Mooi concept, maar weinig spanning
De Engelse Laura Marshall studeerde Engels aan de universiteit van Sussex. In 2015 besloot ze haar droom te volgen en een boek te schrijven. Inmiddels staat ze met drie psychologische thrillers op haar naam in de Sunday Times top tien van best verkopende auteurs. In Nederland brak ze in 2018 door met het boek Vriendschapsverzoek, een jaar later gevolgd door Drie kleine leugens. Van beide boeken zijn er in Engeland zo’n half miljoen exemplaren verkocht. Sterfdag is Marshalls nieuwste thriller, het werd naar het Nederlands vertaald door Jet Matla.
Hartstead, 15 juni 1994. Een dag die bij de inwoners van het stadje en de wijde omgeving in het geheugen gegrift staat. Op deze dag doodde Travis Green elf willekeurige mensen en pleegde daarna zelfmoord. Greens laatste slachtoffer is Gary Colman, de vader van de toen vierjarige Cassie. Nu, vijfentwintig jaar later, is Cassie samen met haar vijftien weken oude dochter Amy teruggekeerd naar Hartstead om voor haar dementerende moeder te zorgen. Ze wordt niet alleen met het verleden geconfronteerd, maar ook met zichzelf.
Marshall neemt de lezer meteen mee naar die bewuste dag in 1994. Dat doet ze niet alleen om duidelijk te maken wat er die dag gebeurde, maar ook om te laten zien welke impact dit nog steeds op hoofdpersonage Cassie heeft. Cassie en haar moeder Sylvia zijn, net als een aantal andere inwoners, destijds indirect slachtoffer geworden van Greens daden. Hoe gaan ze daar nu, een kwart eeuw later, mee om als alle ogen opnieuw op de stad gericht zijn in verband met de aanstaande herdenking van de sterfdag?
De auteur heeft ervoor gekozen om vrijwel het gehele boek vanuit Cassie’s perspectief en in ik-vorm te schrijven. Een formule die goed kan werken om een band tussen lezer en hoofdpersonage te creëren. In Sterfdag wordt dat niet gemakkelijk gemaakt, en dat komt mede door het karakter van Cassie. Ze maakt zichzelf slachtoffer van een situatie waaraan ze zelf deels debet is. Dat wordt vooral in het begin van het verhaal benadrukt in de manier waarop ze met haar dochtertje omgaat en haar gedachten over Amy. In de paar nieuwe vriendschappen die ze opbouwt, stelt ze zich afhankelijk op. Dat leidt er onder andere toe dat Cassie zichzelf laat verstrikken in de netten van de niet geheel oprechte journalist Alison Patchett, die verslag moet doen van de herdenking.
Cassie laat zich door Alison overhalen om samen de nabestaanden van de slachtoffers te interviewen. Daardoor wordt langzaam maar zeker duidelijk wat Green tot actie dreef. Doordat Marshall Cassie’s verhaal afwisselt met hoofdstukken over de laatste uren van de slachtoffers komt ook het hoe van die dag in beeld. Naarmate de twee vrouwen meer ontdekken, blijkt dat er iemand alles aan gelegen is om ze te stoppen. De manier waarop de auteur dat beschrijft, zorgt niet voor de spanningsboog die zo kenmerkend is voor een thriller. Het blijft allemaal wat oppervlakkig, inclusief de personages. Wel is Marshall er in geslaagd om de identiteit van de dader tot het eind toe onontdekt te houden. Daarmee zorgt ze voor een verrassende ontknoping en krijgt de lezer antwoord op de vraag waarom Green die bewuste dag met een halfautomatisch geweer de straat op ging.
Het concept voor Sterfdag is mooi gevonden, maar door het ontbreken van actie en spanning blijft het boek steken in de middenmoot van het thrillergenre.
Reageer op deze recensie