Lezersrecensie
Oppervlakkig en rommelig
Met zijn boek Maak er iets moois van! wil Holocaust-overlevende Gidon Lev (1935) de lezer deelgenoot maken van zijn leven en de levenslust die hij ervaart. Om dit alles goed op papier te krijgen, riep hij de hulp in van professioneel schrijver Julie Gray, waarmee hij kort naar hun eerste ontmoeting gaat samenwonen. Maak er iets moois van! is uit het Engels vertaald door Connie van de Velde.
Wat al snel in het begin van het boek opvalt, is de eenvoudige, soms kinderlijk aandoende schrijfstijl die wordt gebezigd. Waardoor de lezer zich kan afvragen welke rol Gray exact had bij de totstandkoming van dit verhaal, of raakten de zakelijke en privé aangelegenheden vroegtijdig met elkaar verweven? En het is overigens niet alleen de schrijfstijl waardoor deze vragen oprijzen, het is ook de rommelige opzet van het boek. Het verhaal springt alle kanten op, er valt geen structuur in te ontdekken. Wellicht is het hoe een ouder persoon als Lev zijn verhaal vertelt, maar de professionaliteit van Gray zou hier orde in moeten kunnen scheppen.
Ondanks bovenstaande krijg je als lezer een kleine indruk van het leven van de Joodse Lev tot nu toe. In 1935 werd hij geboren in Kalovy Vary, dat destijds nog in Tsjechoslowakije lag. Zijn familie was overwegend seculier. Iets dat er totaal niet toe deed toen WOII uitbrak. Op zijn derde vluchtte het gezin naar Praag in de hoop daar veilig te zijn voor de Duitsers, de realiteit bleek drie jaar later anders te zijn. Levs vader en opa werden als ‘vrijwilliger’ in 1941 naar Theresienstadt getransporteerd. Een paar dagen later volgden hij en zijn moeder. Zij tweeën bleken jaren later, op een verre neef na, de enige overlevenden van de familie te zijn. Deze zware en heftige periode krijgt de lezer als feiten en in brokstukken opgediend. Emoties ontbreken nagenoeg, en er valt vrijwel nergens diepgang te ontdekken. Hetzelfde geldt voor Levs leven na de oorlog. De acht jaar die hij alleen met zijn moeder doorbrengt, zijn huwelijk met zijn vrouw Susan, de tijd na haar overlijden, enzovoort. Lev vertelt het, maar het wordt niet invoelbaar. De luchtigheid, het optimisme gaan bijna tegenstaan, met name wanneer ‘Maak er iets moois van!’ in toenemende mate clichématig wordt ingezet.
In het boek wordt nergens echt duidelijk of de wijze waarop Lev in het leven staat, betekent dat hij een bepaalde diepgang niet in zich heeft, of dat hij het positivisme, of beter het vluchtige, tot zijn levenshouding heeft gemaakt. Het zal de mens Lev niet anders maken. Duidelijk is dat hij met zijn verhaal veel mensen geraakt en geïnspireerd heeft, sinds hij veertig jaar na Theresienstadt zijn verhaal voor het eerst vertelde aan een Duitse schoolklas. En nog steeds zet hij zich actief in voor Holocaust-educatie en mensenrechten.
Wat al snel in het begin van het boek opvalt, is de eenvoudige, soms kinderlijk aandoende schrijfstijl die wordt gebezigd. Waardoor de lezer zich kan afvragen welke rol Gray exact had bij de totstandkoming van dit verhaal, of raakten de zakelijke en privé aangelegenheden vroegtijdig met elkaar verweven? En het is overigens niet alleen de schrijfstijl waardoor deze vragen oprijzen, het is ook de rommelige opzet van het boek. Het verhaal springt alle kanten op, er valt geen structuur in te ontdekken. Wellicht is het hoe een ouder persoon als Lev zijn verhaal vertelt, maar de professionaliteit van Gray zou hier orde in moeten kunnen scheppen.
Ondanks bovenstaande krijg je als lezer een kleine indruk van het leven van de Joodse Lev tot nu toe. In 1935 werd hij geboren in Kalovy Vary, dat destijds nog in Tsjechoslowakije lag. Zijn familie was overwegend seculier. Iets dat er totaal niet toe deed toen WOII uitbrak. Op zijn derde vluchtte het gezin naar Praag in de hoop daar veilig te zijn voor de Duitsers, de realiteit bleek drie jaar later anders te zijn. Levs vader en opa werden als ‘vrijwilliger’ in 1941 naar Theresienstadt getransporteerd. Een paar dagen later volgden hij en zijn moeder. Zij tweeën bleken jaren later, op een verre neef na, de enige overlevenden van de familie te zijn. Deze zware en heftige periode krijgt de lezer als feiten en in brokstukken opgediend. Emoties ontbreken nagenoeg, en er valt vrijwel nergens diepgang te ontdekken. Hetzelfde geldt voor Levs leven na de oorlog. De acht jaar die hij alleen met zijn moeder doorbrengt, zijn huwelijk met zijn vrouw Susan, de tijd na haar overlijden, enzovoort. Lev vertelt het, maar het wordt niet invoelbaar. De luchtigheid, het optimisme gaan bijna tegenstaan, met name wanneer ‘Maak er iets moois van!’ in toenemende mate clichématig wordt ingezet.
In het boek wordt nergens echt duidelijk of de wijze waarop Lev in het leven staat, betekent dat hij een bepaalde diepgang niet in zich heeft, of dat hij het positivisme, of beter het vluchtige, tot zijn levenshouding heeft gemaakt. Het zal de mens Lev niet anders maken. Duidelijk is dat hij met zijn verhaal veel mensen geraakt en geïnspireerd heeft, sinds hij veertig jaar na Theresienstadt zijn verhaal voor het eerst vertelde aan een Duitse schoolklas. En nog steeds zet hij zich actief in voor Holocaust-educatie en mensenrechten.
1
Reageer op deze recensie