Lezersrecensie
Wat is menselijkheid? Johan Klein Haneveld biedt in twee spannende verhalen een prangend antwoord.
Johan Klein Haneveld is een echte vakman. In twee thematisch met elkaar verbonden korte verhalen slaagt hij er moeiteloos in om spetterende actie te verbinden met de grote vragen van het leven. Wat houdt het in om een individu te zijn in een maatschappij die strak georganiseerd is? Volg je de bevelen die al dan niet ogenschijnlijk het beste met de samenleving voor hebben? Of luister je beter naar wat je hart je ingeeft? Het lijkt eenvoudig om hier het romantische antwoord te prefereren, maar zo simpel zijn de zaken soms niet.
In ‘De soldaat die koningin werd’ beschrijft Johan Klein Haneveld treffend een gemeenschap van mensen die veel weg heeft van een bijenkolonie. Bovenaan in de hiërarchie staat de koningin, die in de openingsscène van het verhaal heugenswaardig wordt neergezet. Deze vrouw lijkt wel de ultieme verstrengeling van mens, machine en informatie. Een maatschappij van klonen met verschillende functies dient haar. Soldaten, oogstvrouwen en anderen voeren hun rol zonder verpinken uit. Tot de nieuwe kloon Thomas van de band rolt. Met hem is duidelijk iets misgelopen. Tegen de achtergrond van een oorlog met een ander volk wordt Thomas er zich langzaamaan van bewust dat hij en andere onvolmaakten zich wellicht best aan hun rol als kanonnenvoer onttrekken om te kijken wat écht goed is voor de gemeenschap. Dit groeiende besef zit mooi verwerkt in het verhaal.
Johan Klein Haneveld zorgt voor veel vaart in de vertelling. Vanaf het moment dat Thomas afgekeurd wordt voor zijn originele functie beland je als lezer samen met hem in een dollemansrit. Levendig beschrijft de auteur de decors waartegen zich de actie zich in hoog tempo afspeelt. Van het hoofdkwartier van de koningin gaat het over de legerkazerne naar luchtgevechten op grote hoogte. De scènes in de kazerne, waaruit blijkt hoezeer het leger de onvolmaakten als ingecalculeerde verliesposten beschouwt, zijn meesterlijk. Het afgrijzen van de echte kloonsoldaten voor het kanonnenvoer is tastbaar.
Het is precies die wisselwerking tussen de personages, ook bijvoorbeeld binnen de groep van onvolmaakten, die aan het verhaal een geheel eigen dynamiek verleent en het ver boven de middelmaat uittilt. Johan Klein Haneveld heeft er een neus voor om in treffende zinnen de veranderende band tussen figuren te schetsen. Zo is er bijvoorbeeld T-4879, die zich in de kazerne broederlijk over Thomas ontfermt. Naarmate het verhaal vordert, merken we hoe de rollen omgedraaid worden. Deze evolutie wordt schitterend in beeld gebracht, ook in actiescènes.
Het tweede verhaal ‘De sprinkhanen’ opent eveneens met een scène die je meteen zin geeft om verder te lezen. Waar in het eerste verhaal bij aanvang de koningin in al haar koude glorie beschreven wordt, maakt de lezer hier kennis met de zachte gevoelswereld van Harold. Natuur en vreedzaamheid voeren de boventoon. In de prachtige pastorale setting voel je echter al snel dat niet alles is wat het lijkt. Er dreigt gevaar … van de sprinkhanen. Maar naarmate het verhaal vordert, vraag je je meer en meer af of de stringente maatregelen tegen de insectenplaag een niet veel groter onheil vormen. Wat is menselijkheid? Het beschermen van de mens als ras tegen alle gevaar? Of eerder het beschermen van wat een mens echt tot mens maakt? Deze boeiende vragen leiden tot een verhaal waarin actie, romantiek, wanhoop en een glimpje hoop allemaal hun natuurlijke plek vinden.
Vooral de scènes die de ontmenselijking verbeelden, zijn ontroerend. De dunne pantserlaag die Harold en Elise beknelt tot ze niet meer dan robotten lijken, roept een claustrofobisch gevoel op. De lezer voelt maar al te goed hoe die metalen laag de hoofdpersonages herleidt tot niet meer dan hun oproepnummers bij de centrale. Zelfs eten is verworden tot een mechanische gebeurtenis, niet meer dan een zich voeden om voort te kunnen.
Opnieuw besteedt Johan Klein Haneveld veel aandacht aan actie. Er wordt gerend, geplet en gevallen dat het een lieve lust is. En dat allemaal in een troosteloos decor waar het kleinste stukje natuur ontbreekt. Het enige groen in die zee van roest zijn de vraatzuchtige sprinkhanen, die altijd en overal op de loer liggen.
Mooi is dat de auteur niet voor een voor de hand liggend einde kiest. Uit de begeleidende tekst van Stichting Fantastische Vertellingen achteraan deze bundel blijkt dat Johan Klein Haneveld de oerversie van ‘De sprinkhanen’ reeds op zijn zeventiende schreef. Bepaald indrukwekkend.
Ik had het nog niet over de prachtige tekeningen van Gert-Jan van den Bemd. De openingsscènes waarvan hierboven sprake worden schitterend geïllustreerd door de artiest. Deze en andere sfeervolle platen dragen er met hun indringend gebruik van kleuren toe bij dat de verhalen onder de huid kruipen.
Deze fijne bundel is een ideale kennismaking met het werk van Johan Klein Haneveld. Ook wie al een of meerdere romans van hem las, zal zeker genieten van deze twee spannende SF-verhalen met een mooie boodschap.
In ‘De soldaat die koningin werd’ beschrijft Johan Klein Haneveld treffend een gemeenschap van mensen die veel weg heeft van een bijenkolonie. Bovenaan in de hiërarchie staat de koningin, die in de openingsscène van het verhaal heugenswaardig wordt neergezet. Deze vrouw lijkt wel de ultieme verstrengeling van mens, machine en informatie. Een maatschappij van klonen met verschillende functies dient haar. Soldaten, oogstvrouwen en anderen voeren hun rol zonder verpinken uit. Tot de nieuwe kloon Thomas van de band rolt. Met hem is duidelijk iets misgelopen. Tegen de achtergrond van een oorlog met een ander volk wordt Thomas er zich langzaamaan van bewust dat hij en andere onvolmaakten zich wellicht best aan hun rol als kanonnenvoer onttrekken om te kijken wat écht goed is voor de gemeenschap. Dit groeiende besef zit mooi verwerkt in het verhaal.
Johan Klein Haneveld zorgt voor veel vaart in de vertelling. Vanaf het moment dat Thomas afgekeurd wordt voor zijn originele functie beland je als lezer samen met hem in een dollemansrit. Levendig beschrijft de auteur de decors waartegen zich de actie zich in hoog tempo afspeelt. Van het hoofdkwartier van de koningin gaat het over de legerkazerne naar luchtgevechten op grote hoogte. De scènes in de kazerne, waaruit blijkt hoezeer het leger de onvolmaakten als ingecalculeerde verliesposten beschouwt, zijn meesterlijk. Het afgrijzen van de echte kloonsoldaten voor het kanonnenvoer is tastbaar.
Het is precies die wisselwerking tussen de personages, ook bijvoorbeeld binnen de groep van onvolmaakten, die aan het verhaal een geheel eigen dynamiek verleent en het ver boven de middelmaat uittilt. Johan Klein Haneveld heeft er een neus voor om in treffende zinnen de veranderende band tussen figuren te schetsen. Zo is er bijvoorbeeld T-4879, die zich in de kazerne broederlijk over Thomas ontfermt. Naarmate het verhaal vordert, merken we hoe de rollen omgedraaid worden. Deze evolutie wordt schitterend in beeld gebracht, ook in actiescènes.
Het tweede verhaal ‘De sprinkhanen’ opent eveneens met een scène die je meteen zin geeft om verder te lezen. Waar in het eerste verhaal bij aanvang de koningin in al haar koude glorie beschreven wordt, maakt de lezer hier kennis met de zachte gevoelswereld van Harold. Natuur en vreedzaamheid voeren de boventoon. In de prachtige pastorale setting voel je echter al snel dat niet alles is wat het lijkt. Er dreigt gevaar … van de sprinkhanen. Maar naarmate het verhaal vordert, vraag je je meer en meer af of de stringente maatregelen tegen de insectenplaag een niet veel groter onheil vormen. Wat is menselijkheid? Het beschermen van de mens als ras tegen alle gevaar? Of eerder het beschermen van wat een mens echt tot mens maakt? Deze boeiende vragen leiden tot een verhaal waarin actie, romantiek, wanhoop en een glimpje hoop allemaal hun natuurlijke plek vinden.
Vooral de scènes die de ontmenselijking verbeelden, zijn ontroerend. De dunne pantserlaag die Harold en Elise beknelt tot ze niet meer dan robotten lijken, roept een claustrofobisch gevoel op. De lezer voelt maar al te goed hoe die metalen laag de hoofdpersonages herleidt tot niet meer dan hun oproepnummers bij de centrale. Zelfs eten is verworden tot een mechanische gebeurtenis, niet meer dan een zich voeden om voort te kunnen.
Opnieuw besteedt Johan Klein Haneveld veel aandacht aan actie. Er wordt gerend, geplet en gevallen dat het een lieve lust is. En dat allemaal in een troosteloos decor waar het kleinste stukje natuur ontbreekt. Het enige groen in die zee van roest zijn de vraatzuchtige sprinkhanen, die altijd en overal op de loer liggen.
Mooi is dat de auteur niet voor een voor de hand liggend einde kiest. Uit de begeleidende tekst van Stichting Fantastische Vertellingen achteraan deze bundel blijkt dat Johan Klein Haneveld de oerversie van ‘De sprinkhanen’ reeds op zijn zeventiende schreef. Bepaald indrukwekkend.
Ik had het nog niet over de prachtige tekeningen van Gert-Jan van den Bemd. De openingsscènes waarvan hierboven sprake worden schitterend geïllustreerd door de artiest. Deze en andere sfeervolle platen dragen er met hun indringend gebruik van kleuren toe bij dat de verhalen onder de huid kruipen.
Deze fijne bundel is een ideale kennismaking met het werk van Johan Klein Haneveld. Ook wie al een of meerdere romans van hem las, zal zeker genieten van deze twee spannende SF-verhalen met een mooie boodschap.
1
3
Reageer op deze recensie