Laatbloeier
Richard Roper werkt zelf als redacteur bij een uitgever in Londen. Hij debuteert in meer dan vijftien landen met Iets om voor te leven (of treffender in de oorspronkelijke taal; Not to die alone). Hij heeft zijn debuut losjes gebaseerd op een krantenartikel over mensen die de nalatenschap van eenzame ouderen onderzoeken.
Het verhaal schetst een somber beeld van onze tijd. Over mensen die eenzaam sterven en in de laatste periode van hun leven geen contact meer met anderen hebben. Niemand mist ze of weet dat ze overleden zijn. De gemeente neemt dan wel de kosten van de begrafenis van deze eenzaam gestorvenen op zich, maar niet zonder onderzoek te laten doen. Of er toch geen geld is en of er nog verwanten of vrienden zijn om bij te dragen in de kosten. Ze heeft daar zelfs een speciale afdeling voor.
De roman gaat over Andrew, die op zo’n afdeling werkt en daar Peggy ontmoet. Tussen hen ontwikkelt zich langzaam meer dan vriendschap, maar ze hebben nog een hobbelige weg af te leggen. Ook omdat er nog een fictieve wereld opgeruimd moet worden.
Hoofdpersoon Andrew wordt tijdens zijn werk geconfronteerd met eenzaam gestorven mensen. Hij vraagt zich af hoe het komt dat dit gebeurt en is bang dat hem dit ook kan overkomen. Hij is een 42-jarige vrijgezel, maar heeft zijn collega’s verteld dat hij gehuwd is met Diana en twee kinderen heeft, David en Steph. Hij heeft deze fictieve wereld zelfs uitgewerkt in een spreadsheet. In werkelijkheid wacht hem bij thuiskomst alleen zijn modeltreinbaan en heeft hij slechts contact met een paar leden op een forum voor modeltreinfanaten. Kortom, de eenzaamheid spat aanvankelijk niet alleen van zijn werk, maar ook van Andrew zelf af.
Het karakter van Andrew creëert met zijn gepieker in het begin weinig verbinding met zijn omgeving, of de lezer. Wel past dit bij wat hij heeft meegemaakt; het duurt daarom even voordat hij sympathie opwekt. Peggy, die pas later wordt geïntroduceerd, wekt deze sympathie wel meteen op. Ze is hartelijk en begaan met anderen. Ze maakt direct contact met Andrew en ze gaan samen de vervuilde woningen van overledenen onderzoeken. Bij de soms wel erg nauwkeurige omschrijving hiervan, voel je dezelfde weerzin als Peggy. Thuis heeft Peggy een gezin - een man en twee dochters -, maar ze maakt geen gelukkige indruk.
De hoofdpersonen maken beiden een grote ontwikkeling door. Andrew moet van onverwacht ver komen. Via flashbacks kom je er gedoseerd achter wat er in de jeugd van Andrew is gebeurd en waarom hij heftig reageert op het lied ‘Blue moon’, gezongen door Ella Fitzgerald. Roper snijdt daarmee pittige thema’s aan zoals eenzaamheid, alcoholisme, PTSS, liefde, de dood, de angst je baan te verliezen en mishandeling. De contrast met de plot, vol humorvolle situaties, is groot.
Het boek komt helaas langzaam op gang en boeit niet meteen. De verhaallijn krijgt pas over de helft vaart. Het taalgebruik schept afstand tot de lezer, zo wordt er veel gebruik gemaakt van sarcastische typeringen. Ook hanteert de schrijver regelmatig onnodig omslachtige zinsconstructies en formele taal:
‘Er gingen nog eens twintig minuten voorbij, gedurende welke Andrew weigerde en uiteindelijk met tegenzin wat ongelooflijk hard brood accepteerde.’
In de tweede helft komt de vaart erin door een snelle opvolging van niet altijd plausibele, maar wel grappige gebeurtenissen en kortere hoofdstukken. Iets om voor te leven heeft een moedige keuze van thema’s, voor een roman die pas laat tot boei komt maar een warm en grappig slot heeft.
Reageer op deze recensie