Lezersrecensie
Een boek bol van alles
Sterrenlichaam staat bol. Het staat bol van overdruk omdat het een groot, dood, afgesloten, rottend lichaam is. Het staat bol van mysterie, actie, intrige, vreemdheid, politiek, strijd, avontuur, horror, erotiek, waanzin, geweld en symboliek. Het staat bol van originele vondsten, verrassende filosofische gedachten, inzichten in de harde menselijke natuur en een zwarte toekomst voor de mens. En, zoals het hoort in een echte roman, het staat bol van diepgravende karakterontwikkelingen.
Het bestaan van iets als het sterrenlichaam en de manier waarop dit boek op minutieuze wijze dit kolossale raadsel van een organisme orgaan voor orgaan in de kern verkent, roept van de eerste tot de laatste bladzijde vele vragen op. Wat is het sterrenlichaam? Waar komt het vandaan? Wat doet het in de Oortwolk? Waarom is het dood of stervende?
Een van de karakters die binnen het sterrenlichaam door krankzinnigheid wordt bevangen, denkt dat het sterrenlichaam God is. Maar het sterrenlichaam is dood. Een verwijzing naar Nietzsche? God is dood… en mensen worden gek van dit gemis.
Of is het Sterrenlichaam toch niet dood? Komt het vanuit de vrijwel onmogelijk te bereiken kern opnieuw tot leven? Is het sterrenlichaam niet alleen een veel grotere vorm van leven dan de mens, maar ook een veel hogere vorm van leven, met een begrip van en rol in het universum waarbij de activiteiten en ambities van de mensheid in het niet vallen als het gekrioel van hersenloze wormen? Dus toch een soort godheid?
Ik heb genoten van de beschrijvingen van omgevingen en belevingen. Aangrijpende inkijkjes in het innerlijke menselijke leven en vervreemdende verbeeldingen van wild tierend buitenaards leven en de waanzinnige interactie tussen die twee entiteiten die eigenlijk helemaal niet kunnen samengaan. Heftig evocatief allemaal. Je ziet, hoort en voelt het gebeuren en regelmatig vliegt het je naar de keel. Soms dreigen manische horrorscenes te ver en te lang door te draven, om je dan als lezer net op tijd met een plotwending weer in een andere werkelijkheid te gooien, waardoor je op adem kan komen en weer verder kan met de wonderlijke verkenning van het fysieke, emotionele en intellectuele labyrint dat het sterrenlichaam is.
Als bioloog heeft de science in deze sciencefiction roman me een paar keer naar een pen doen grijpen om een fragment te onderstrepen, zodat ik het later nog eens kon nalezen, om het nieuwe inzicht dat het me gaf niet te vergeten. Zoals op pagina 50: Het leven vult elke lacune in het bestaan op, met in zijn hand het machtige wapen Evolutie. Het woekert tot het overal te vinden is. Van bacteriën in mijn petrischaaltjes tot kilometers aan gekoppelde zwammen begraven onder oerbossen. … En waar het zich niet meer aan kan passen, organiseert het intelligentie, dat uiteindelijk ruimteschepen bouwt om de Melkweg te koloniseren.
Die laatste stap die Roderick Leeuwenhart hier beschrijft, daar had ik nog nooit zo naar gekeken. Prachtig. Het geeft hoop dat interstellaire verspreiding van het leven, door de mens of andere wezens, uiteindelijk onafwendbaar is en dus zal gebeuren of al gaande is.
De reflecties en associaties tijdens de vele explosieve interacties zijn scherp, venijnig, bruut en soms, in mijn ogen, briljant. Een voorbeeld van een scene op pagina 236, waarin een van de mannelijke hoofdpersonen aan de vrouwelijk hoofdpersoon bekent dat hij zojuist op haar bewusteloze lichaam heeft gemasturbeerd en als boetedoening met een mes al zijn tanden uit zijn mond heeft gehakt. Haar reactie is als volgt. Joan wist niet goed wat ze moest doen met deze biecht. In elke andere situatie zou ze zich aangetast hebben gevoeld, op een bepaalde manier vies gemaakt, maar hier in het sterrenlichaam was het hooguit de zoveelste lichaamsvloeistof die had geprobeerd haar pak binnen te dringen. Op een gegeven moment kon het je maar weinig schelen.
De climax-scenes zijn niet alleen mooi en kundig beschreven, ze komen ook onverwacht om de hoek kijken. Dat is knap, want de hoofdpersonen overkomt niets dat niet eerder of later in het verhaal wordt ingeleid of verklaard. Alles wordt logisch verbonden met de levensgeschiedenissen, ambities en karakters van de drie hoofdpersonen, ieder een archetype uit tegenoverliggende uithoeken van het spectrum van menselijke persoonlijkheden.
Sterrenlichaam is een complex, levend netwerk van verhaallijnen en levenslijnen die geen losse eindjes laat liggen, behalve een dikke kabel op het einde. Het open einde stemde mij weer eens tot nadenken over het ondoorgrondelijke van het bestaan. Wat heeft het bestaan van het universum mogelijk gemaakt? Waarom is er leven? Waartoe dient het bestaan van de mens? Wat zou het bestaan van iets als het sterrenlichaam mogelijk kunnen maken?
Sterrenlichaam heeft op vele vlakken indruk op me gemaakt. Het meeste nog omdat deze sciencefiction roman zo anders, origineel en eigen is.
Het bestaan van iets als het sterrenlichaam en de manier waarop dit boek op minutieuze wijze dit kolossale raadsel van een organisme orgaan voor orgaan in de kern verkent, roept van de eerste tot de laatste bladzijde vele vragen op. Wat is het sterrenlichaam? Waar komt het vandaan? Wat doet het in de Oortwolk? Waarom is het dood of stervende?
Een van de karakters die binnen het sterrenlichaam door krankzinnigheid wordt bevangen, denkt dat het sterrenlichaam God is. Maar het sterrenlichaam is dood. Een verwijzing naar Nietzsche? God is dood… en mensen worden gek van dit gemis.
Of is het Sterrenlichaam toch niet dood? Komt het vanuit de vrijwel onmogelijk te bereiken kern opnieuw tot leven? Is het sterrenlichaam niet alleen een veel grotere vorm van leven dan de mens, maar ook een veel hogere vorm van leven, met een begrip van en rol in het universum waarbij de activiteiten en ambities van de mensheid in het niet vallen als het gekrioel van hersenloze wormen? Dus toch een soort godheid?
Ik heb genoten van de beschrijvingen van omgevingen en belevingen. Aangrijpende inkijkjes in het innerlijke menselijke leven en vervreemdende verbeeldingen van wild tierend buitenaards leven en de waanzinnige interactie tussen die twee entiteiten die eigenlijk helemaal niet kunnen samengaan. Heftig evocatief allemaal. Je ziet, hoort en voelt het gebeuren en regelmatig vliegt het je naar de keel. Soms dreigen manische horrorscenes te ver en te lang door te draven, om je dan als lezer net op tijd met een plotwending weer in een andere werkelijkheid te gooien, waardoor je op adem kan komen en weer verder kan met de wonderlijke verkenning van het fysieke, emotionele en intellectuele labyrint dat het sterrenlichaam is.
Als bioloog heeft de science in deze sciencefiction roman me een paar keer naar een pen doen grijpen om een fragment te onderstrepen, zodat ik het later nog eens kon nalezen, om het nieuwe inzicht dat het me gaf niet te vergeten. Zoals op pagina 50: Het leven vult elke lacune in het bestaan op, met in zijn hand het machtige wapen Evolutie. Het woekert tot het overal te vinden is. Van bacteriën in mijn petrischaaltjes tot kilometers aan gekoppelde zwammen begraven onder oerbossen. … En waar het zich niet meer aan kan passen, organiseert het intelligentie, dat uiteindelijk ruimteschepen bouwt om de Melkweg te koloniseren.
Die laatste stap die Roderick Leeuwenhart hier beschrijft, daar had ik nog nooit zo naar gekeken. Prachtig. Het geeft hoop dat interstellaire verspreiding van het leven, door de mens of andere wezens, uiteindelijk onafwendbaar is en dus zal gebeuren of al gaande is.
De reflecties en associaties tijdens de vele explosieve interacties zijn scherp, venijnig, bruut en soms, in mijn ogen, briljant. Een voorbeeld van een scene op pagina 236, waarin een van de mannelijke hoofdpersonen aan de vrouwelijk hoofdpersoon bekent dat hij zojuist op haar bewusteloze lichaam heeft gemasturbeerd en als boetedoening met een mes al zijn tanden uit zijn mond heeft gehakt. Haar reactie is als volgt. Joan wist niet goed wat ze moest doen met deze biecht. In elke andere situatie zou ze zich aangetast hebben gevoeld, op een bepaalde manier vies gemaakt, maar hier in het sterrenlichaam was het hooguit de zoveelste lichaamsvloeistof die had geprobeerd haar pak binnen te dringen. Op een gegeven moment kon het je maar weinig schelen.
De climax-scenes zijn niet alleen mooi en kundig beschreven, ze komen ook onverwacht om de hoek kijken. Dat is knap, want de hoofdpersonen overkomt niets dat niet eerder of later in het verhaal wordt ingeleid of verklaard. Alles wordt logisch verbonden met de levensgeschiedenissen, ambities en karakters van de drie hoofdpersonen, ieder een archetype uit tegenoverliggende uithoeken van het spectrum van menselijke persoonlijkheden.
Sterrenlichaam is een complex, levend netwerk van verhaallijnen en levenslijnen die geen losse eindjes laat liggen, behalve een dikke kabel op het einde. Het open einde stemde mij weer eens tot nadenken over het ondoorgrondelijke van het bestaan. Wat heeft het bestaan van het universum mogelijk gemaakt? Waarom is er leven? Waartoe dient het bestaan van de mens? Wat zou het bestaan van iets als het sterrenlichaam mogelijk kunnen maken?
Sterrenlichaam heeft op vele vlakken indruk op me gemaakt. Het meeste nog omdat deze sciencefiction roman zo anders, origineel en eigen is.
1
3
Reageer op deze recensie