Geen gebrek aan fantasie
Toen in 1998 de eersteling van Marian de Haan uitkwam, heette dit nog een middeleeuws misdaadverhaal, nu noemt haar huidige uitgever het negende deel in de reeks een middeleeuwse thriller. Een wat overdreven benaming voor een overigens best aardig weglezend avontuur van Damyaen Roosvelt en diens almaar uitdijende familie- en vriendenkring in het fictieve stadje Duynhaven.
Verborgen daden begint tamelijk onschuldig met wat perikelen rond de aanstaande trouwpartij van een dochter van Damyaens oom Jan Houtepoot, tevens de schout (=commissaris van politie) van Duynhaven. Al snel draait het verhaal grotendeels rond de verdwijning van drie jongere leden van de politieke tegenstanders van de Roosvelders, de Ruyghaerts en hun aanhang. Tegelijkertijd moet de eigenlijke hoofdrolspeler in deze serie, Damyaen dus, achter zijn ondernemende bastaarddochter Wenyanne aan, die de benen heeft genomen naar Engeland, het land van wijlen haar moeder. Ze is nieuwsgierig naar haar roots. Damyaen heeft daardoor geen tijd voor het oplossen van de problemen waarmee zijn oom kampt. Hij dient bovendien aan boord van het schip, waarmee hij zijn dochter achterna reist, een politieke moordaanslag op te lossen. Dan pas kan hij zijn zoektocht naar Wenyanne voortzetten.
Marian de Haan toont met Verborgen daden nog maar eens dat ze geen gebrek aan fantasie heeft voor haar historische misdaadromans, die zich op het einde van de veertiende eeuw afspelen. Die weet zij te kruiden met een veelheid aan opmerkelijke gebeurtenissen. Dat is misschien ook het manco, er gebeurt zoveel in haar boeken met een groeiende reeks personages. Hoewel zij haar karakters goed heeft uitgewerkt, moet toch regelmatig naar het begin worden teruggebladerd om de lijst der hoofdrolspelers te raadplegen; anders valt de overvloed aan moord- en doodslag niet te volgen.
Het lijkt er sterk op dat Verborgen daden het laatste deel uit deze reeks rond Damyaen Roosvelt is. Zonder te willen verraden hoe het afloopt, is wat de inwoners van Duynhaven in dit negende deel overkomt van zo'n rampzalige omvang dat een tiende deel erg onwaarschijnlijk wordt. Tenzij Marian de Haan nog iets van voor 1391 - het jaar waarin dit negende deel plaatsvindt - in petto heeft.
Reageer op deze recensie