Groots verhaal dat toch heel klein blijft.

Dit prettig leesbare boek belicht de geschiedenis van WO2 op Texel. Hoe hier eerst militairen van het Legion Freies Indien (Legioen Vrij India), gestationeerd werden en later militairen uit Georgië nadat de Indiërs naar Frankrijk overgeplaatst werden.

Aangezien ik niets over dit Legion Freies Indien wist heb ik daar natuurlijk op Wikipedia over gelezen. Hieruit kan ik concluderen dat de auteurs deze historische feiten mooi verwerkt hebben in dit fraaie fictieve verhaal.

We volgen in dit boek het leven van Luna Lansman, woonachtig op Texel en Chandar Kapoor die als arts bij het Legion Freies Indien zit en dus op Texel gestationeerd wordt.

Voordat Chandar naar Texel gaat lezen we over zijn leven in India, hij woont bij zijn ouders in Port Blair de grootste stad van de Indiase eilandengroep de Andamanen. Deze eilandengroep ligt overigens dichter bij Thailand dan bij India. Zijn vader is arts in de lokale koloniale gevangenis, de Cellular Jail, Chandar die door zijn vader opgeleid wordt als arts helpt zijn vader met de verzorging van de zieken en gewonden in die gevangenis.

Luna woont met haar vader en haar oma op een boerderij buiten Den Burg op Texel. Ze hebben een moestuin, een koe en een paard en weten daarmee, naast het schilderwerk van haar vader, een eenvoudige boterham te verdienen. Luna heeft haar moeder al op jonge leeftijd verloren en is opgevoed door haar oma, haar vader heeft zich niet veel van de opvoeding aangetrokken en dit volledig aan zijn moeder over gelaten.

Het verhaal begint heel kort in 1934 en springt daarna terug naar 1938, de hoofdstukken zijn afwisselend vanuit Luna en Chandar geschreven, daardoor krijg je al snel een goed beeld van hun beider levens. De sprongen van 1943 terug naar 1939 en 1941 hadden van mij niet gehoeven, ik had liever gezien dat dit stuk ook chronologisch verliep zoals dit vanaf hoofdstuk 77 het geval was.

Er moeten veel keuzes gemaakt worden, zijn die goed of zijn die fout, die liggen in dit boek heel dicht bij elkaar. De dillema’s waarmee zowel Luna als Chandar te maken krijgen zijn goed beschreven en je leeft dan ook met beiden mee.

Je hebt met Luna te doen die zonder moeder moet opgroeien en geen gemakkelijk leven heeft met haar norse vader. Haar enige vriend op het eiland is Thiemen, hij maakt de keuze om, net zoals zijn vader, bij de NSB te gaan. Luna kan deze keuze niet als de goede keuze zien en ziet hierdoor haar vriendschap met hem eindigen, Thiemen ziet dat anders. Ook neemt haar vader een jonge joodse vrouw, Rifka, in huis om bij hen onder te duiken, Luna en Rifka raken bevriend, maar er is ook jaloezie in het spel.

Texel is een klein eiland en dit kleine eiland is de mooie achtergrond van dit grootse verhaal dat toch heel klein blijft.