Lezersrecensie
De doos van Pandora
Onlangs las ik Gwendy’s Trilogie, een nieuwe vrij dikke pil in King’s omvangrijke oeuvre. Mijn eerste gedachte was: hoe krijgt die man het voor elkaar om in dit tempo te blijven schrijven? Bij nader inzien blijkt dat niet helemaal van toepassing op dit boek. Het is namelijk een bundeling van eerder verschenen verhalen, geschreven in samenwerking met Richard Chizmar.
Een dikke pluim verdient het boek in ieder geval voor de vormgeving. De kaft en de vele illustraties van Keith Minnion zien er fantastisch uit. Ook de algehele opmaak en de typografie zijn prachtig om te zien en nodigen uit tot lezen. Het boek bevat drie verhalen over Gwendy Peterson, die we volgen in verschillende fases van haar leven. Op jonge leeftijd krijgt ze een soort Pandora’s doos in handen. Hoe gaat ze om met deze enorme verantwoordelijkheid, en wat zijn de gevolgen van haar keuzes?
Het boek leest heerlijk vlot dankzij de toegankelijke schrijfstijl, maar het laat bij mij toch gemengde gevoelens achter.
Het eerste verhaal, Gwendy’s Knoppenkist (2017), ooit door King gestart en later door Chizmar afgemaakt, vertelt over de jeugd van Gwendy. Het leest prettig en is degelijk geschreven. Geen hoogvlieger, maar zeker onderhoudend.
Bij het tweede verhaal, Gwendy’s Veer (2019), waarin Gwendy inmiddels volwassen is, wordt helaas pijnlijk duidelijk dat King de betere schrijver is. Dit verhaal, volledig door Chizmar geschreven, mist een origineel uitgangspunt, diepgang, en een goede opbouw. Bovendien voelt het einde gehaast aan. Storend zijn ook de perspectiefbreuken die regelmatig voorkomen. Alles bij elkaar een tegenvaller.
Het derde verhaal, Gwendy’s Laatste Reis (2022), lijkt grotendeels door King geschreven te zijn en is zonder twijfel het beste van de drie. Het doet soms denken aan de ‘oude’ King, hoewel ook hier enkele foutjes te vinden zijn. Misschien geef ik Chizmar in mijn hoofd (te) snel de schuld hiervan. Wat dit verhaal echter bijzonder maakt, zijn de originele invalshoeken: de hoofdpersoon lijdt aan Alzheimer en het verhaal speelt zich af in een claustrofobische setting. Daarnaast zijn er veel raakvlakken met het King-universum, zoals dat onder andere wordt beschreven in De Donkere Toren-cyclus. Voor niet-King-lezers kan dat misschien wat overweldigend zijn, maar voor fans is het een feest van herkenning.
Al met al biedt deze bundel voldoende om van te genieten, zeker voor de doorgewinterde King-liefhebber, al is het jammer van het zwakke middendeel. Ik geef het boek 3,5 ster.
Een dikke pluim verdient het boek in ieder geval voor de vormgeving. De kaft en de vele illustraties van Keith Minnion zien er fantastisch uit. Ook de algehele opmaak en de typografie zijn prachtig om te zien en nodigen uit tot lezen. Het boek bevat drie verhalen over Gwendy Peterson, die we volgen in verschillende fases van haar leven. Op jonge leeftijd krijgt ze een soort Pandora’s doos in handen. Hoe gaat ze om met deze enorme verantwoordelijkheid, en wat zijn de gevolgen van haar keuzes?
Het boek leest heerlijk vlot dankzij de toegankelijke schrijfstijl, maar het laat bij mij toch gemengde gevoelens achter.
Het eerste verhaal, Gwendy’s Knoppenkist (2017), ooit door King gestart en later door Chizmar afgemaakt, vertelt over de jeugd van Gwendy. Het leest prettig en is degelijk geschreven. Geen hoogvlieger, maar zeker onderhoudend.
Bij het tweede verhaal, Gwendy’s Veer (2019), waarin Gwendy inmiddels volwassen is, wordt helaas pijnlijk duidelijk dat King de betere schrijver is. Dit verhaal, volledig door Chizmar geschreven, mist een origineel uitgangspunt, diepgang, en een goede opbouw. Bovendien voelt het einde gehaast aan. Storend zijn ook de perspectiefbreuken die regelmatig voorkomen. Alles bij elkaar een tegenvaller.
Het derde verhaal, Gwendy’s Laatste Reis (2022), lijkt grotendeels door King geschreven te zijn en is zonder twijfel het beste van de drie. Het doet soms denken aan de ‘oude’ King, hoewel ook hier enkele foutjes te vinden zijn. Misschien geef ik Chizmar in mijn hoofd (te) snel de schuld hiervan. Wat dit verhaal echter bijzonder maakt, zijn de originele invalshoeken: de hoofdpersoon lijdt aan Alzheimer en het verhaal speelt zich af in een claustrofobische setting. Daarnaast zijn er veel raakvlakken met het King-universum, zoals dat onder andere wordt beschreven in De Donkere Toren-cyclus. Voor niet-King-lezers kan dat misschien wat overweldigend zijn, maar voor fans is het een feest van herkenning.
Al met al biedt deze bundel voldoende om van te genieten, zeker voor de doorgewinterde King-liefhebber, al is het jammer van het zwakke middendeel. Ik geef het boek 3,5 ster.
1
Reageer op deze recensie