Getuigt van veel opzoekwerk

In “De erfgenamen” neemt A.C. Porter ons eerst mee terug naar het einde van WOII en de val van Hitler. In de buurt van Berchtesgaden, het uitvalsterrein van Hitler leven vier jonge, ze zijn zelfs bijna op dezelfde dag jarig, Joodse kinderen ondergedoken bij Frau Beer. Ezra, de meest avontuurlijk van de vier, weet wel eens te ontsnappen en ontdekt allerlei geheimen, zoals een koffertje met een gevaarlijke inhoud. De val van Duitse Rijk is een feit en na een wandeling met Frau Wolf, die ondertussen ook bij hen woont, keert Salo niet terug. Wat is er gebeurd?
En dan springt het verhaal naar het begin van de jaren zestig. De drie overgebleven kinderen wonen nu in Amerika bij de familie van senator Walsh. Ze hebben een goede opleiding genoten en hebben een belangrijke job. Ezra is lid van het campagneteam van presidentskandidaat JFK. Maar plots worden ze geconfronteerd met hun verleden en de inhoud van het koffertje. Wie zit achter hen aan en vooral waarom? Het geheim wordt langzaam ontsluierd.
A.C. Porter schreef hiermee een zeer aangrijpend en sterk verhaal. Al van bij het begin merk je dat er werk gemaakt is van de historische achtergrond, zowel deze rond WOII als deze rond de verkiezingsstrijd waarbij JFK president van Amerika wordt. Met deze gegevens als basis wordt dan een mooi verhaal gecreëerd, eentje dat zo realistisch beschreven wordt, dat je twijfelt of het fictie of non-fictie is. De sfeer, de settings, de locaties, alles voelt correct aan.
Je wordt meegezogen in het verhaal, gaat zelf op zoek naar verbanden, en krijgt uiteindelijk een geweldige apotheose. En dat alles op een filmische manier, net alsof je er zelf midden in zit en deel uitmaakt van het verhaal.
Wie graag een boek leest met geschiedkundige achtergronden, mag dit verhaal niet aan zich voorbij laten gaan.