Heftig Ethiopisch epos
Maaza Mengiste (1974) is geboren in Ethiopië en opgegroeid in de Verenigde Staten. Ze vluchtte na de Ethiopische revolutie in 1974 uit haar geboorteland. Haar nieuwste boek De schaduwkoning, vertaald door Karina van Santen en Martine Vosmaer, stond op de shortlist voor The Booker Prize 2020. De schaduwkoning staat niet op zichzelf. Het gaat als het ware vooraf aan haar debuutroman uit 2010, De leeuw en de keizer, die de situatie tijdens en na de revolutie bestrijkt. Eén van de hoofdpersonen daarvan, grootvader Hailu, speelt een rol in De schaduwkoning. Met De schaduwkoning wil Mengiste de Ethiopische vrouwen die tijdens de tweede Ethiopische oorlog (1935-1941) samen met mannen vochten tegen de Italianen onder Mussolini hun verdiende plek in de geschiedenis geven. Dat is met dit boek zeker gelukt. Tegelijk valt op dat nog steeds meer mannen een naam en een gezicht krijgen in dit boek dan vrouwen.
Het boek lijkt aanvankelijk te draaien om de complexe relatie tussen Aster, de vrouw van Kidane, Hirut, haar bediende, en Kidane, een legerofficier. Hun onderlinge relaties zijn vol geweld en jaloezie. Maar vanaf het moment dat de Italianen in 1935 Ethiopië binnenvallen, staat de oorlog op de voorgrond en zijn de mensen hieraan ondergeschikt. Het is een wrede en ongelijke strijd, de Ethiopiërs zijn beperkt bewapend met geweren en vechten tegen Italianen die mosterdgas en tanks gebruiken. Anders dan tijdens de eerste oorlog tegen de Italianen, delven de Ethiopiërs nu het onderspit.
Het Italiaanse leger krijgt een gezicht via de bijzonder wrede Italiaanse kampcommandant en via de soldaat Ettore, zoon van Italiaanse joden. Ettore maakt als oorlogsfotograaf foto’s van gevangengenomen Ethiopiërs in afschuwelijke omstandigheden. In zekere zin zit hij net als vele Ethiopiërs gevangen; zijn joodse ouders verkeren in het Italië van Mussolini in levensgevaar en als hij terugkeert hij ook. In zekere zin zitten Ettore en Hirut tijdens hun ontmoeting in vergelijkbare omstandigheden. Ettore ziet echter het grote verschil niet.
De opbouw van het boek doet denken aan Griekse tragedies. Het is opgedeeld in drie delen die zich tussen 1935 en 1941 afspelen. Deze worden voorafgegaan door een proloog en afgesloten met een epiloog, die zich beide afspelen in 1974 wanneer Ettore en Hirut elkaar nog eenmaal ontmoeten. Klassiek zijn ook de regelmatig in korte hoofdstukken met de naam 'koor' weergegeven beschouwingen waarin Hirut in dit boek gewezen wordt op haar lot net als het koor vroeger in de Griekse tragedies haar reactie gaf op wat er op het toneel gebeurde. Aan het latere toneel is Mengiste's gebruik van het 'tussenspel' (entre-acte) ontleend, terug te vinden in dit boek in acht hoofdstukjes. Hierin wordt uit de doeken gedaan hoe het gaat met de Ethiopische keizer Haile Selassie die na de Italiaanse invasie vlucht naar Engeland. Door dit in aparte hoofdstukken te vertellen, wordt het verschil tussen de keizer en het in oorlog verkerende volk pijnlijk duidelijk.
Deze vlucht van de keizer was overigens slecht voor het moraal van de Ethiopische strijders, vandaar dat een dubbelganger zich in zijn kleren op een paard vertoont aan de Ethiopiërs, geflankeerd door Aster en Hirut. Hieraan is de titel De schaduwkoning ontleend. Tot slot gebruikt Mengiste nog foto’s om haar verhaal te vertellen, een moderne techniek. Zij onderbreekt het verhaal echter niet door de foto’s zelf maar door feitelijke beschrijvingen van foto’s die in het boek zelf ontbreken. Het bevestigt de perceptie dat verslaglegging van hetgeen gebeurd is, belangrijker is dan de individuen.
Mengiste hanteert een panoramische vertelwijze, ze vertelt het verhaal van enige afstand, zodat een volledig beeld maar tegelijk ook een afstandelijk beeld wordt opgeroepen. Ze zoomt als het ware uit zodat je meer ziet maar wel minder gedetailleerd, minder de individuele mens en meer het volk. De karakters blijven op afstand en zijn relatief vlak. Dit wordt versterkt door het taalgebruik. Het is regelmatig plechtig, gedachten van de hoofdpersonen zijn vaak betekenisvol en reflecterend. Ze overstijgen daarmee het individuele. Tegelijk ontbreekt bij dialogen de interpunctie, niet duidelijk is altijd wie wanneer begint en eindigt met spreken, kennelijk is dat minder belangrijk. Langzaam krijgt het verhaal zo epische trekken en vertelt de roman het verhaal van àlle Ethiopiërs in de oorlog en minder die van de hoofdpersonen. De spanningsboog is hierdoor vlakker.
Het meest bijzondere in De schaduwkoning is de verteltechniek, tegelijk is dit ook de zwakte. Weliswaar is Mengiste in haar doel geslaagd en heeft ze de Ethiopische vrouwen in dit epos definitief hun plek in de geschiedenis gegeven, maar door haar vertelwijze staan de vrouwen op te grote afstand, worden hun lotgevallen minder persoonlijk, leef je minder mee terwijl desondanks rauwe en gewelddadige scènes op je netvlies blijven plakken.
Reageer op deze recensie