Lezersrecensie
Dieper kan een mens niet zinken
Flaptekst: Het huis van de drenkelingen is een reis naar de donkerste hoeken van het menselijk bestaan. In een opvanghuis voor psychiatrische gevallen in Miami wordt de schrijver William Figueras opgenomen, in penibele mentale toestand. Het is alsof William de hel binnenstapt: vernederingen, verwaarlozing, fysiek geweld, misbruik, corrupte opzichters. Figueras legt het gortdroog vast, ook zijn eigen gedrag. Zijn dromen over Fidel Castro zijn humoristische flitsen in deze inktzwarte duisternis. Deze moderne klassieker uit de Cubaanse literatuur, vond door de tragische levensloop van de auteur pas laat zijn weg naar een internationaal publiek.
Citaat: ‘ “Let maar niet op de gekken hier,” zegt hij tegen me, “anders word je zelf ook nog gek.” [p.48]
Recensie: Willem Figueras, de hoofdpersoon uit dit ‘de lezer met stomheid slaande’ boekje, is duidelijk het alter ego van de auteur zelf, een uit Cuba gevluchte schrijver met schizofrenie, maar tevens met een uitgebreide kennis van literatuur en poëzie. Vooral de Engelse romantische dichters, de bundel draagt hij steeds bij zich, zijn hem tot grootste troost in de desolate, van god vergeten omgeving waarin hij terechtkomt wanneer niemand van de familie nog voor hem kan of wil zorgen.
Het Boarding House, een pseudo psychiatrisch opvanghuis, die naam totaal niet waardig, is de plaats waar hij terechtkomt tussen een verzameling mensen – vooral gevluchte Cubanen – die door de maatschappij zijn uitgespuwd. Toen ik de beschrijving van die bewoners las dacht ik even dat ik in One flew over the cuckoo’s nest [Ken Kesey] terecht was gekomen. Toen ik verder las merkte ik al snel dat de omstandigheden in het Boarding House nog wel 100 keer erger waren.
Zo worden de wc’s verstopt door allerlei kledingstukken omdat ‘er geen wc papier verstrekt wordt’. De kokkin kookt niet, wat dan zou ze betaald moeten worden en de bewoners krijgen geen cent van hun uitkering omdat deze door de eigenaar van het huis wordt ingepikt. De bedden worden niet verschoond, de handdoeken niet gewassen en de bewoners misbruiken elkaar en/of worden misbruikt door de stompzinnige groezelige bewaker.
Dit alles lijken de bewoners stoïcijns te ondergaan en als normaal te beschouwen, zolang ze maar een sigaretje krijgen wanneer ze daarom bedelen.
Dit alles wordt beschreven vanuit de hoofdpersoon, Figueras, op een afstandelijke emotieloze manier, die de werkelijkheid ontvlucht op de veranda, lezend in zijn dichtbundel, of voor de televisie, of wandelend door de troosteloze straten in de omgeving.
Meerdere keren worden we als lezer ook meegezogen in zijn nachtmerries over Cuba en Fidel Castro die hij even emotieloos en zelfs af en toe met een vleugje humor presenteert.
Hier en daar lijkt er een sprankje hoop door te dringen in dit mensonwaardige bestaan maar ook die sprankjes worden al even snel als ze zijn opgekomen weer de kop in gedrukt.
Al met al een verhaal dat een enorme indruk nalaat bij de lezer en de vraag laat rijzen hoe diep een mens kan zinken voor hij geen mens meer is, wetend dat de inspiratie voor dit boek gebaseerd is op de werkelijkheid waarin auteur Guillermo Rosales leefde nadat hij Cuba ontvluchtte en vóór hij op 47 jarige leeftijd zelfmoord pleegde.
Auteur: Guillermo Rosales (1946-1993) was een Cubaanse romanschrijver en levenslange outsider, gediagnosticeerd als schizofreen. Na kortstondige roem bracht hij uiteindelijk de laatste jaren van zijn leven in volslagen anonimiteit door in opvanghuizen in Miami. Vlak voor zijn zelfmoord vernietigde hij bijna al zijn werk. Het huis van de drenkelingen is gepubliceerd in de Verenigde Staten, Canada, Engeland, Duitsland en Brazilië. Gael García Bernal speelt de hoofdrol in de op de roman gebaseerde film.
Met dank aan De Club van Echte Lezers en uitgeverij Atlas Contact voor het recensie-exemplaar dat ik mocht lezen
Citaat: ‘ “Let maar niet op de gekken hier,” zegt hij tegen me, “anders word je zelf ook nog gek.” [p.48]
Recensie: Willem Figueras, de hoofdpersoon uit dit ‘de lezer met stomheid slaande’ boekje, is duidelijk het alter ego van de auteur zelf, een uit Cuba gevluchte schrijver met schizofrenie, maar tevens met een uitgebreide kennis van literatuur en poëzie. Vooral de Engelse romantische dichters, de bundel draagt hij steeds bij zich, zijn hem tot grootste troost in de desolate, van god vergeten omgeving waarin hij terechtkomt wanneer niemand van de familie nog voor hem kan of wil zorgen.
Het Boarding House, een pseudo psychiatrisch opvanghuis, die naam totaal niet waardig, is de plaats waar hij terechtkomt tussen een verzameling mensen – vooral gevluchte Cubanen – die door de maatschappij zijn uitgespuwd. Toen ik de beschrijving van die bewoners las dacht ik even dat ik in One flew over the cuckoo’s nest [Ken Kesey] terecht was gekomen. Toen ik verder las merkte ik al snel dat de omstandigheden in het Boarding House nog wel 100 keer erger waren.
Zo worden de wc’s verstopt door allerlei kledingstukken omdat ‘er geen wc papier verstrekt wordt’. De kokkin kookt niet, wat dan zou ze betaald moeten worden en de bewoners krijgen geen cent van hun uitkering omdat deze door de eigenaar van het huis wordt ingepikt. De bedden worden niet verschoond, de handdoeken niet gewassen en de bewoners misbruiken elkaar en/of worden misbruikt door de stompzinnige groezelige bewaker.
Dit alles lijken de bewoners stoïcijns te ondergaan en als normaal te beschouwen, zolang ze maar een sigaretje krijgen wanneer ze daarom bedelen.
Dit alles wordt beschreven vanuit de hoofdpersoon, Figueras, op een afstandelijke emotieloze manier, die de werkelijkheid ontvlucht op de veranda, lezend in zijn dichtbundel, of voor de televisie, of wandelend door de troosteloze straten in de omgeving.
Meerdere keren worden we als lezer ook meegezogen in zijn nachtmerries over Cuba en Fidel Castro die hij even emotieloos en zelfs af en toe met een vleugje humor presenteert.
Hier en daar lijkt er een sprankje hoop door te dringen in dit mensonwaardige bestaan maar ook die sprankjes worden al even snel als ze zijn opgekomen weer de kop in gedrukt.
Al met al een verhaal dat een enorme indruk nalaat bij de lezer en de vraag laat rijzen hoe diep een mens kan zinken voor hij geen mens meer is, wetend dat de inspiratie voor dit boek gebaseerd is op de werkelijkheid waarin auteur Guillermo Rosales leefde nadat hij Cuba ontvluchtte en vóór hij op 47 jarige leeftijd zelfmoord pleegde.
Auteur: Guillermo Rosales (1946-1993) was een Cubaanse romanschrijver en levenslange outsider, gediagnosticeerd als schizofreen. Na kortstondige roem bracht hij uiteindelijk de laatste jaren van zijn leven in volslagen anonimiteit door in opvanghuizen in Miami. Vlak voor zijn zelfmoord vernietigde hij bijna al zijn werk. Het huis van de drenkelingen is gepubliceerd in de Verenigde Staten, Canada, Engeland, Duitsland en Brazilië. Gael García Bernal speelt de hoofdrol in de op de roman gebaseerde film.
Met dank aan De Club van Echte Lezers en uitgeverij Atlas Contact voor het recensie-exemplaar dat ik mocht lezen
1
Reageer op deze recensie