eugenitische wetgeving die dit mogelijk maakte. De VS tot 1963 zelfs. De toepassing ervan in het Derde Rijk is nochtans ongekend.
“Ze zullen het ondenkbare doen”, waarschuwt professor Gustaf Clampe half jaren ‘30 zijn academisch protégé Max Koenig in ‘Het uur van de specialisten’. Dat ‘ondenkbare’ waartoe nazi-Duitsland in staat zou blijken, is generaties later genoegzaam bekend. Zoeke, zelf afgestudeerd in de psychologie, toont zonder scrupules het aandeel hierin van Duitse medici en van haar professionele voorgangers in het bijzonder.
Dat aandeel ligt - deels - in het geheime ‘Aktion T4’, dat in 1939 startte als onderdeel van het ‘Sonderprogramm’ ter bevordering van een raszuivere Duitse bevolking. Dragers van genetisch-overdraagbare ziekten werden via dit programma actief opgespoord en gedwongen gesteriliseerd.* In klinieken werden chronisch zieken en mensen met een verstandelijke of lichamelijke beperking gescreend op arbeidsgeschiktheid. Jong en oud. Wie niet genoeg inzetbaar was, werd voor of na (medische) experimenten vergast, gedood met een injectie of vakkundig verhongerd.
In een sobere en eerlijke roman - vertaald door Anne Folkertsma - doet Zoeke deze geschiedenis uit de doeken. Met behulp van dagboeken, archiefmateriaal en patiëntendossiers heeft zij de wereld in de Duitse klinieken van eind jaren ‘30 gereconstrueerd. Een wereld die aanvankelijk angstaanjagend gewoontjes aanvoelt, al sluimert het ongemak tussen de regels. De kennis van nu maakt alert op de grimmige voortekenen.
Zoeke zoomt voor haar reconstructie in op het verhaal van hoogleraar oudheidkunde en patiënt Max Koenig en dat van geneesheer-directeur, SS’er en arts Friedel Lerbe. Slachtoffer en dader zogezegd, die ook via familiebanden met elkaar zijn verbonden. Elk krijgt zijn stem in de goed leesbare roman. In vijf delen - vormgegeven als dossiermappen - worden hun beider levens geopenbaard en samengebracht in een onafwendbaar lot.
Koenig is als Huntington-patiënt na een ongelukkige val aan bed gekluisterd. Hij beschrijft het reilen en zeilen in de kliniek en overpeinst zijn lot. Zijn geest is nog scherp en opmerkzaam, analytisch en bij vlagen cynisch. “Daar lag ik, een reuze baby in een ziekenhuisbed, en trok met mijn armen en schouders. (…) Gewoon verkeerd. Ongeschikt als volksgenoot. Ongeschikt voor de eindzege.” (48)
De tijdgeest heeft zowel patiënt als arts in zijn greep. Verbonden in hun lot zijn ze als twee kanten van dezelfde medaille. Waar Koenig voor zichzelf uit onmacht de handdoek werpt, ziet zijn laatste arts juist kansen. De jonge dertiger Lerbe - witte doktersjas over SS-uniform - is ambitieus en vol plannen, zowel professioneel als privé. Terwijl hij de troostbrieven aan familieleden van vermoorde patiënten ondertekent, stippelt hij zijn carrière en verloving uit.
En hoewel het geweten soms knaagt, gelooft Lerbe in zijn taak. Ook wanneer hij Koenig als zijn oud-oom herkent, weerhoudt hem dat niet werktuigelijk zijn rol in het grotere plan te vervullen. ‘Daar lag hij dan, de liefhebber van Romeinse fresco’s en Griekse verzen. Niet langer Maximus. (…) Wij hebben de macht. Wij produceren lijken. Snel en netjes. Later produceren we kinderen. Betere kinderen. Kinderen met onberispelijke genen. Fraai en sterk. Fel en onverschrokken.” (161)
De kille, zakelijke zinnen illustreren vilein de hardheid van deze kleine, wat onbekende geschiedenis. Zoeke onthult een clean en onbarmhartig systeem, gedegen in zijn uitvoering en wreed in zijn precisie. Daarbij biedt de psychologe een blik op hoe een heersende maatschappelijke moraal ertoe kon leiden dat ‘gewone mensen’ bereid waren kwetsbare medeburgers - tot familieleden toe - als overtollige ballast uit te leveren, in naam van een algemeen belang.
De kracht van historische romans en non-fictie schuilt in het perspectief op het hier en nu dat ze kunnen bieden. Voor ‘Het uur van de specialisten’ geldt dat zeker: Zoeke blijft in het verleden en schuurt tegelijk langs hedendaagse morele en ethische kwesties en debat. Denk bijvoorbeeld aan het ‘dor hout’ tijdens de eerste coronagolf of discussies rond medische maakbaarheid. Het veroordelen van de verwerpelijke kosten-baten-analyse van een dictatuur is van een vanzelfsprekende eenvoud. Maar het lijntje lijkt in het nauw soms dun.
‘Aktion T4’ wordt wel beschouwd als zogenaamd proefproject voor het latere genocide-systeem van nazi-Duitsland. In ‘Het uur van de specialisten’ laat Zoeke zien hoe haast geruisloos morele grenzen opgerekt werden - en overschreden. En dat persoonlijke dreiging zich in verschillende, soms onverwachte gedaanten manifesteert. “Hun instrument is verachting. (…) Juist dat geeft hun macht. En toch gaan zulke mannen elke avond naar huis en geven hun vrouw en kinderen een knuffel”, citeert zij een brief van Koenig aan zijn vrouw Fee (95). Als een wolf in schaapskleren. Zo ging dat dus.
* note: in de jaren ‘20 en ‘30 was gedwongen sterilisatie op grond van opvattingen over eugenetica geen louter nazi-Duitse aangelegenheid. Ook oa Canada, Zweden en meerdere staten (17) in de VS bijvoorbeeld hadden eugenitische wetgeving die dit mogelijk maakte. De VS tot 1963 zelfs. De toepassing ervan in het Derde Rijk is nochtans ongekend.
2
Reageer op deze recensie