Realistische magie
Auteur Jos Bours (1946) studeerde Nederlands in Nijmegen en Dramaturgie in Utrecht, waar hij bleef wonen. Zijn Limburgse inborst en zijn karakteristieke verbondenheid met mensen uit de regio nam hij echter met zich mee door contact te maken met de lokale (Utrechtse) bevolking. Dit vind je onder andere terug in de 70 toneelstukken die op zijn naam staan. Voor deze stukken interviewde hij bewoners van Utrechtse volkswijken. Vervolgens verwerkte hij die verhalen in een script, dat weer werd ingestudeerd door diezelfde buurtbewoners. Ook de boeken van Bours worden gekenmerkt door sociale thematiek. Zo schreef hij in 1979 Mijnwerkers, verhalen om te onthouden. In 2004 verscheen Lombok Wereldwijk, over een Utrechtse multiculturele wijk. De jongens van het Glaspaleis (2014) is zijn eerste roman. In dit verhaal grijpt hij terug op eerdere thematiek: de Mijnstreek.
Centraal in zijn roman staan de jongens (jungskes) Nate, Jote en Miele Crucifix (bijzondere achternaam, natuurlijk met reden). Na het plotselinge overlijden van hun vader, raakt hun moeder verward. Haar familie besluit om de zorg voor de kinderen op zich te nemen. Zo komen ze alle drie in een ander gezin terecht. Wanneer ze oud genoeg zijn, keren de jongens terug naar hun ouderlijk huis waar ze gedrieën gaan wonen. Zo proberen ze in te halen wat ze in hun jeugd zo gemist hebben: een ‘eigen thuis’. Er dient zich echter een nieuw gat aan in hun bestaan: het ontbreken van de ontwikkeling van jongen tot man. Dit besef biedt hun een opening in de zoektocht naar zichzelf.
Bours combineert realisme met fantasie. Zo heeft het glaspaleis echt bestaan: dit was een warenhuis in Heerlen waar voornamelijk mijnwerkers kwamen. Ook kinderen van mijnwerkers kwamen hier. Voor hen was dit een speciaal uitje om met hun ouders naar toe te gaan, omdat ze daar hun armoedige bestaan even konden vergeten. De drie hoofdpersonen zijn gebaseerd op bestaande mensen. Bours: “Een aantal jaren geleden hoorde ik van mijn vrouw dat er in haar (Limburgse) geboortedorp drie broers woonden. Die leefden samen in één huis en heetten Jote, Miele en Nate. Die merkwaardige namen fascineerden mij. Ooit zou ik een verhaal maken over drie mannen die zo heten.” In dat verhaal laat Bours Nate, Jote en Miele samenwonen in een geheimzinnig ‘mannelijk samenwoonverband’ met bijzondere rituelen. Het huis noemen ze ‘Eden’ en de bijbehorende tuin ‘Het Paradijs’. Daarmee geven ze hun bestaan een magische dimensie.
De jongens vormen een drie-eenheid. Het is aandoenlijk om te lezen hoe ze zich proberen te onttrekken aan de sleur waarin zij terecht zijn gekomen, en hoe zij hun vroege gemis aan een ‘thuis’ proberen te herstellen. Ze vullen elkaar in alle opzichten aan, alhoewel zij dat zelf niet inzien. Uiteindelijk zullen ze hoe dan ook moeten loskomen van ‘thuis’ om zichzelf te worden. Bours beschrijft hun zoektocht op een verbloemende en dubbelzinnige manier. Zijn woordgebruik en zinsbouw past hij aan op het personage dat aan het woord is. Nate praat in beeldspraak, Miele als een profeet en Jote pragmatisch, afgepast en gesloten. Zelf zegt Bours hierover: “Ik heb lang niet alles in deze roman ingevuld en verklaard. Er wordt veel aan het voorstellingsvermogen van de lezer overgelaten, maar daarmee is de roman bepaald niet ontoegankelijk. In krachtige, korte, soms zelfs kortademige zinnen probeer ik de ontwikkelingen en de levenshoudingen van de jungskes te vangen. Die houdingen zijn verschillend, maar onmiskenbaar Limburgs.”
Limburg is niet alleen het decor van het verhaal, Bours schrijft ook (deels) in het Limburgs. Dit leuke detail draagt bij aan het sfeerbeeld. Het duurt even voordat je bent ‘ingeburgerd’ in dit taaltje, maar gelukkig is er achterin het boek een woordenlijst opgenomen die je wegwijs maakt. Met dit debuut mag Jos Bours beslist tot de romanschrijvers gerekend worden. Zijn missie om een beeld te geven van het leven in de Limburgse mijnwerkersstreek is geslaagd. Ook zijn eigenheid heeft hij in het boek verwerkt, op een zeer toegankelijke manier. De combinatie van realisme met verbeeldingskracht maakt deze roman tot een creatief werk. Hét criterium voor talent bij uitstek!
Reageer op deze recensie